7
Eerste inbedrijfstelling
7.10
Tussenas aanpassen
De afsluitkranen (3) sluiten.
ð De hendels van de afsluitkranen (2) staan horizontaal (positie I).
De systeemdruk op de manometer (1) aflezen.
Æ Als de systeemdruk 80 bar bedraagt, is de systeemdruk correct.
Æ Als de systeemdruk niet 80 bar bedraagt, de procedure zoals hierboven beschreven
herhalen.
Als de systeemdruk niet op 80 bar kan worden ingesteld, het drukbegrenzingsventiel (4)
opnieuw instellen,
Drukbegrenzingsventiel instellen
Bij uitvoering "Hydraulisch tandemaggregaat"
LW000-467
Het drukbegrenzingsventiel (3) is af fabriek op 80 bar vooringesteld.
Draai de vergrendelingshendel (2) los.
Om de systeemdruk te verhogen, het handwiel (1) naar rechts draaien.
Om de systeemdruk te verlagen, het handwiel (1) naar links draaien.
Vergrendelinghendel (2) sluiten.
7.10
Tussenas aanpassen
Bij uitvoering "Doseerwalsen"
LET OP
Trekkerwissel
Wanneer de tussenaslengte bij een trekkerwissel niet wordt gecontroleerd, kan er schade aan
de machine ontstaan.
Om schade aan de machine te vermijden, bij iedere trekkerwissel de tussenaslengte
controleren en evt. door een KRONE servicepartner laten corrigeren.
78
zie
Pagina 78.
Bij uitvoering "Hydraulisch tridemaggregaat"
3
2
1
Originele handleiding 150001358_03_nl
3
2
1
GX 520