12.
Gebruik van de Wi-Fi-functie
Afspelen van beelden in de camera
1
Verbinding met een smartphone
maken.
(P251)
2
Bedien de smartphone.
1 Selecteer [
•
U kunt de weer te geven beelden
omschakelen door de icoon (A)
linksboven op het scherm te
selecteren. Om de beelden weer te
geven die in de camera opgeslagen
zijn, selecteert u [Leica Image
Shuttle].
2 Raak het beeld aan om het te
vergroten.
Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn
1
Verbinding met een smartphone
maken.
(P251)
2
Bedien de smartphone.
1 Selecteer [
•
U kunt de weer te geven beelden
omschakelen door de icoon (A)
linksboven op het scherm te
selecteren. Om de beelden weer te
geven die in de camera opgeslagen
zijn, selecteert u [Leica Image
Shuttle].
2 Raak een beeld aan, blijf het
aanraken en versleep het om het te
bewaren.
•
De functie kan toegekend worden aan de bovenkant, de onderkant, links of rechts, al
naargelang uw voorkeur.
•
U kunt geen beelden bewaren die opgenomen zijn in het RAW-formaat of films die opgenomen
zijn met het beeldkwaliteitformaat op 4K.
].
].
257