Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Atlas Copco Dynapac Svedala Demag DF 115 C 35 Bedienings- En Onderhoudshandleiding
Atlas Copco Dynapac Svedala Demag DF 115 C 35 Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Atlas Copco Dynapac Svedala Demag DF 115 C 35 Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Asfaltafwerk-machine
Inhoudsopgave

Advertenties

BEDIENING
&
ONDERHOUD
Asfaltafwerk-machine
Svedala Demag
DF 115 C
DF 135 C
Type 35
Voor later gebruik bewaren in het documentenvak
Ordernr. van dit handboek: D900981366
01-0107
35
.........................

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Atlas Copco Dynapac Svedala Demag DF 115 C 35

  • Pagina 1 BEDIENING & ONDERHOUD Asfaltafwerk-machine Svedala Demag DF 115 C DF 135 C Type 35 Voor later gebruik bewaren in het documentenvak Ordernr. van dit handboek: D900981366 01-0107 ......
  • Pagina 2: Uitsluitend Originele Vervangingsonderdelen Alles Uit Één Hand

    Uitsluitend originele vervangingsonderdelen Alles uit één hand Uwerkende Dynapac-handelaar:...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Voorwoord ................1 Algemene veiligheidsvoorschriften ............2 Wetten, richtlijnen en voorschriften om ongevallen te voorkomen ..... 2 Waarschuwingen ..................2 Verboden ....................4 Beschermende uitrusting ................5 Milieubescherming ..................6 Brandpreventie ................... 6 Verdere instructies ..................7 Gebruik volgens het bestemde doel ........1 Beschrijving van de machine ..........
  • Pagina 4 EN-normen ....................21 Continu geluidsniveau DF115C, Deutz TCD 2013L46 ......21 Bedrijfsomstandigheden tijdens de metingen .......... 21 Posities van de meetpunten ..............21 Continu geluidsniveau DF135C, Deutz TCD 2013L06 ......22 Bedrijfsomstandigheden tijdens de metingen .......... 22 Posities van de meetpunten ..............22 Op het hele lichaam inwerkende vibraties ..........
  • Pagina 5 D2.0 Bediening ................. 1 Bediening van de invoer- en weergaveterminal ......... 1 Verdeling van het toetsenbord bij de display ......... 1 Menubediening ..................2 Opbouw van het menu bij de instellings- en de displayopties ....3 Hoofdmenu 00 ..................4 Display- en functiemenu ................
  • Pagina 6 D3.1 Bedrijf ..................1 Bedieningselementen op de machine ............1 Accu's (71) ..................... 1 Accu-hoofdschakelaar (72) ..............1 Hoppervergrendelingen (73) ..............2 Mechanische balktransportborging (links en rechts onder de bestuurdersstoel) (74) ............... 3 Stoelvergrendeling (achter de bestuurdersstoel) (75) ......3 Sproei-installatie voor oplosmiddel (80) (o) ...........
  • Pagina 7 D4.1 Bedrijf ..................1 Bedrijf voorbereiden ................... 1 Benodigde apparaten en hulpmiddelen ..........1 Voor het begin van het werk ('s morgens of bij het begin van een nieuw inbouwtraject) ....1 Checklist voor de machinebestuurder ........... 2 Machine starten ..................4 Voor het starten van de machine ............
  • Pagina 8 Instellen en ombouwen ............1 Speciale veiligheidsvoorschriften ............... 1 Verdeelworm ....................2 Hoogte-instelling ..................2 Bij vast gemonteerde wormbalk ..............2 Bij mechanische instelling met ratel (optioneel) ......... 3 Bij hydraulische instelling (optie) ..............3 Wormverbreding bij wormtype I ..............5 Verbredingsdelen monteren ...............
  • Pagina 9 F5.1 Onderhoud - motoronderdelen ..........1 Onderhoud - motoronderdelen ..............1 Onderhoudsintervallen ................2 Onderhoudspunten ..................4 Brandstoftank motor (1) ................. 4 Smeeroliesysteem van de motor (2) ............5 Motorbrandstofsysteem (3) ..............7 Luchtfilter van de motor (4) ..............9 Koelsysteem van de motor (5) .............
  • Pagina 10 F8.1 Onderhoud - elektronica ............1 Onderhoud - elektronica ................1 Onderhoudsintervallen ................2 Onderhoudspunten ..................5 Accu's (1) ....................5 Generator (2) ..................6 Riemspanning instellen ................8 Riem vervangen ..................9 Riemspanning controleren / instellen ............. 9 Riemspanning controleren / instellen ........... 10 Indien nodig de riemspanning instellen: ..........
  • Pagina 11: Voorwoord

    V Voorwoord Voor een veilig gebruik van de machine is informatie nodig die in deze gebruiksaan- wijzing wordt gegeven. De informatie is kort en overzichtelijk weergegeven. De hoofdstukken zijn op letter gerangschikt. Elk hoofstuk begint met pagina 1. De pagi- na-aanduiding bestaat uit een letter die het hoofdstuk aangeeft en een paginanum- mer.
  • Pagina 12: Algemene Veiligheidsvoorschriften

    Algemene veiligheidsvoorschriften Wetten, richtlijnen en voorschriften om ongevallen te voorkomen De ter plaatse geldende wetten, richtlijnen en voorschriften om ongevallen te voorko- men moeten ook worden opgevolgd als daar niet nadrukkelijk de aandacht op wordt gevestigd. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het opvolgen en uitvoeren van de voor- schriften en maatregelen die hieruit voortvloeien! De volgende waarschuwingen, verboden en aanwijzingen geven gevaren aan die vanwege het in bedrijf stellen van de machine bedreigend zijn voor mensen, de ma-...
  • Pagina 13 Let op, gevaar voor verwondingen aan de handen! Let op, hete oppervlakken of hete vloeistoffen! Let op, valgevaar! Let op, gevaarlijke accu's! Let op, stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid of een irrite- rend effect hebben! Let op, brandgevaarlijke stoffen! Let op, gasflessen!
  • Pagina 14: Verboden

    Verboden Verboden open te maken / erop te stappen / erin te grijpen / uit te voeren / af te stellen tijdens het bedrijf, of tijdens de werking van de aandrijfmotor! Start de motor/aandrijving niet! Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen bij een stilstaande dieselmotor worden uitgevoerd! Verboden met water te besproeien! Verboden met water te blussen!
  • Pagina 15: Beschermende Uitrusting

    Beschermende uitrusting De geldige plaatselijke voorschriften kunnen het dragen van verschillende bescher- mingshulpmiddelen verplicht stellen! Houdt u aan deze voorschriften! Draag een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen! Draag een geschikte hoofdbeschermer! Gebruik om uw gehoor te beschermen geschikte gehoorbescher- ming! Draag veiligheidsschoenen om uw voeten te beschermen! Draag altijd strakke werkkleding die nauw aansluit op het lichaam!
  • Pagina 16: Milieubescherming

    Milieubescherming De ter plaatse geldende wetten, richtlijnen en voorschriften voor hergebruik en on- schadelijk maken van afval moeten ook worden opgevolgd als daar niet nadrukkelijk de aandacht op wordt gevestigd. Stoffen die het water vervuilen bij reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamhe- den, bijv.
  • Pagina 17: Verdere Instructies

    Verdere instructies Neem de documentatie van de fabrikant en andere documentatie in acht! bijv. de onderhoudsvoorschriften van de fabrikant van de motor Beschrijving / afbeelding in het geval van een uitvoering met gas- verwarming! Beschrijving / afbeelding in het geval van een uitvoering met elektri- sche verwarming!
  • Pagina 19: A Gebruik Volgens Het Bestemde Doel

