9
Bediening
9.16
Onderrijbeveiliging omhoog-/omlaagklappen
Sluiten
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
Om de graanschuiver (2) te sluiten, de hendel (1) in positie (I) naar onderen bewegen.
Æ De graanschuiver (2) is gesloten.
9.16
Onderrijbeveiliging omhoog-/omlaagklappen
Omhoogklappen
ingedrukt houden tot de onderrijbeveiliging omhooggeklapt is.
ð Het symbool
Æ De weergave wisselt van
Omlaagklappen
ingedrukt houden tot de onderrijbeveiliging omlaaggeklapt is.
ð Het symbool
Æ De weergave wisselt van
110
zie
Pagina 28.
wordt weergegeven.
naar
.
wordt weergegeven.
naar
.
Originele handleiding 150001358_03_nl
GX 520