De tijd synchroniseren
Telkens wanneer u het toestel inschakelt en naar satellieten zoekt of de Garmin Connect app op uw gekoppelde
telefoon opent, worden de tijdzones en het tijdstip automatisch door het toestel gedetecteerd. U kunt de tijd ook
handmatig synchroniseren wanneer u van tijdzone verandert, en kunt u de zomertijd instellen.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Systeem > Tijd > Tijdsync.
3 Wacht tot het toestel verbinding maakt met uw gekoppelde telefoon of satellieten vindt
ontvangen, pagina
124).
TIP: Druk op DOWN om de bron te wijzigen.
De scherminstellingen wijzigen
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Systeem > Schermverlichting.
3 Selecteer Nachtweergave om de intensiteit van de schermverlichting te verminderen voor compatibiliteit met
een nachtzichtbril (optioneel).
4 Selecteer een optie:
• Selecteer Tijdens activiteit.
• Selecteer Algemeen gebruik.
• Selecteer In slaapstand.
5 Selecteer een optie:
• Selecteer Helderheid om het helderheidsniveau van het scherm in te stellen.
OPMERKING: Als u de modus Nachtweergave inschakelt, kunt u het helderheidsniveau niet aanpassen.
• Selecteer Knoppen om het scherm in te schakelen bij het indrukken van knoppen.
• Selecteer Waarschuwingen om het scherm in te schakelen bij waarschuwingen.
• Selecteer Polsgebaar om het scherm in te schakelen als u uw arm optilt en draait om op uw pols te kijken.
• Selecteer Time-out om de tijdsduur in te stellen voordat het scherm wordt uitgeschakeld.
De slaapstand aanpassen
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Systeem > Slaapstand.
3 Selecteer een optie:
• Selecteer Plannen, selecteer een dag en voer uw normale slaaptijden in.
• Selecteer Wijzerplaat om de slaapwijzerplaat te gebruiken.
• Selecteer Schermverlichting om de helderheid en time-out van het scherm in te stellen.
• Selecteer Aanraakscherm om het aanraakscherm in of uit te schakelen.
• Selecteer Niet storen om de modus Niet storen in of uit te schakelen.
• Selecteer Batterijspaarstand om de batterijspaarstand in of uit te schakelen
aanpassen, pagina
De sneltoetsen aanpassen
U kunt de functie voor het ingedrukt houden van afzonderlijke knoppen en knopcombinaties aanpassen.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Systeem > Sneltoetsen.
3 Selecteer een knop of knopcombinatie die u wilt aanpassen.
4 Selecteer een functie.
116
113).
(Satellietsignalen
(De batterijspaarstand
Systeeminstellingen