    A Gebruik volgens het bestemde doel De Dynapac “Richtlijn voor het gebruik van asfaltafwerkmachines volgens het be- stemde doel en volgens de voorschriften” wordt meegeleverd bij deze machine. De richtlijn is onderdeel van deze gebruiksaanwijzing en dient beslist opgevolgd te wor- den.
  • Pagina 21: B Beschrijving Van De Machine

    B Beschrijving van de machine Toepassing De Svedala Demag DF 115C / DF 135 C is een met rupsrijwerk uitgeruste machine voor het aanbrengen van asfaltmengsel, wals- en mager beton, spoorwegballast en niet-gebonden mineraalmengsels voor bestratingen. 635_ISO_DEM.bmp...
  • Pagina 22: Module- En Functiebeschrijving

    Module- en functiebeschrijving 635_ISO_DEM.bmp Pos. Omschrijving Hopperbak Duwrollen voor bevestiging aan vrachtwagen Buis voor peilstaaf (richtingaanwijzer) en sleepschoenbevestiging Kettingloopwerk Nivelleercilinder voor inbouwdikte Trekrol Draag-trekbalk Indicatie van de inbouwdikte Draagbalk Rijaandrijving van het kettingloopwerk Worm Balk Bedieningsbordes Bedieningspaneel (verschuifbaar) Cabinedak Schijnwerper Wegdekreiniger Hydraulische voorste hopperklep Afzuiging asfaltdampen...
  • Pagina 23: Machine

    Machine Constructie De asfaltafwerkmachine bestaat uit een frame van gelast staal waarop de afzonder- lijke modules zijn gemonteerd. De kettingloopwerken effenen de bodem en garanderen door de ophanging van de inbouwbalk een bijzondere inbouwnauwkeurigheid. Met de traploze hydrostatische rijaandrijving kan de snelheid van de machine worden aangepast aan de omstandigheden.
  • Pagina 24 Rijaandrijving: De traploos instelbare rijaandrijvingspompen zijn via hydraulische hogedrukslangen verbonden met de rijaandrijvingsmotoren. Deze oliemotoren drijven de loopwerkkettingen aan via planeetdrijfwerken die in de aandrijfwielen van de loopwerken liggen. Besturing/bedieningsbordes: De onafhankelijke, hydrostatische rijaandrijving maakt draaien op de plaats mogelijk. De elektronische synchronisatie zorgt voor een exacte rechtuitloop;...
  • Pagina 25 Nivelleersysteem/dwarshellingregeling: Met de dwarshellingregeling (optie) kan het trekpunt links/rechts worden geregeld met een gedefinieerd verschil t.o.v. de te- genoverliggende zijde. Voor bepaling van de werkelijke waarde zijn de twee trekbalken onderling verbonden door middel van een dwarshelling-stangenconstructie. De dwarshellingregeling werkt altijd in combinatie met de balkhoogte-instelling op de tegenoverliggende zijde.
  • Pagina 26: Gevarenzones

    Gevarenzones Bij normaal gebruik van de machine op dit werkgebied bestaat het gevaar om naar binnen gezogen te worden of bekneld te raken als gevolg van draaiende, hijsende of bewegende onderdelen.
  • Pagina 27: Veiligheidsvoorzieningen

    Veiligheidsvoorzieningen Veilig werken is alleen mogelijk wanneer de bedienings- en veiligheidsvoorzieningen foutloos werken en de beveiligingen volgens de voorschriften zijn aangebracht. De werking van deze voorzieningen moet regelmatig worden gecontroleerd (zie hoofdstuk D, paragraaf 2.1). Noodstopknoppen - op het bedieningspaneel - op beide hoekbedieningen (optioneel) F0005_A1.EPS Door indrukken van de noodstopknop worden de motor, aandrijvingen en besturing...
  • Pagina 28: Hoofdschakelaar (17)

    Hoofdschakelaar (17) Mainswitch.tif/Mainswitch_SK.eps Hoppervergrendelingen (18) Hopperlock2.tif/Hopperlock_SK.eps Balktransportborging (19) F0083_A1.TIF Vergrendeling voor het cabinedak (20) F121Cb.Tif...
  • Pagina 29 635_side_DEM.bmp/Feuerlöscher.bmp Pos. Omschrijving 25 Brandblusapparaat 26 Motorommantelingen 27 Zijkleppen 28 Loopplank 29 Balkafdekkingen 30 Waarschuwingsknipperlicht balk 31 Wormafdekkingen Overige uitrusting: - onderlegblokken - gevarendriehoek - EHBO-trommel...
  • Pagina 30: Technische Gegevens Standaarduitvoering

    Technische gegevens standaarduitvoering Afmetingen (alle maten in mm) 1962 2900 6505* 1990 2550 3390 *EB 51 635_side_DEM.bmp,635_front_DEM.bmp Zie voor de technische gegevens van de betreffende balk de bedrijfshandleiding van de balk. B 10...
  • Pagina 31: Toegestane Stijgings- En Hellingshoek

    Toegestane stijgings- en hellingshoek max 15° max 15° max 15° 635_side_DEM.bmp,635_front_DEM.bmp Voordat de machine wordt gebruikt in een schuine stand (hellingen omhoog/omlaag, zijdelingse neiging) die groter is dan de vermelde waarde, dient men overleg te ple- gen met de klantenservice over uw machine! Toegestane inrijhoek max 14°...
  • Pagina 32: Gewichten Df 115 C (Alle Gegevens In T)

    Gewichten DF 115 C (alle gegevens in t) Machine zonder balk ca.16,3 Machine met balk: - EB51 ca.18,2 Met aanbouwdelen voor max. werkbreedte ca. 1,4 extra max. Met volle bak ca. 13,0 extra max. Gewichten van de balken en de balkonderdelen, zie de gebruiksaanwijzing van de balken.
  • Pagina 33: Vermogengegevens Df 115 C

    Vermogengegevens DF 115 C EB 51 2,55 2,00 5,10 8,10 EB 51+ 2,55 2,00 5,10 EB 60 3,00 2,45 6,00 8,20 EB 60+ 3,00 2,45 6,00 Transportsnelheid 0 - 4,5 km/h Werksnelheid 0 - 23 m/min Inbouwdikte 0 - 300 Max.
  • Pagina 34: Vermogengegevens Df 135 C

    Vermogengegevens DF 135 C EB 51 2,55 2,00 5,10 8,80 EB 51+ 2,55 2,00 5,10 EB 60 3,00 2,45 6,00 9,00 EB 60+ 3,00 2,45 6,00 SB 30 3,00 9,00 Transportsnelheid 0 - 4,5 km/h Werksnelheid 0 - 23 m/min Inbouwdikte 0 - 300 Max.
  • Pagina 35: Rijaandrijving/Loopwerk

    Rijaandrijving/loopwerk Aandrijving Hydrostatische aandrijving, traploos regelbaar Twee afzonderlijk aangedreven rupsbanden met Loopwerk rubbernop-aandrijfkettingen Draaimogelijkheid Draaien op de plaats Snelheid zie boven Motor DF 115 C Merk/type Deutz TCD 2013 L04 2V Uitvoering 4-cil. dieselmotor (watergekoeld) Vermogen 116 KW / 158 LE (bij 2100 1/min) Brandstoftank - inhoud (zie hoofdstuk F) 5.10...
  • Pagina 36: Hopperbak (Hopper)

    5.12 Hopperbak (hopper) Capaciteit ca. 6,0 m = ca. 13,0 t Min. aanvoerhoogte, midden 520 mm Min. aanvoerhoogte, buiten 605 mm 5.13 Mengseltransporteurs Lattentransportkettingen Links en rechts afzonderlijk schakelbaar Aandrijving Hydrostatisch, traploos regelbaar Regeling transporthoeveelheid Volautomatisch, via instelbare schakelpunten 5.14 Mengselverdeling Verdeelwormen Links en rechts afzonderlijk schakelbaar...
  • Pagina 37: Balkhefvoorziening

