1.6
A
AN DE SLAG
Letters en cijfers op het toetsenbord
Toets Bijbehorende cijfers, letters en leestekens
1
1
Spatie
2
A
B
3
D
E
4
G
H
5
J
K
L
6
M
N
O
7
P
Q
8
T
U
9
W
X
0
+
-
Verbeteren
Als u een verkeerd teken hebt ingetoetst in een nummer of een
naam, drukt u op de ¦ toets om het laatste teken te wissen. Nu
kunt u het correcte teken intoetsen.
Pauze tussenvoegen
Bij sommige telefooncentrales moet u eerst een toegangscode
draaien (bijvoorbeeld een 9) en vervolgens wachten tot u een
tweede kiestoon hoort. In dat geval moet u tijdens het
vastleggen van voorkeurnummers en snelkiesnummers een
pauze tussenvoegen.
U voegt een pauze in door tijdens het ingeven van het
telefoonnummer op de gewenste plaats op Redial/Pause te
drukken. In het display wordt de pauze aangegeven met "–".
C
2
F
3
I
4
5
6
R
S
7
V
8
Y
Z
9
,
.
'
/
*
#
&
0