Inzetten van een toestel met oorstukje
1. Plaats de tuit van het oorstukje onder een lichte
draaibeweging in de gehoorgang en let hierbij op dat het
bovenste puntje van het oorstukje (A) achter en onder de
plooi (B) zit.
2. Trek uw oor iets naar boven en druk het oorstukje zachtjes
in de gehoorgang.
3. Zodra het oorstukje goed in het oor zit, pakt u de onderkant
van het toestel en plaatst u het voorzichtig achter het oor
en schuift u het over de bovenkant van het oor.
1
B
A
2
3
20
Inzetten van een toestel met oorstukje
en SmartFit Trainer
Uw toestel kan voorzien zijn van SmartFit Trainer, een controlehulpmiddel voor het
inbrengen van het oorstukje.
De LED-indicatie blijft maximaal 20 seconden aan terwijl het systeem de plaatsing van
het oorstukje en de plaatsing controleert. Als het oorstukje NIET correct is ingebracht,
zal de LED snel knipperen.
Als de LED snel knippert, zet het toestel dan uit en weer aan en breng het oorstukje
opnieuw in.
Het is mogelijk dat het oorstukje niet ingebracht kan worden zonder dat de LED snel
gaat knipperen. Dit geeft aan dat het oorstukje mogelijk vervangen moet worden.
Uw hoorzorg professional kan SmartFit Trainer in- of uitschakelen.
21