16
Rijden en transport
16.1
De machine voorbereiden voor het rijden op de weg
Levensgevaar door niet-correct voorbereide machine voor het rijden op de weg
Wanneer de machine niet correct voor het rijden op de weg wordt voorbereid, kunnen
ernstige ongevallen in het wegverkeer hiervan het gevolg zijn.
Telkens voor het rijden op de weg de machine hiervoor voorbereiden,
Voor het rijden op de weg het scherm voor het rijden op de weg opvragen,
Pagina 140.
Gevaar voor ongevallen door niet vergrendelde stuurventielen van de trekker
Door niet vergrendelde stuurventielen kunnen machinecomponenten onbedoeld worden
geactiveerd. Daardoor kunnen er ernstige ongelukken ontstaan
Om te voorkomen dat er functies bij vergissing worden gestart, moeten de stuurventielen
van de trekker bij transportritten over de weg in de neutrale stand staan en vergrendeld
zijn.
LET OP
Gevaren door automatische trajectremsystemen aan de trekker
Trekkers met traploze aandrijvingen die met een automatisch trajectremsysteem zijn
uitgerust, kunnen het remgedrag van de aangehangen machine in sommige gevallen negatief
beïnvloeden. Als deze automatische trajectremsystemen, bijv. op lange hellingtrajecten,
gedurende een langere periode geactiveerd zijn, kan dit tot een oververhitting en hierdoor tot
een sterk verminderd remvermogen aan de remmen van de machine leiden.
Bovendien kan bij het gebruik van autoamtische trajectremsystemen de remslijtage van de
machine sterk stijgen.
16.1
De machine voorbereiden voor het rijden op de weg
ü Aan alle in het hoofdstuk "Inbedrijfstelling" vermelde punten is voldaan,
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
ü Alle beschermingen zijn correct gesloten en vergrendeld.
ü De wielwiggen zijn in de houders op de machine beveiligd,
ü De trap is in de daarvoor bestemde plaats gestoken en vergrendeld,
ü De machine is ontdaan van verontreinigingen en oogstresten, met name de verlichtings- en
markeringsinrichtingen.
ü De achterklep is gesloten,
ü De knikdissel is neergelaten (de machine is horizontaal uitgelijnd),
ü De steunvoet bevindt zich in de transportstand,
ü De parkeerrem is losgemaakt,
ü De besturingsapparaten op de trekker bevinden zich in de neutrale stand en zijn
vergrendeld.
ü De persluchtrem of de hydraulische rem is aangesloten.
ü De rem functioneert correct.
ü De verlichting voor het rijden op de weg is gecontroleerd en functioneert correct,
Pagina 87.
ü De banden hebben geen beschadigingen, sneden en breuken.
ü De banden hebben de correcte bandenspanning,
ü De graanschuiver is gesloten,
216
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
zie
Pagina 28.
zie
Pagina 160.
zie
zie
Pagina 105.
zie
zie
Pagina 109.
zie
Pagina 216.
zie
zie
Pagina 105.
zie
Pagina 107.
zie
Pagina 149.
Pagina 104.
Pagina 53.
Originele handleiding 150001358_03_nl
zie
Pagina 81.
zie
GX 520