    5.15 Balkhefvoorziening Bij stilstand: - balkstop - balkstop met voorspanning (max. druk 50 bar) Speciale functies Bij het inbouwen: - balkbelasting - balkontlasting (max. druk 50 bar) Mechanische niveausensor Nivelleersysteem Optionele systemen met en zonder dwarshellingregeling 5.16 Elektrische installatie Spanning 24 V Accu's 2 x 12 V, 100 Ah...
  • Pagina 38: Aanduidingspunten Voor Typeplaatjes

    Aanduidingspunten voor typeplaatjes B 18...
  • Pagina 39 Pos. Omschrijving Bordje „Vulopening diesel“ * Bordje „Vulopening motorolie“ * Bordje „Gebruiksaanwijzing“ Waarschuwingsbordje „Beknellingsgevaar!“ ** Bordje „Borg- en aanslagpunten voor verlading met kraan“ ** Typeplaatje machine Bordje „CE + geluidsniveau“ (O) Waarschuwingsbordje „Ventilatorgevaar!“ Waarschuwingsbord „Heet oppervlak!“ Bordje „Verboden met water te besproeien“ Waarschuwingsbordje „Gebruiksaanwijzing in acht nemen!“...
  • Pagina 40: Typeplaatje Machine (6)

    Typeplaatje machine (6) Fertiger3.tif Pos. Omschrijving Machinetype Bouwjaar Serienummer van de machineserie Maximaal toegelaten bedrijfsgewicht incl. alle aanbouwdelen in kg Maximaal toegelaten asbelasting van de vooras in kg Maximaal toegelaten asbelasting van de achteras in kg Nominale vermogen in kW Productidentificatienummer (PIN) Het ingestanste voertuigidentificatienummer op de machine moet overeenkomen met het productidentificatienummer (8).
  • Pagina 41: En-Normen

    EN-normen Continu geluidsniveau DF115C, Deutz TCD 2013L46 Bij deze machine is het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen verplicht. Het ge- luidsniveau bij het oor van de bestuurder kan sterk variëren afhankelijk van het in- bouwmateriaal en kan hoger worden dan 85 dB(A). Zonder gehoorbescherming kan er gehoorbeschadiging optreden.
  • Pagina 42: Continu Geluidsniveau Df135C, Deutz Tcd 2013L06

    Continu geluidsniveau DF135C, Deutz TCD 2013L06 Bij deze machine is het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen verplicht. Het ge- luidsniveau bij het oor van de bestuurder kan sterk variëren afhankelijk van het in- bouwmateriaal en kan hoger worden dan 85 dB(A). Zonder gehoorbescherming kan er gehoorbeschadiging optreden.
  • Pagina 43: Op Het Hele Lichaam Inwerkende Vibraties

    Op het hele lichaam inwerkende vibraties Bij gebruik volgens het bestemde doel worden de gewogen effectieve waarden van de versnelling op de bestuurdersplaats van a = 0,5 m/s zoals bedoeld in het ont- werp van prEN 1032-1995, niet overschreden. Op hand en arm inwerkende vibraties Bij gebruik volgens het bestemde doel worden de gewogen effectieve waarden van de versnelling op de bestuurdersplaats van a = 2,5 m/s...
  • Pagina 45: C1.1 Transport

    C 1.1 Transport Veiligheidsvoorschriften voor het transport Bij ondeskundige voorbereiding van de machine en de balk en bij ondeskundig trans- port bestaat er ongevalgevaar! De machine en de balk demonteren tot de basisbreedte. Alle uitstekende onderdelen (nivelleerautomatie, wormeindschakelaar, zijplaten etc.) demonteren. Bij transporten met speciale vergunning deze onderdelen borgen! Hopperwanden sluiten en hoppervergrendelingen bevestigen.
  • Pagina 46: Transport Met Dieplader

    Transport met dieplader De machine en de balk tot de basisbreedte demonteren, eventueel ook de zijplaten demonteren. De maximale inrijhoek staat beschreven in het hoofdstuk „Technische gegevens“! Voorbereidingen - De machine rijklaar maken (zie hoofdstuk D). - Alle uitstekende of losse onderdelen van de machine en de balk demonteren (zie ook de bedrijfshandleiding van de afwerkbalk.
  • Pagina 47 Handeling Rijrichting Knoppen - Uitschakeling van de vergrendeling - Sluit de hopperhelften. - Plaats beide transportzekeringen van de hopper. - Hijs de balk omhoog. - Plaats de balktransportborgen. - Draai de voorkeuzeregelaar op nul. - Beweeg de rijhendel naar voren. - De nivelleerwalsen bevinden zich in geheel uitgeschoven positie.
  • Pagina 48: Op De Dieplader Rijden

    Op de dieplader rijden Ervoor zorgen dat er zich geen personen in de gevarenzone bevinden bij het laden. weerbestendi F0185_A1.TIF - Op de werksnelheid (schildpad) en met een laag motortoerental op de dieplader rij- den. - De balk omlaag zetten op de dieplader, er kanthouten onder leggen. - De machine uitschakelen.
  • Pagina 49: Machine Bevestigen Op De Dieplader

    Machine bevestigen op de dieplader: - Uitsluitend geschikte en goedgekeurde aanslagmiddelen gebruiken. - De vier bevestigingspunten (1,2) gebruiken. Afhankelijk van de uitrusting van de machine kunnen zich op het wormframe nog meer richtpunten (3) bevinden! - De uitlaatverlengpijp laten afkoelen, verwijderen en opbergen. Na het transport - Aanslagmiddelen verwijderen.
  • Pagina 50: Transport

    Transport De machine en de balk tot de basisbreedte demonteren, eventueel ook de zijplaten demonteren. Voorbereidingen - De machine rijklaar maken (zie hoofdstuk D). - Alle uitstekende of losse onderdelen van de machine en de balk demonteren (zie ook de bedrijfshandleiding van de afwerkbalk. De onderdelen veilig opbergen. Bij een optioneel gebruikte balk met gasverwarmingsin- stallatie: - Gasflessen van de balkverwarming verwijderen:...
  • Pagina 51 Handeling Rijrichting Knoppen - Uitschakeling van de vergrendeling - Sluit de hopperhelften. - Plaats beide transportzekeringen van de hopper. - Hijs de balk omhoog. - Plaats de balktransportborgen. - Draai de voorkeuzeregelaar op nul. - Beweeg de rijhendel naar voren. - De nivelleerwalsen bevinden zich in geheel uitgeschoven positie.
  • Pagina 52: Transportinstallatie

    Transportinstallatie Waarschuwing Aanduiding Aanduiding - Zet de snel/langzaam-schakelaar indien no- dig in de stand „Haas“. - Draai de voorkeuzeregelaar naar maximaal. - Doseer de snelheid met de rijhendel. Druk in noodsituaties op de noodstopschakelaar! C 1.1 8...
  • Pagina 53: Verladen Met Een Kraan

    Verladen met een kraan Uitsluitend hijsgereedschap met voldoende draagvermogen gebruiken. (Gewichten en afmetingen zie hoofdstuk B). F0185_A1.TIF Er zijn vier bevestigingspunten (1,2) beschikbaar om de machine met een kraan te verladen. - Het voertuig vergrendelen. - Transportborgingen vastzetten. - Machine en balk demonteren tot de basisbreedte. - Uitstekende en losse onderdelen en de gasflessen van de balkverwarming verwij- deren (zie hoofdstukken E en D).
  • Pagina 54: Wegslepen

