Deksteken naaien
De deksteek kan worden gebruikt voor het bedekken, afwerken of doorstikken van halslijnen en voor het omzomen van de
onderkant van t-shirts en sweatshirts enz. of voor het aan elkaar naaien van lapjes stof (gewone naden naaien). De deksteek is
het meest geschikt voor elastische stoffen. Hij kan ook worden gebruikt voor geweven stoffen.
Let op: De vrije arm is handig voor het naaien van broekspijpen en andere kleine delen, zoals kinderkleding (zie pagina 11).
Machine instellen
Het bovenmes uitschakelen (zie pagina 15). De stof moet bij deze stof niet worden afgesneden.
Zet de hendel van het instelhaakje op R (zie pagina 16).
Verwijder naald A en naald B, als deze zijn aangebracht.
Breng de naalden C, D en/of E aan, afhankelijk van de gewenste deksteek.
Schakel de bovengrijper uit (zie pagina 16).
Verwijder mesbedekking A en breng deksteektafel B aan (zie pagina 12). De markeringen op deksteektafel B geven de afstand
aan, in cm en inches, vanaf de middelste deksteeknaald. Gebruik ze als geleider bij het plaatsen van de stofrand.
Stel de machine in op de inrijgstand (pagina 16) en rijg de machine in.
Stel de machine in op de naaistand (pagina 16) en sluit de voorklep.
Begin te naaien
Breng de naaivoet omhoog.
Leg stof onder de naaivoet achter de naald.
Laat de naaivoet zakken.
Duw het voetpedaal in om te beginnen met naaien.
Let op: Als u begint te naaien in het midden van de stof, leg de stof dan op het punt waar u wilt beginnen met naaien.
Het einde van de deksteeknaad vastzetten
Het is niet mogelijk om van de stof af te naaien na het naaien van een deksteek, omdat de naad dan uitrafelt wanneer de
grijperdraad uit wordt getrokken na het naaien. Zet daarom het naaduiteinde op de volgende manier vast.
Als u door naait tot aan de rand van de stof
1. Scheid de draaduiteinden.
2. Knoop eerst de bovendraden (2 of 3 draden) aan elkaar.
3. Knoop deze draden vast aan de grijperdraden.
Knip extra draden af.
1
2
3
50
5 Steken en naaitechnieken