9
Bediening
9.10
Afsluitkraan van de achterklep openen/sluiten
INFO
Om de machine tegen wegrollen te beschermen, naast de wielwiggen de parkeerrem
gebruiken,
9.10
Afsluitkraan van de achterklep openen/sluiten
Gevaar voor letsel door geopende afsluitkraan van de achterklep
Bij werkzaamheden aan of onder de geopende achterklep of binnen in de laadruimte kan bij
geopende afsluitkraan de achterklep ongecontroleerd omlaag bewegen. Daardoor kunnen
personen ernstig gewond raken of gedood worden.
De afsluitkraan altijd sluiten wanneer werkzaamheden bij geopende achterklep worden
uitgevoerd.
I
LW000-495
De hydrauliek van de machine wordt via hydraulische slangen vanuit de trekker gevoed. De
afsluitkraan van de achterklep (1) is een veiligheidscomponent, die onbedoeld sluiten van de
achterklep voorkomt. De afsluitkraan van de achterklep (1) moet gesloten zijn wanneer aan of
onder de achterklep wordt gewerkt.
De afsluitkraan van de achterklep (1) bevindt zich aan de rechter machinezijde in de omgeving
van het typeplaatje.
Afsluitkraan openen
De afsluitkraan (1) in positie (I) draaien.
Æ De achterklep kan worden gesloten.
Afsluitkraan sluiten
De afsluitkraan (1) in positie (II) draaien.
Æ De achterklep kan niet worden gesloten.
9.11
Doseerwalsen met achterklep vergrendelen/ontgrendelen
Bij uitvoering "doseerwalsen": om de universele machine van achteren te kunnen beladen en
om de binnenruimte van de laadwagen voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden te
betreden, moeten de doseerwalsen met de achterklep worden vergrendeld.
106
zie
Pagina 105.
II
1
WAARSCHUWING
1
Originele handleiding 150001358_03_nl
GX 520