Storingen verhelpen
11 Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhel-
pen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de
klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
▶
het apparaat uitvoeren.
Bel de servicedienst als het apparaat defect is.
▶
→ "Servicedienst", Pagina 24
11.1 Functiestoringen
Storing
In de keuken ruikt het
naar gas.
Apparaat werkt niet.
Brandervlammen zijn
groot of instabiel.
Brander ontsteekt
niet.
Brander gaat na het
ontsteken direct uit.
Oorzaak en probleemoplossing
Aansluiting van de gasfles is ondicht.
Ventileer de ruimte.
1.
Controleer de aansluiting van de gasfles.
2.
Gasleiding naar het apparaat is ondicht.
Ventileer de ruimte.
1.
Neem contact op met de gasleverancier.
2.
Netstekker van de stroomkabel is niet ingestoken.
Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
▶
De zekering in de zekeringenkast is in werking getreden.
Controleer de zekering in de meterkast.
▶
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
▶
Het gas bereikt het apparaat met te hoge druk.
Schakel het apparaat uit.
1.
2.
Neem contact op met een gekwalificeerde installateur en laat deze de regelaar van de
gasfles of van de lpg-tank nakijken.
Tip: Om schade door te hoge druk te voorkomen, kunt u een overdrukbeveiliging installe-
ren, die de gastoevoer beperkt of scheidt als de regelaar van de gasfles of van de lpg-tank
uitvalt.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
De brander met een lucifer of een aansteker aansteken.
▶
→ "Apparaat handmatig ontsteken", Pagina 21
Branderonderdelen zijn verkeerd gepositioneerd.
Plaats de branderonderdelen precies en recht.
1.
Zorg ervoor dat de vergrendelingsstukken in de uitsparingen vastklikken.
2.
Branderonderdelen zijn nat.
Droog de branderonderdelen zorgvuldig.
▶
Tussen de ontstekingskaars en de brander bevinden zich voedingsresten of verontreinigin-
gen.
Reinig de tussenruimte tussen ontstekingskaars en brander.
▶
Veiligheidsventiel van de gasleiding is gesloten.
Open het veiligheidsventiel van de gasleiding.
▶
Gasfles is leeg.
U dient de gasfles te vervangen.
▶
Bedieningsknop niet voldoende lang ingedrukt.
Houd de bedieningsknop na het ontsteken enkele seconden ingedrukt.
1.
Druk de bedieningsknop stevig in.
2.
Openingen aan de brander zijn verontreinigd.
Openingen aan de brander schoonmaken en drogen.
▶
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag repa-
▶
raties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
▶
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Wanneer de netaansluitkabel of de apparaataan-
▶
sluitkabel van dit apparaat beschadigd raakt, moet
deze worden vervangen door een speciale netaan-
sluitkabel of speciale apparaataansluitkabel die ver-
krijgbaar is bij de fabrikant of de klantenservice.
Storingen verhelpen nl
23