10.
Films opnemen
[Uitgelijnde opname]
Toepasbare modi:
De camera detecteert de eigen kanteling automatisch en corrigeert de films die u opneemt
tot een genivelleerde positie, om te voorkomen dat ze scheef opgenomen worden.
Instellingen: [ON]/[OFF]
•
Als u een film opneemt terwijl u loopt, of als de kanteling te stijl is, kan het zijn dat de film niet
op een genivelleerde positie gecorrigeerd wordt.
•
Als u [Uitgelijnde opname] op [ON] zet, zal het opnamebereik smaller worden wanneer u een
film begint op te nemen.
•
Foto's die u tijdens de opname van een film maakt, zullen niet op een genivelleerde positie
gecorrigeerd worden.
[Uitgelijnde opname] werkt niet in de volgende gevallen:
–
Opnemen met [Film in hoge snelheid]
–
Als de O.I.S.-schakelaar op [OFF] gezet is
–
Als [Opn. kwaliteit] op [4K/100M/30p]
gezet is
¢1 Met cameramodellen 18 194 / 18 195
¢2 Met cameramodellen 18 193 / 18 196
[Helderheidsniveau]
Toepasbare modi:
Selecteer het luminantiebereik dat bij het gebruik van de video past.
Instellingen: [
(16-255)
•
[
] is geschikt voor normale filmopnames.
(16-255)
•
[
] is geschikt voor de creatie van foto's uit opgenomen films.
(0-255)
[Antiflikkering]
Toepasbare modi:
De sluitersnelheid kan vastgezet worden om flikkeren van of strepen in het bewegende
beeld te reduceren.
Instellingen: [1/50]/[1/60]/[1/100]/[1/120]/[OFF]
¢1
/[4K/100M/25p]
]/[
]
(0-255)
¢2
of [VGA/4M/30p]
217
¢1
¢2
/[VGA/4M/25p]