4
Kies een AF-veldstand (0 58).
5
Stel scherp.
Kadreer de beginopname en stel scherp
zoals beschreven in Stap 3 en 4 op
pagina 54 en 55 (zie pagina 59 voor
meer informatie over het scherpstellen in filmlivebeeld). Merk
op dat het aantal onderwerpen dat kan worden gedetecteerd in
gezichtprioriteit-AF afneemt tijdens filmopnamen.
A
Belichting
De volgende instellingen kunnen worden aangepast in filmlivebeeld:
P, S
A
M
h, %
Andere
opnamestanden
In stand M kan sluitertijd worden ingesteld op waarden tussen
1
/
sec. (de langst beschikbare sluitertijd varieert afhankelijk van de
4.000
beeldsnelheid; 0 319). Spotmeting is niet beschikbaar tijdens
filmlivebeeld. Als het resultaat over- of onderbelicht is, sluit dan af en
herstart filmlivebeeld.
Diafragma Sluitertijd
—
—
✔
—
✔
✔
—
—
—
—
ISO-
Belichtings-
gevoeligheid
correctie
(0 322)
✔
—
✔
—
✔
—
✔
—
—
—
Lichtmeting
✔
✔
✔
—
—
/
1
en
25
67