Inhoudsopgave
Advertenties
Aandrijfriemen (V-riem)
Controle van de riemspanning
De spanning van elke riem moet worden
gecontroleerd met een voorspannings-
meetapparaat.
Voorgeschreven spanning:
- bij de oorspronkelijke montage: 550N
- na de inloopperiode /
na het onderhoudsinterval: 400N
Aanwijzingen voor het controleren van
A
de spanning vindt u in de handleiding van uw voorspanningsmeetapparaat!
U kunt een voorspanningsmeetapparaat bestellen onder artikelnummer 532.000.45!
A
Riemspanning instellen
- Bevestigingsschroef (A) losmaken zo-
dat
de spanrolhouder (B) op de nulstand
(schaal (C) = 0°) komt te staan.
- Om de spanvoorziening te verstellen,
de desbetreffende moer (D) of contra-
moer (E) losdraaien resp. draaien tot
de spanrol tegen de ontspannen bo-
venste riem ligt.
- Spanrolhouder (B) draaien ten opzich-
te van de bovenste riem om de correc-
te spanning in te stellen (schaal (C) =
15°).
- Bevestigingsschroef (A) weer vastdra-
aien.
- De eerder losgedraaide moer (D) of
(E) weer vastdraaien.
De riemen vervangen
- De riemspanning op het afstelmecha-
nisme zodanig verminderen dat de
riem uit de schijf kan worden gehaald.
- De nieuwe riem plaatsen en opnieuw
de spanning afstellen.
De riemen altijd set voor set vervangen!
A
F 8.1 8
Riemensp.tif
A
C
B
Generator_belt.wmf/Generator_spann.wmf
E
D
Advertenties
Inhoudsopgave
