Gewicht: .....................................................0,2 kg
5. Vóór inbedrijfstelling
Batterijen plaatsen/wisselen (afb. 3 / pos 4)
•
Plaats als volgt 2x 1,5 V, type AA (LR6) bat-
terijen
•
Druk de vergrendeling (a) naar beneden om
het deksel van het batterijvak (4) te openen
•
Plaats de batterijen en zorg voor de juiste
polariteit
•
Sluit het deksel van het batterijvak (4) en laat
de vergrendeling (a) vastklikken
•
De laadstatus van de batterij wordt weerge-
geven op het display (5) als positie (f). Zie
afbeelding 2.
6. Bediening
Opmerking!
Meetwijdte en meetnauwkeurigheid kunnen wor-
den beïnvloed door externe factoren, bijv. zonlicht
of door een slechte refl ectiegraad. Dit beïnvloedt
het meetresultaat.
6.1 Meetapparaat in-/uitschakelen (afb. 1 /
pos. 3)
Druk kort op de aan-/meetschakelaar (3) om het
meetapparaat in te schakelen.
Na ca. 1 minuut niet-gebruiken schakelt het ap-
paraat automatisch uit.
6.2 Temperatuureenheid instellen (afb. 1-2 /
pos. 10)
U kunt kiezen tussen 2 temperatuureenheden:
•
Celsius (°C)
•
Fahrenheit (°F)
De standaardinstelling is Celsius (°C). Druk op de
toets °C/°F (10) om dit te wijzigen
6.3 LASER activeren / deactiveren (afb. 1-2 /
pos. 7)
U kunt de LASER-punt als visueel hulpmiddel in-
of uitschakelen.
De LASER-punt is standaard ingeschakeld.
Druk op de toets LASER (7) om de punt uit of
weer in te schakelen
6.4 Instelling maximumtemperatuur (afb. 4)
U kunt een grenswaarde instellen als maximum-
temperatuur.
Om de grenswaarde in te stellen gaat u als volgt
te werk:
•
Druk in de meetmodus 1x op toets SET (6).
Anl_TC_IT_550_SPK13.indb 40
Anl_TC_IT_550_SPK13.indb 40
NL
•
Stel de gewenste waarde in met de pijltoet-
sen (8+9).
•
Druk 3x op toets SET (6) om terug te keren
naar de meetmodus.
De info-LED (11) brandt groen als de waarde on-
der de grenswaarde ligt.
De info-LED (11) brandt rood als de waarde wordt
overschreden.
Op het display (5) verschijnt bij positie (a) boven-
dien 'Hi'. (zie afbeelding 2).
6.5 Instelling minimumtemperatuur (afb. 5)
U kunt een grenswaarde instellen als minimum-
temperatuur.
Om de grenswaarde in te stellen gaat u als volgt
te werk:
•
Druk in de meetmodus 2x op toets SET (6).
•
Stel de gewenste waarde in met de pijltoet-
sen (8+9).
•
Druk 2x op toets SET (6) om terug te keren
naar de meetmodus.
De info-LED (11) brandt groen als de waarde bo-
ven de grenswaarde ligt.
De info-LED (11) brandt blauw als de waarde on-
der de grenswaarde komt.
Op het display (5) verschijnt bij positie (a) boven-
dien 'Low'. (zie afbeelding 2).
6.6 Instelling emissiegraad ℇ (afb. 6)
Objecten hebben, afhankelijk van hun kleur en
textuur, verschillende niveaus van warmtestraling.
De emissiegraad ℇ geeft de warmtestraling van
een object aan.
Deze waarde ligt tussen 0 (geen straling) en 1
(100% straling).
Om optimale waarden te behalen, kan deze
waarde worden aangepast afhankelijk van het
materiaal. U kunt kiezen tussen 3 waarden op het
apparaat (0,75 / 0,85 / 0,95). Ga als volgt te werk:
•
Druk in de meetmodus 3x op toets SET (6)
•
Kies een waarde volgens de onderstaande
tabel met de pijltoetsen (8+9)
•
Druk 1x op toets SET (6) om terug te keren
naar de meetmodus.
- 40 -
05.12.2024 10:43:52
05.12.2024 10:43:52