Waarschuwingen
Mogelijke bijwerkingen
Bij gebruik van een hoortoestel en oorstukjes kan de productie van oorsmeer toenemen.
De anti-allergene materialen in hoortoestellen kunnen in zeldzame gevallen huidirritatie
of andere bijwerkingen veroorzaken.
Raadpleeg een arts als één van deze bijwerkingen optreedt.
Storing
Uw hoortoestel is grondig getest op storing, volgens de strengste internationale normen. Er kan
echter onvoorziene storing optreden tussen het hoortoestel en andere apparaten (bijvoorbeeld
sommige mobiele telefoons, zendapparatuur, alarmsystemen in winkels en andere apparaten).
Probeer in dat geval de afstand tussen het hoortoestel en de storende apparatuur te vergroten.
Aansluiting op externe apparatuur
De veiligheid van het hoortoestel wanneer het is aangesloten op externe apparatuur (met de
AUX-inputkabel, met de USB-kabel of rechtstreeks) wordt bepaald door de externe apparatuur.
Wanneer het is aangesloten op apparatuur met netvoeding, moet deze apparatuur voldoen aan
IEC60065, IEC-60950 of gelijkwaardige veiligheidsvoorschriften.
12
Eerste gebruik van het toestel
Een hooroplossing is een elektronisch apparaat dat op speciale batterijen werkt.
Plaats voor het eerste gebruik een nieuwe batterij in de batterijlade.
Na het sluiten van de batterijlade start het systeem op. Het duurt een paar seconden
voor u iets hoort. U hoort een muziekje tijdens het opstarten.
U kunt het hoortoestel meteen indoen na het sluiten van de batterijlade.
Uw hoortoestel kan voorzien zijn van SmartFit Trainer, een visuele ondersteuning voor
het inbrengen van het oorstukje. Als SmartFit Trainer geactiveerd is, hoort u tijdens het
opstarten een reeks tonen die maximaal 20 seconden kunnen duren.
Als u het hoortoestel in de hand houdt tijdens het inschakelen, kan een fluittoon
ontstaan. Deze toon stopt als u het toestel goed in het oor geplaatst hebt.
13