    Wegslepen Alle benodigde voorzorgsmaatregelen treffen die gelden voor het wegslepen van zware bouwmachines. De trekker moet de asfaltafwerkmachine ook op hellingen veilig kunnen trekken. Uitsluitend hiertoe goedgekeurde sleepstangen gebruiken. Indien nodig de machine en de balk demonteren tot de basisbreedte. In de motorruimte (aan de linker kant) is een handpomp te vinden die in werking moet worden gesteld om de machine weg te kunnen slepen.
  • Pagina 55 - Contramoer (2) losdraaien, schroef- draadpen (3) zo ver mogelijk in de pomp schroeven, borgen met de con- tramoer. - De hendel (4) van de handpomp be- dienen tot er voldoende druk is opge- bouwd en de loopwerkremmen zijn gelost. - Hang de trekstang in de trekconstruc- tie van de bumper (5).
  • Pagina 56 Na het slepen de schroefdraadpen (3) enkele slagen losdraaien en borgen met de contramoer (2). Om het apparaat na de reparatie weer rijklaar te maken, moeten de hogedruk- patronen (1) weer geheel worden inge- schroefd. De loopwerkremmen zijn nu weer actief en de machine is beveiligd tegen weg- rollen.
  • Pagina 57: Vergrendeld Stallen

    Vergrendeld stallen Wanneer de machine wordt gestald op voor publiek toegankelijk terrein, moet de machine zodanig worden beveiligd dat onbevoegden of spelende kinderen geen schade kunnen aanrichten. - De contactsleutel en de hoofdschake- laar (1) verwijderen en meenemen - niet „verstoppen“ op de machine. De hoofdschakelaar (1) pas 15 secon- F0077/0078_A1.EPS den na het uitschakelen van de ontste-...
  • Pagina 59: D1.1 Bediening

    D1.1 Bediening Veiligheidsvoorschriften Door inwerkingstelling van motor, rijaandrijving, transporteur, worm, balk of hefvoor- zieningen kunnen personen gevaar lopen. Voor het starten nagaan of er niemand werkzaamheden uitvoert in of onder de ma- chine, of zich ophoudt in de gevarenzone van de machine! - De motor niet starten en geen bedieningselementen gebruiken indien deze zijn voorzien van een uitdrukkelijke waarschuwing dat ze niet gebruikt mogen worden! De bedieningselementen uitsluitend bedienen wanneer de motor loopt, tenzij an-...
  • Pagina 60: Bedieningsonderdelen

    Bedieningsonderdelen Bedieningspaneel Bedienpult_SPS_Kette_635_2.bmp,Element1_SPS_Kette_635.bmp,Element2_SPS_Kette_635.bmp,Element3_Kette_635.bmp D1.1 2...
  • Pagina 61 Algemene aanwijzingen voor de naleving van CE-bepalingen Alle vergrendelschakelaarfuncties die bij een dieselstart gevaren kunnen veroorza- ken (transportfunctie worm en transporteur), worden bij een NOODSTOP of bij her- start van de besturing in de STOP-functie gezet. Als er bij stilstaande dieselmotor instelwijzigingen worden aangebracht (“AUTO”...
  • Pagina 62 Element2_SPS_Kette_635.bmp D1.1 4...
  • Pagina 63 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Sleutelstanden: Contact en licht uit Contact aan Parkeer-/achterlicht, instrumentenverlichting, Contactslot en eventueel schijnwerpers lichtschakelaar Rijlicht Groot licht niet in gebruik Indrukken bij noodgevallen (personen in gevaar, dreigende botsing etc.)! Door indrukken van de noodstopknop worden de motor, aandrijvingen en besturing uitgeschakeld.
  • Pagina 64 Element2_SPS_Kette_635.bmp D1.1 6...
  • Pagina 65 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Inschakeling van machinefuncties en traploze instelling van de rijsnelheid - vooruit of achteruit. Middelste stand: starten mogelijk; motor in vrijlooptoerental; geen rijaandrijving; Trek om van richting te veranderen ring (9a) aan. Rijhendel Afhankelijk van de rijhendelstand worden de volgende func- (rijden) ties ingeschakeld: 1.
  • Pagina 66 Element1_SPS_Kette_635.wmf D1.1 8...
  • Pagina 67 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie: Links: linkerwand van de hopper openen Rechts: rechterwand van de hopper openen Hopperbak openen Als de bakken gelijktijdig hydraulisch worden bediend (1 klep), dan kan zowel de linker- als de rechterschakelaar worden ge- bruikt. Schakeltoetsfunctie: Links: linkerwand van de hopper sluiten Rechts: rechterwand van de hopper sluiten Hopperbak sluiten...
  • Pagina 68 Element1_SPS_Kette_635.wmf D1.1 10...
  • Pagina 69 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toetsen met vergrendelstand en LED-indicatie. Haas: transportsnelheid Rijaandrijving Schildpad: werksnelheid voor inbouw snel/langzaam Bij herstart zijn de toetsen op werksnelheid (schildpad) geschakeld. Toetsen met vergrendelstand en LED-indicatie. Bij herstart is de toets “rechtuit rijden” ingesteld. Normale stand voor rechtuit rijden. Rechtuit rijden Als de toets per ongeluk is ingeschakeld (en de bestu- ring (1) op rechtuit staat), rijdt de machine niet.
  • Pagina 70 Element1_SPSC.cdr D1.1 12...
  • Pagina 71 Pos. Omschrijving Korte beschrijving niet in gebruik Vibratie Bediening en gebruik als schakelaar (20) Toetsen met vergrendelstand en LED-indicatie Schakeling tussen twee schakelstanden. Stop: inschakelstand Worm Auto links/rechts Bij activering van de NOODSTOP en bij herstart wordt deze op STOP geschakeld. Toets 16 vergrendelt de transportfunctie.
  • Pagina 72 Element1_SPSC.cdr D1.1 14...
  • Pagina 73 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie. UIT-schakeling door opnieuw op de toets te drukken of door op toetsen 25 of 31 te drukken. 1. Wormtransport “HANDMATIG” Voorwaarde: toets 24 op “AUTO”. Wormtransport Met de toetsen van het toetsenblok links voor de bewe- “HANDMATIG”...
  • Pagina 74 Element1_SPSC.cdr D1.1 16...
  • Pagina 75 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie balk omhoogzetten Als de beweeghendel zich in de middelste stand bevindt, neemt het toerentaal van de motor bij bewe- ging automatisch toe! Toets met vergrendelstand en LED-indicatie balk om- laagzetten/balk „drijfstand“ Knop 16 bevindt zich in de „UIT“-stand. Balk drijfstand: indrukken schakelt LED AAN en de balk staat klaar voor de “drijfstand”, die wordt geactiveerd door de rijhen- del uit te zwenken (9).
  • Pagina 76 Element3_SPS_Kette_635.wmf/Leuchtmodul_SPS_Kette_635.bmp D1.1 18...
  • Pagina 77 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Terminal voor be- Voor het opvragen, instellen en opslaan van verschillende be- sturingsinstelling drijfsstanden en functies, en voor het weergeven van berich- en display ten met betrekking tot de machine en de motor. Normale indicatie tot 120 °C = 248 °F. Temperatuurindi- Bij hogere temperatuur de machine stoppen (rijhendel catie hydraulische...
  • Pagina 78 Element3_SPS_Kette_635.wmf/Leuchtmodul_SPS_Kette_635.bmp D1.1 20...
  • Pagina 79 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Dit lampje brandt als de waterafscheider van het brand- stofsysteem een te grote hoeveelheid water heeft geconsta- teerd. Om beschadiging aan de aandrijfmotor te voorkomen Waarschuwings- moet het afgescheiden water onmiddellijk worden af- lampje „Er zit water gevoerd op de manier die beschreven staat in de hand- in de brandstof“...
  • Pagina 80 Element3_SPS_Kette_635.wmf/Leuchtmodul_SPS_Kette_635.bmp D1.1 22...
  • Pagina 81 Benaming Korte beschrijving Brandt als de oliedruk te laag is. Zet onmiddellijk de motor af! Indicator van de olie- Voor andere mogelijke fouten zie motorhandleiding. druk van de diesel- motor (rood). De fout wordt ook gemeld door het lampje „Foutmel- ding“.
  • Pagina 82: Afstandsbesturing

