Inhoudsopgave
Advertenties
Riemspanning controleren / instellen
Na een riemvervanging moet de span-
A
ning van de tandriem gecontroleerd en
ingesteld worden.
- Bij het instellen van de riemspanning
moet een voorspanningscontroleap-
paraat worden gebruikt.
Voorgeschreven waarden van de riems-
panning:
- Generator 17KVA:
- doorbuigkracht min: 101,4N
- doorbuigkracht max: 110,6N
- doorbuiging van de riem: ca. 9,9mm
- Generator 20KVA:
- doorbuigkracht min: 72,4N
- doorbuigkracht max: 79,0N
- doorbuiging van de riem: ca. 5,4mm
- Generator 28KVA:
- doorbuigkracht min: 92,2N
- doorbuigkracht max: 100,5N
- doorbuiging van de riem: ca. 5,4mm
Indien nodig de riemspanning instel-
len:
- De riem m.b.v. de spanschroef (B) in-
stellen op de correcte waarde.
- Beide contramoeren (A) weer vastdra-
aien.
Meer aanwijzingen over het controleren
A
van de spanning vindt u in de hand-
leiding van uw voorspanningscontrole-
apparaat!
Een voorspanningscontroleapparaat
A
kan worden besteld als Dynapac-onder-
deel!
Artikelnummer op aanvraag.
F 8.1 10
doorbuiging
(aflezen van
onder naar boven)
rubberen ring
afwijking
(aflezen van
onder naar boven)
riemdoorbuiging
Exact onder de ring aflezen. Voordat u de spanningsmeter
opnieuw gebruikt, schuift u de ring weer omlaag.
Riemenspann.jpg
B
B
Riemenspann.jpg
doorbuiging
A
A
A
Advertenties
Inhoudsopgave
