Om een AF-veldstand te kiezen, druk op de AF-standknop en draai
aan de secundaire instelschijf totdat de gewenste stand in de
monitor wordt weergegeven.
AF-standknop
D
Autofocus gebruiken in livebeeldfotografie en filmlivebeeld
Gebruik een AF-S-objectief. De gewenste resultaten worden mogelijk niet
verkregen met andere objectieven of teleconverters. Merk op dat in
livebeeld autofocus trager is en de monitor helderder of donkerder kan
worden terwijl de camera scherpstelt. Het scherpstelpunt wordt soms
groen weergegeven wanneer de camera niet kan scherpstellen. In de
volgende situaties kan de camera mogelijk niet scherpstellen:
• Het onderwerp bevat lijnen parallel aan de lange rand van het beeld
• Het onderwerp beschikt over te weinig contrast
• Het onderwerp in het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk
contrasterende helderheid, of bevat spotverlichting of neonverlichting of
een andere lichtbron waarvan de helderheid verandert
• Er verschijnen flikkeringen of banden onder tl-licht, kwikdamplampen,
natriumdamplampen of vergelijkbare verlichting
• Er wordt een kruisfilter (ster) of ander speciaal filter gebruikt
• Het onderwerp lijkt kleiner dan het scherpstelpunt
• Het onderwerp wordt gedomineerd door regelmatige geometrische
patronen (bijv. jaloezieën of een rij ramen in een wolkenkrabber)
• Het onderwerp beweegt
Secundaire
instelschijf
Monitor
59