    Afstandsbesturing Let op! Afstandsbesturing voorzien van noodstopschakelaar (O) niet afkoppelen als hij in bedrijf is! Dit leidt tot stilstand van de machine! D1.1 24...
  • Pagina 83 Benaming Korte beschrijving De functie en het gebruik zijn vergelijkbaar met noodscha- kelaarknop (7) op het bedieningspaneel. Noodstopknop (o) Belangrijk in gevaarlijke situaties die de chauffeur niet kan overzien. Claxon De functie is gelijk aan knop (30) op het bedieningspaneel. De functie en het gebruik zijn vergelijkbaar met knop (25) op het bedieningspaneel.
  • Pagina 84 Let op! Afstandsbesturing voorzien van noodstopschakelaar (O) niet afkoppelen als hij in bedrijf is! Dit leidt tot stilstand van de machine! D1.1 26...
  • Pagina 85 Benaming Korte beschrijving Worm De functie is gelijk aan knop (24) op het bedieningspaneel. Transportrichting van Afstellen van de transportrichting van de worm. de worm. Schakelaar (61) moet zich in de „auto“ stand bevinden. Transportcapaciteit Plus/minknoppen voor wijziging van de transportcapaciteit. van de worm en LED- Weergegeven door LED.
  • Pagina 86 Onderste gedeelte Remote_SPS_neu2.bmp Benaming Korte beschrijving Aansluiting voor de Hier kan de aansluitkabel van de hoogteaangever aange- automatische nivelle- sloten worden. ring Aansluiting voor de Hier kan de noodstandschakelaarskabel van het mengsel noodstandschake- aangesloten worden. laar van de worm Aansluitkabel van de Koppel deze aan de contactdoos op de balk afstandsbediening (Zie de gebruiksaanwijzing van de balk).
  • Pagina 87: D2.0 Bediening

    D 2.0 Bediening Bediening van de invoer- en weergaveterminal TDM.cdr Verdeling van het toetsenbord bij de display - (A) Encoder (Hantering en druk): - Bladeren door het menu - Selecteren van verschillende opties binnen het menu - Wijzigen van parameters - Bevestigen van gewijzigde parameters - (B), (C), (D) F1 - F3-toetsen: - Selecteren van functies die op de display verschijnen...
  • Pagina 88: Menubediening

    Menubediening TDM.cdr Bijvoorbeeld: Noodprogramma (401) - Draai net zolang aan de (A) Encoder totdat keuze-interface (1) verschijnt. - Draai opnieuw aan Encoder (A) totdat de keuze-interface bij de juiste menu-optie terechtkomt. - Druk op (A) Encoder of op (B) F2 voor het wijzigen van de geselecteerde menu- optie - Stel de gewenste waarde in door aan Encoder (A) te draaien.
  • Pagina 89: Opbouw Van Het Menu Bij De Instellings- En De Displayopties

    Opbouw van het menu bij de instellings- en de displayopties In onderstaande grafiek is de opbouw van het menu te zien die dient voor de vereen- voudigde bediening en procedures bij verschillende instellingen en displays. D 2.0 3...
  • Pagina 90: Hoofdmenu 00

    Hoofdmenu 00 Display- en functiemenu - Snelheid - inbouwmodus - Snelheid - transport (2) - Toerental motor (3) - Trajectmeter (4) - Brandstofverbruik (5) - Afstelmogelijkheid “Balk- stop met voorspanning“ (6) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_000.bmp - 0=A-functie inactief - 1=A-functie actief Bij een neutrale stand van de rijhendel blijft de balk met de juiste cilinderdruk in zijn oorspronkelijke positie waardoor kan worden voorkomen dat het ingebouwde mate- riaal verschuift.
  • Pagina 91: Menu 01 - Toerental Motor

    Menu 01 - toerental motor Menu voor het afstellen van het toerental van de motor (1) - Open het submenu: (F3) - Terug naar het hoofdmenu: (F1) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_001.bmp naar submenu 101 - Instel- len van het toerental van de motor - Opslaan, terug naar het hoofdmenu: (F3) - Ongedaan maken van ver-...
  • Pagina 92: Menu 02 - Meetwaarden Van De Aandrijfmotor

    Menu 02 - Meetwaarden van de aandrijfmotor Menu voor het opvragen van de verschillende meetwaar- den van de aandrijfmotor. - Open het submenu: (F3) - Terug naar het hoofdmenu: (F1) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_002.bmp naar submenu 103 - Weer- gave van meetwaarde Aan- drijfmotor Tonen onderstaande...
  • Pagina 93: Menu 03 - Afgelegde Weg En Brandstofniveau

    Menu 03 - Afgelegde weg en brandstofniveau Menu voor het opvragen van verschillende bedrijfsgegeve- - Open het submenu: (F3) - Terug naar het hoofdmenu: (F1) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_003.bmp Submenu 301 - Weergeven/ resetten van traject, brand- stofverbruik Weergeven van onderstaan- de bedrijfsgegevens: - Verbruikte brandstof (getelde waarde) (1) - Reset - de waarde terug-...
  • Pagina 94: Menu 04 - Noodfunctie / Stopzetten Van De Balk En Inschakelen Van De Stamper

    Menu 04 - Noodfunctie / stopzetten van de balk en inschakelen van de stam- Als de meting van de streef- waarde of de werkelijke waar- de uitvalt (bijv. defecte sensor of afstandsbediening) is de prestatie van de verschillen- de functies in te stellen met behulp van de automatische modus.
  • Pagina 95: Menu 05 - Inbouwdikte

    Menu 05 - Inbouwdikte Menu voor het instellen van de in te bouwen laag - Open het submenu: (F3) - Terug naar het hoofdmenu: (F1) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_005.bmp Submenu 501 - Selecteren van inbouwdikte Men kan uit drie vooraf inge- stelde inbouwdikten kiezen: - Deklaag: 3 parameters - Middenlaag: 2 parameters - Onderlaag: 1 parameter...
  • Pagina 96: Submenu 502 - Afstellen Van Het Toerental Van De Worm

    Submenu 502 - Afstellen van het toerental van de worm De snelheid kan op 8 niveaus worden ingesteld. Het inge- stelde snelheidsniveau van de desbetreffende transpor- teur wordt weergegeven op indicaties (1) en (2). Basisinstelling voor de afzon- derlijke laagsoorten: Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_502.bmp - Deklaag: 4 - Middenlaag: 6...
  • Pagina 97: Menu 06 - Balkbelasting

    Menu 06 - Balkbelasting Menu voor het instellen van de beginbelasting - Open het submenu: (F3) - Terug naar het hoofdmenu: (F1) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_006.bmp Submenu 102 - Instellen van de beginbelasting Instellen van de tijdsduur van de beginbelasting - Opslaan, terug naar menu 06: (F3) - Ongedaan maken van ver- anderingen,...
  • Pagina 98: Menu 07 - Type Balk

    Menu 07 - Type balk Menu voor het instellen van het type balk - Open het submenu: (F3) - Terug naar het hoofdmenu: (F1) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_103.bmp Submenu 701 - Instellen van het type balk De volgende typen balken kunnen worden ingesteld: - VB/EB-balk: 0 parameters - SB-balk: 1 parameter - Opslaan, terug naar menu...
  • Pagina 99: Menu 08 - Bedrijfsurenteller

    Menu 08 - Bedrijfsurenteller Menu voor het opvragen van bedrijfsuren - Terug naar het hoofdmenu: (F1) of (F3) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_103.bmp D 2.0 13...
  • Pagina 100: Menu 09 - Service

