BEELDGROOTTE EN BEELDKWALITEIT
Verandering van de beeldgrootte is van invloed op het aantal
pixels in de opname. Hoe groter het beeld, des te groter is het
bestand. Kies de beeldgrootte op basis van het beoogde
gebruiksdoel van het beeld - kleine beelden zijn vooral bruik-
baar voor internet-toepassingen, terwijl grotere formaten
meer geschikt zijn voor bijvoorbeeld kwaliteitsafdrukken.
De beeldkwaliteit wordt bepaald door de sterkte van de compressie, maar heeft geen gevolgen voor
het aantal pixels in het beeld. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te lager is de compressie en des te gro-
ter is het beeldbestand. Is economisch ruimtegebruik op de kaart van groot belang, gebruik dan de
economy stand. De standaardinstelling is voor normaal gebruik voldoende.
Bestandsformaten veranderen met de beeldkwaliteitsinstelling. Opnamen met fijn, standaard en eco-
nomy worden opgeslagen als JPEG-bestand. Fijn, standaard en economy bestanden kunnen als kleu-
ren- of zwartwit-opnamen worden opgeslagen (blz. 46).
De kwaliteit en beeldgrootte moeten voor de opname worden gekozen. Veranderingen zijn te zien op
de LCD-monitor. Beeldgrootte en -kwaliteit moeten handmatig worden ingesteld. Beeldgrootte en kwa-
liteit worden ingesteld in het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34).
FINE
Fine - hoogste beeldkwaliteit. (JPEG)
STD.
Standard - standaardinstelling. (JPEG)
ECON.
Economy - kleinste beeldbestanden (JPEG)
Aantal pixels
LCD-monitor
(hor. x vert.)
1600
1600 x 1200
1280
1280 x 960
640
640 x 480
43