Maat X controleren.
Als de maat niet X=155 mm bedraagt:
ð De spoorstang (4) loskoppelen.
ð De schroefverbinding (4) losdraaien en de spoorstang (4) verlengen resp. inkorten.
ð De schroefverbinding (4) vastdraaien.
Spoorstang (3) inhaken,
I
LWG000-058
De afsluitkranen (1) openen.
ð De hendels staan loodrecht (positie II).
Met de trekkercombinatie ca. 50 m langzaam rechtuit rijden.
De trekkermotor uitschakelen, contactsleutel eruit trekken en meenemen.
De afsluitkranen (1) sluiten.
ð De hendels staan horizontaal (positie I).
Visueel controleren of de trekkercombinatie recht staat.
Wanneer de trekkercombinatie niet recht staat, herhaal dan de procedure tot deze recht
staat.
7.6.3
Gedwongen besturing instellingen bij uitvoering "Elektronische
gedwongen besturing"
LET OP
Schade aan de machine door foute instelling van de "elektronische gedwongen
besturing"
Bij een tractorwissel past de instelling van de "elektronische gedwongen besturing" niet meer.
Dit kan schade aan de machine veroorzaken.
Bij een tractorwissel het rechtdoor rijden opnieuw kalibreren,
INFO
Als een fout gedrag aan de elektronische gedwongen besturing (bijv. machine trekt naar een
zijde) optreedt, het rechtdoor rijden aan de disselsensor opnieuw kalibreren,
Kan het foute gedrag door de kalibratie van de disselsensor niet worden vermeden, dan moet
de machine door een geautoriseerde servicewerkplaats opnieuw worden gekalibreerd.
Om de elektronische gedwongen besturing in te stellen, kalibreert u opnieuw het rechtuit
rijden,
zie
GX 520
Originele handleiding 150001358_03_nl
zie
Pagina 83.
1
Pagina 158.
Eerste inbedrijfstelling
Gedwongen besturing instellen
II
1
zie
Pagina 158.
7
7.6
zie
Pagina 158.
71