    Menu 09 - Service paswoord voorzien menu voor het uitvoeren van verschillende service-instel- lingen - Opvragen paswoord: (F3) - Terug naar het hoofdmenu: (F1) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_009.bmp Submenu 201 - Paswoord opvragen Geef paswoord: - Het paswoord kan worden bevestigd door op de Enco- der te drukken - Terug naar menu 09: (F1) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_201.bmp...
  • Pagina 101: Menu 10 - Foutengeheugen

    Menu 10 - Foutengeheugen Menu voor het telkens op- nieuw opvragen van voorko- mende fouten - [0] weergave: geen fout- melding - [1] weergave: Fout-melding kan getoond worden - Opvragen van foutmeldingen: (F3) - Terug naar het hoofdmenu: Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_010.bmp (F1) Tonen van foutmeldingen: Bij foutmeldingen verschijnt altijd eerst het bericht "Waar-...
  • Pagina 102 Menu 11 - Foutengeheugen Computer van de machine- aandrijving Menu voor het steeds op- nieuw opvragen van de fout- meldingen door computer van de machine- aandrijving worden gestuurd - [0] weergave: geen fout- melding - [1] weergave: Fout-melding kan getoond worden Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_011.bmp - Opvragen van foutmelding: (F3) - Terug naar het hoofdmenu: (F1)
  • Pagina 103: Menu 12 - Programmaversie

    Menu 12 - Programmaver- Menu voor het opvragen van het versienummer van het geïnstalleerde programma Als u voor uw machine ge- bruik maakt van Technical Support, dient u altijd het nummer van het versienum- mer van het programma op te geven (1)! Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_012.bmp - Terug naar het hoofdmenu: (F1) of (F3)
  • Pagina 104: Menu 13 - Terminalinstellingen

    Menu 13 - Terminalinstellin- Menu voor de verschillende terminalinstellingen - Open het submenu: (F3) - Terug naar het hoofdmenu: (F1) Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_013.bmp Submenu 104 - Terminalin- stellingen Instelling van het contrast van de lichtsterkte van de display (2) en de gevoeligheid van de Encoder (3) - Opslaan, terug naar menu 13: (F3)
  • Pagina 105: Andere Berichten Op De Display

    Andere berichten op de display Weergavenr. / betekenis Weergave Bericht 646 Noodschakelaar ingedrukt - Terug naar het vorige menu: (F3) Bericht 647 Instellingsmodus Weergaven: - Toerental motor (1) - Afgelegd traject (2) - Verbruikte brandstof (getelde waarde) (3) - Terug naar het vorige menu: (F3) D 2.0 19...
  • Pagina 106: Foutmeldingen Van De Terminal

    Foutmeldingen van de terminal Elke foutmelding heeft een eigen nummer gekregen. Als u voor uw machine gebruik maakt van Technical Support, dient u altijd dit nummer op te geven evenals alle in- formatie uit de foutmelding! Foutnr. / betekenis Weergave Foutmelding 600 Algemene foutenweergave Foutmelding 601...
  • Pagina 107 Foutnr. / betekenis Weergave Foutmelding 610 - "Transportinstallatie voorwaarts“ geblokkeerd Variabele: - Transport-/stuurrichting (1) Foutmelding 615 - Defecte chassis-sensor Variabele: - Linkersensor (1) - Rechtersensor (2) Foutmelding 617 - Leidingbreuk - besturing van de transportinstallatiepomp Foutmelding 619 - Kortsluiting/geleidingsfout - rijhendel-potentiometer / rijhendel-microschakelaar (tegengestelde schakeling)
  • Pagina 108 Foutnr. / betekenis Weergave Foutmelding 621 - Verkeerde setup van de transportsnelheid- potentiometer in de servicesoftware. Foutmelding 622 - Verkeerde setup van de rijhendel-potentiometer in de servicesoftware. Foutmelding 623 - Kortsluiting/geleidingsfout - rijhendel-microschakelaar vooruit/achteruit (parallelschakeling) Foutmelding 624 - Genulde pompstroom (dode zone) is niet opgegeven in de servicesoftware.
  • Pagina 109 Foutnr. / betekenis Weergave Foutmelding 626 - Waarschuwingsmeldingen van de aandrijfmotor - SPN = betreffende onderdeel - FMI = soort fout - OC = herhalingsfrequentie zie het hoofdstuk "Fou- tencodes van de aan- drijfmotor“! Foutmelding 628 - De verbinding is verbroken Master-aandrijfmotor Foutmelding 629 - Leidingbreuk Slave-uitgang...
  • Pagina 110 Foutnr. / betekenis Weergave Foutmelding 635 - Fout aan het toetsenbord / Defecte zekering toetsenbord Foutmelding 636 - Fout bij de afstandsbesturing / defecte zekering afstandsbesturing Variabele: - Linker afstandsbesturing (1) - Rechter afstandsbesturing - Zekering van de afstandsbesturing (3) Foutmelding 638 - De verbinding is verbroken Master-automatische...
  • Pagina 111 Foutnr. / betekenis Weergave Foutmelding 643 - Defecte streefwaarde- potentiometer van de stamper Foutmelding 644 - Defecte streefwaarde- potentiometer van de vibratie Foutmelding 645 - De verbinding is verbroken Master-display D 2.0 25...
  • Pagina 112: Voorschriften In Verband Met Foutmeldingen

    Voorschriften in verband met foutmeldingen Foutmelding 638 De elektronica van de rijautomaat is uit- gevallen. De gegevensverbinding met de mastermodule is verbroken. Controleer eerst of zekering F5.1 intact Als de zekering niet de oorzaak is van de verbroken verbinding, kan een noodstart van de dieselmotor worden uitgevoerd.
  • Pagina 113: Foutencodes Van De Aandrijfmotor

    Foutencodes van de aandrijfmotor Als er een fout optreedt aan de aandrijf- motor, wordt dit weergegeven door het bijbehorende waarschuwingslampje (1) en samen met de fout verschijnt tevens een uitleg op de display. Leuchtmodul_SPS_Kette_635.bmp De hiermee gelijktijdig op de display ver- schijnende foutmelding bevat meerdere cijfercodes met behulp waarvan de fout precies vastgesteld kan worden.
  • Pagina 114 Bijvoorbeeld: Uitleg: Het waarschuwingslampje en de melding geven aan dat de aandrijfmotor ernstig is beschadigd en de motor wordt automatisch uitgeschakeld of moet uitgeschakeld wor- den. Display: SPN: FMI: Ok: Kabelbreuk bij de sensor van de Rail-druk. Effect: De motor wordt uitgeschakeld. Frequentie: De fout is voor het eerst opgetreden.
  • Pagina 115: Foutencodes

    Foutencodes D 2.0 29...
  • Pagina 116 D 2.0 30...
  • Pagina 117 D 2.0 31...
  • Pagina 118 D 2.0 32...
  • Pagina 119 D 2.0 33...
  • Pagina 120: Fmi-Codes

    FMI-codes D 2.0 34...
  • Pagina 121: Speciale Functies

    Speciale functies Noodbesturingsprogramma bij TDM uitval Om bij een uitval van het display een tijdelijke werking te waarborgen, wordt automa- tisch een noodprogramma gestart. De volgende waardes en functies wor- max min den ingeschakeld: - Toerental van de dieselmotor wordt in- gesteld op 1800 min - Rijaandrijving (1) wordt op werksnel- heid ingesteld (Schildpad)
  • Pagina 122: Omkeerbare Transporteur

    Op de hoekbedieningen van de balk kunnen de volgende functies worden in- geschakeld: - Schakelaar (1) = hopper sluiten. - Schakelaar (2) = hopper openen. - Balk omhoog: - LED-lampen van worm en transpor- teur (3) uitschakelen door op de bij- behorende min-toets (4) te drukken.
  • Pagina 123: D3.1 Bedrijf

