b6: Fijnafst. voor opt. belichting
Gebruik deze optie om de door de camera geselecteerde
belichtingswaarde fijn af te stellen. De belichting kan voor elke
lichtmeetmethode afzonderlijk worden fijnafgesteld met +1 tot
–1 LW in stappen van
D
Fijnafstelling belichting
Fijnstelling van de belichting wordt niet beïnvloed door een reset met twee
knoppen. Als het pictogram voor belichtingscorrectie (E) niet wordt
weergegeven, kan de hoeveelheid aangepaste belichting alleen worden
bepaald door de hoeveelheid te bekijken in het menu voor fijnafstelling.
Belichtingscorrectie (0 143) heeft in de meeste situaties de voorkeur.
c: Timers/AE-vergrendeling
c1: AE-vergrend. ontspanknop
Als Aan is geselecteerd, wordt de belichting vergrendeld wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt.
c2: Stand-by-timer
Kies hoe lang de camera de belichting blijft meten wanneer er geen
handelingen worden uitgevoerd. De sluitertijd- en
diafragmaweergaven in het bedieningspaneel en de zoeker
schakelen automatisch uit zodra de stand-by-timer afloopt.
Kies een kortere vertraging van de stand-by-timer voor een langere
gebruiksduur van de batterij.
336
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
1
/
LW.
6
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen