21
Onderhoud – reminstallatie
21.2
Olievoorraadreservoir op de hydraulische cilinder controleren
LW000-280
Condenswater aftappen
Tijdens de werking kan er condenswater in het olievoorraadreservoir (1) verzamelen. Het
condenswater moet in regelmatige afstanden uit het olievoorraadreservoir (1) geleegd worden.
ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig.
De aftapschroef (2) demonteren.
Het condenswater aftappen.
De aftapschroef (2) monteren, aandraaimoment
Het hydraulische oliepeil controleren en evt. olie bijvullen.
Hydrauliekoliepeil controleren
LET OP
Machineschade door te laag hydraulisch oliepeil
Bij een te laag hydraulisch oliepeil is de oliehoeveelheid in de cilinder te gering. Daardoor
worden de smeerpunten in de cilinder niet voldoende voorzien en bestaat er corrosiegevaar.
Het hydraulisch oliepeil volgens de onderhoudstabel controleren,
Ervoor zorgen dat het olievoorraadreservoir (1) altijd tot de helft met hydraulische olie is
gevuld.
ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig.
Het interval voor de controle van de hydraulische olie aanhouden,
De hydraulische oliehoeveelheid bij ingeschoven cilinder (3) controleren.
Wanneer de hydraulische olie tot de helft van het olievoorraadreservoir (1) reikt, is het
hydraulische oliepeil in orde.
Wanneer de hydraulische olie niet tot het midden van het olievoorraadreservoir (1) reikt:
De olievoorraadreservoir (1) 180° draaien.
De aftapschroef (2) demonteren.
Hydraulische olie via de vulboring (2) tot de helft van het olievoorraadreservoir (1) bijvullen.
De aftapschroef (2) monteren, aandraaimoment
258
zie
Pagina 227.
zie
Pagina 224.
zie
Pagina 224.
zie
Pagina 227.
Originele handleiding 150001358_03_nl
GX 520