    D 3.1 Bedrijf Bedieningselementen op de machine Accu's (71) Onder de rechter onderhoudsklep bevin- den zich de accu's van de 24 V-installa- tie. Zie hoofdstuk B "Technische gegevens“ voor de specificaties. Zie hoofdstuk F voor het onderhoud. Externe start uitsluitend volgens de in- structies (zie paragraaf “Machine star- ten, Externe start (starthulp)“.
  • Pagina 124: Hoppervergrendelingen (73)

    Hoppervergrendelingen (73) Voordat de machine wordt getranspor- teerd of wordt gestald, moeten de hop- perwanden worden omhooggeklapt en de twee klauwen worden vastgezet. Positie: - (a) - buiten de twee hopperhelften - (b) - in de hopper (o) De bak niet betreden wanneer de motor loopt.
  • Pagina 125: Mechanische Balktransportborging

    Mechanische balktransportborging (links en rechts onder de bestuur- dersstoel) (74) Hiermee wordt voorkomen dat de om- hoog gezette balk onbedoeld zakt. De balktransportborging moet worden vast- gezet voor transporten en na afloop van het werk. Bij het transporteren met een niet-ge- borgde balk bestaat er ongevalgevaar! F0083_A1.TIF - Balk omhoog zetten.
  • Pagina 126: Sproei-Installatie Voor Oplosmiddel (80) (O)

    Sproei-installatie voor oplosmiddel (80) (o) Voor het besproeien met oplosmiddel van onderdelen die met asfalt in aanra- king zijn gekomen. - Controlelampje (A) brandt wanneer de emulsiepomp loopt. - Aan/uit-schakelaar (B) voor de emul- siepomp - Snelkoppeling (C) voor slangaanslui- ting Sproei-installatie alleen...
  • Pagina 127: Aan/Uit-Schakelaar Voor Extra Schijnwerper In Het Dak (85)

    Op de middenwand kunnen zich nog meer schakelmogelijkheden voor optio- nele uitrustingskenmerken bevinden: Aan/uit-schakelaar voor extra schijn- werper in het dak (85): Voor inschakeling schakelaar (a) bedie- nen. Aan/uit-schakelaar vulpomp brand- stoftank (85a) Controlelampje (b) brandt als de pomp is ingeschakeld met schakelaar (a).
  • Pagina 128: Aan-/Uit-Schakelaar Van De Schijnwerpers (85D)

    Aan-/Uit-schakelaar van de schijnwerpers (85d): Gebruik schakelaar (a) om in te schakelen. Bij schakelaarsstand "ON“ brandt controlelampje (b). Aan-/Uit-schakelaar van het knipperlicht (85e): Gebruik schakelaar (a) om in te schakelen. Bij schakelaarsstand "ON“ brandt controlelampje (b). Als er een optionele 230 V-installatie aanwezig is, bevindt zich op de afwerk- machine nog een schakelkastje: Aan-/Uit-schakelaar van 230 V...
  • Pagina 129: Hydraulisch Opklapdak (87) (O)

    Hydraulisch opklapdak (87) (o) Het hydraulische opklapdak is aan de achterste ophanging van de linker en rechter machinezijde bevestigd door middel van een vergrendeling (A). Deze moet worden losgemaakt voordat het dak omhoog of omlaag wordt gezet. Wanneer het dak in zijn eindpositie staat, moet het weer worden geborgd met behulp van de vergrendeling.
  • Pagina 130: Elektrische Instelling Van De Transporthoeveelheid

    Elektrische instelling van de trans- porthoeveelheid op de transporteur (o) (88) Hiermee - bij gebruik van een mechani- sche eindschakelaar of een ultrasone af- taster - kan de transporthoeveelheid van de transporteur worden ingesteld. - Stand "0“ op de schaal komt overeen met de kleinste transporthoeveelheid.
  • Pagina 131: Transporteureindschakelaar (89)

    Transporteureindschakelaar (89): De mechanische transporteureindscha- kelaars (89) of de transporteurschake- laars met ultrasone sensor (89ao) re- gelen het mengseltransport van de des- betreffende transporteurhelft. De trans- porteureindschakelaars moeten uitscha- kelen wanneer het mengsel ongeveer tot onder de wormbalk is getranspor- teerd.
  • Pagina 132: Ultrasone Wormeindschakelaars (90) (Links En Rechts)

    Ultrasone wormeindschakelaars (90) (links en rechts) De eindschakelaars regelen het meng- seltransport van de desbetreffende wormhelft. De ultrasone sensor is met een stangen- systeem bevestigd op de zijplaat. Om de instelling te wijzigen, de spanhefboom losmaken en de hoek/hoogte van de sensor wijzigen.
  • Pagina 133: Drukregelklep Voor Balkbelasting/-Ontlasting (93)

    Drukregelklep voor balkbelasting/- ontlasting (93) Hiermee wordt de druk van de extra balkbelasting/-ontlasting ingesteld. - Inschakelen zie balkbelasting/-ontlas- ting (34). (Hoofdstuk "Bedieningspaneel“, "Be- diening“). - Drukweergave, zie manometer. (93b). Drukregelklep voor balkstop met voorspanning (93a) Deze klep bevindt zich onder de rechter bodemklep van het bedieningsbordes.
  • Pagina 134: Centrale Smeereenheid (O) (100)

    Centrale smeereenheid (o) (100) De centrale smeereenheid wordt bij het starten van de aandrijfmotor in de auto- matische modus gezet. - Pompduur: 12 minuten - Duur van de rustperiode: 2 uur Het is verboden de tijdsduur tussen het pompen en de rustperiode die door de fabriek is ingesteld te veranderen zon- der overleg met de technische klanten- service.
  • Pagina 135: Deeltjesfilter - Controlelampje (102) (O)

    Deeltjesfilter - controlelampje (102) Het controlelampje van het deeltjesfilter is te vinden onder de besturingsbaan van het bedieningspaneel. Bij het bekijken van het controlelampje (a) geldt altijd: Partikellight.tif Signaalkleur Bedrijfstoestand Oorzaak / maatregel Geen tegendruk. Controleer of het geel Geen tegendruk systeem goed afgedicht is.
  • Pagina 136: Voor- En Zijramen (O) (103)

    Voor- en zijramen (o) (103) De voorruit kan in het geval van onder- houdswerkzaamheden aan de tank om- hoog worden geklapt. - Klap de voorruit bij het handvat (A) naar voren en zet hem met de twee bevestigingspinnen (B) aan de rechter en linker kant vast in de hoogste stand.
  • Pagina 137: Excenterverstelling Balk (O) (104)

    Excenterverstelling balk (o) (104) Voor het inbouwen van dikke materiaal- lagen: wanneer de zuigerstangen van de nivelleercilinder niet voor de gewens- te inbouwdikte kunnen zorgen, is het mogelijk de invalshoek van de balk te wijzigen met behulp van de excenterver- stelling.
  • Pagina 139: D4.1 Bedrijf

    D 4.1 Bedrijf Bedrijf voorbereiden Benodigde apparaten en hulpmiddelen Om vertraging op de bouwplaats te voorkomen, dient men voor het werkbegin te con- troleren of de volgende apparaten en hulpmiddelen beschikbaar zijn: - laadwagen voor het transport van zware aanbouwdelen - diesel - motorolie, hydraulische olie, smeermiddelen - oplosmiddel (emulsie) en handsproeier...
  • Pagina 140: Checklist Voor De Machinebestuurder

    Checklist voor de machinebestuurder Controleren! Hoe? Noodstopknoppen Knoppen indrukken. - op het bedieningspaneel Dieselmotor en alle ingeschakelde aan- - op beide afstandsbedieningen o drijvingen moeten onmiddellijk stoppen. De machine moet onmiddellijk en cor- Besturing rect reageren op elke besturingsop- dracht. Controle rechtuitloop. Claxon Claxonknop kort indrukken.
  • Pagina 141 Controleren! Hoe? Bij aanbouw van grote werkbreedten moeten de loopplanken worden ver- Wormafdekkingen breed en moet de wormtunnel afgedekt zijn. Bij aanbouw van grote werkbreedten moeten de loopplanken breder zijn. Inklapbare loopplanken moeten om- Balkafdekkingen en loopplanken laaggeklapt zijn. Zijplaten en afdekkingen controleren op stevige bevestiging.
  • Pagina 142: Machine Starten

    Machine starten Voor het starten van de machine Voordat de dieselmotor wordt gestart en de machine in gebruik kan worden geno- men, dient men het volgende te doen: - Dagelijks onderhoud van de machine (zie hoofdstuk F). Controleer aan de hand van de bedrijfsurenteller of er verdere onderhoudswerk- zaamheden uitgevoerd moeten worden (bijv.
  • Pagina 143: Externe Start (Starthulp)

    Externe start (starthulp) Als de accu’s leeg zijn en de startmotor niet draait, kan de motor worden gestart met behulp van een externe stroombron. Geschikt als stroombron: - Voertuig met 24-V-installatie; - 24-V-reserveaccu; - Startapparaat dat geschikt is voor 24 V/90 A. Normale acculaders of snelladers zijn niet geschikt als starthulp.
  • Pagina 144: Na Het Starten

    Na het starten Om het motortoerental te verhogen: - Rijhendel (9) op stand 1 (iets uit de middelste stand) drukken. - Motortoerental hoger maken door in- drukken van toets (21) op het bedie- ningspaneel. Het motortoerental wordt verhoogd met de vooraf ingestelde waarde.
  • Pagina 145: Oliedrukcontrole Rijaandrijving (46)

    Oliedrukcontrole rijaandrijving (46) - Moet na het starten uitgaan. Als het lampje niet uitgaat: rijaandrijving uitgeschakeld laten! Anders kan het ge- hele hydraulische systeem beschadigd Leuchtmodul_SPS_Kette_635.bmp raken. Als de hydraulische olie koud is: - Transporteurschakelaar (32) “handmatig” zetten en wormschake- laar (24) op “AUTO”...
  • Pagina 146: Iacculaadcontrole (49)

    IAcculaadcontrole (49) Moet na het starten uitgaan zodra het toerental wordt verhoogd. Als het lampje niet uitgaat of tijdens het gebruik gaat branden: kortstondig het Leuchtmodul_SPS_Kette_635.bmp toerental verhogen. Als het lampje blijft branden: de motor uitzetten en de fout opsporen. Mogelijke fouten: zie paragraaf “Storingen”.
  • Pagina 147: Bediening Bij Het Transport

    Bediening bij het transport Balk omhoogzetten en borgen - Schakelaar (16) moet uitgeschakeld zijn (LED uit). - Schakelaar (34) uitschakelen en de balk met schakelaar (33) omhoogzet- ten. - Nivelleercilinders volledig uitschuiven met schakelaars (25) en (27). De afstandsbediening moet zijn aan- gesloten en deze functie moet op “ma- nual“...
  • Pagina 148: Rijden Met En Stopzetten Van De Machine

    Rijden met en stopzetten van de ma- chine - Snel/langzaam-schakelaar (17) op “haas” zetten. - Rijsnelheidknop (10) op 10 zetten. - De machine in beweging zetten door de rijhendel (9) voorzichtig in de ge- wenste rijrichting te zetten. Bij noodsituaties de noodstopknop (7) indrukken! - Door de rijhendel (9) in de middelste stand te zetten, wordt de machine...
  • Pagina 149: Voorbereidingen Voor Het Inbouwen

    Voorbereidingen voor het inbouwen Oplosmiddel Alle onderdelen die in aanraking komen met asfaltmengsel besproeien met op- losmiddel (bak, balk, worm, duwrol etc.). Geen dieselolie gebruiken, omdat die- selolie het bitumen oplost (verboden in Duitsland!) F0147_A1.TIF Balkverwarming De balkverwarming moet ca. 10-15 minuten (afhankelijk van de buitentemperatuur) voor het begin van de inbouwwerkzaamheden worden ingeschakeld.
  • Pagina 150: Richtingmarkering

    Richtingmarkering Voor een rechte inbouw moet er een richtingmarkering aanwezig zijn of wor- den aangebracht (rijbaanrand, krijtstre- pen o.i.d.). - Bedieningspaneel naar de gewenste zijde schuiven en vastzetten. - Richtingaanwijzer op de bumper (pijl) Stossstange.bmp uittrekken en instellen. Mengselopname/mengseltransport - Schakelaar (16) moet uitgeschakeld zijn.
  • Pagina 151 - Transporteurbanden instellen. De transporteureindschakelaars (89) of (89ao) moeten uitschakelen wan- neer het mengsel ongeveer tot onder de wormbalk is getransporteerd. - Mengseltransporteurs controleren. Als het transport niet naar wens ver- loopt, met de hand bijschakelen tot er voldoende mengsel voor de balk ligt. F0114_A1.EPS/Ultra3.EPS D 4.1 13...
  • Pagina 152: Starten Voor Het Inbouwen

    Starten voor het inbouwen Element2_SPS_Kette_635.wmf/Element1_SPS_Kette_635.wmfr/Tamprev.cdr/Vibrev.cdr/Remote_SPS_neu1cdr D 4.1 14...
  • Pagina 153 Wanneer de balk op inbouwtemperatuur is en er voldoende mengsel voor de balk ligt, dienen de volgende schakelaars, hendels en regelaars in de vermelde stand te wor- den gezet Pos. Schakelaar Stand Transport-/werksnelheid schildpad-werksnelheid Voorkeuzeregelaar rijaandrijving schaalstreepje 6 - 7 Balk klaarzetten drijfstand LED AAN Vibratie...
  • Pagina 154: Controles Tijdens Het Inbouwen

    Controles tijdens het inbouwen Tijdens het inbouwen dienen de volgende zaken voortdurend te worden gecontro- leerd: Machinefuncties - Balkverwarming - Stamper en vibratie - Motor- en hydraulische-olietemperatuur - Bijtijds intrekken en uitschuiven van de balk voor hindernissen aan de buitenzijden - Gelijkmatig mengseltransport en verdeling resp.
  • Pagina 155: Balkbelasting/-Ontlasting

    Balkbelasting/-ontlasting Met deze functie wordt de balk belast of ontlast ten opzichte van het eigen gewicht. Schakelaar (34) heeft de volgende stan- den: A: ontlasting (balk ‘lichter’) B: belasting (balk ‘zwaarder’) De schakelstanden “balkbelasting en - ontlasting“ zijn alleen actief wanneer de Screedswitch2a.bmp machine rijdt.
  • Pagina 156: Balkstop Met Voorspanning

    Balkstop met voorspanning Bij de "balkstop“ wordt de balk vastge- houden door de ontlastende druk en de tegendruk van het materiaal, zodat de balk bij een tijdelijke stilstand niet verder naar beneden zakt. - De balk stopt automatisch als de rij- hendel zich in de middelste stand be- Screedswitch2a.bmp vindt.
  • Pagina 157: Druk Instellen (O)

    Druk instellen (o) Drukinstellingen kunnen uitsluitend bij lopende dieselmotor worden uitgevoerd. Daarom: - Dieselmotor starten, rijhendel (10) op nul draaien (voorzorgsmaatregel te- gen ongewenste vooruitbeweging). - Schakelaar (33) op “drijfstand“ zetten. Voor balkstop met (voorspanning): - Rijhendel (9) op de middelste stand zetten.
  • Pagina 158: Bedrijf Onderbreken, Bedrijf Beëindigen

    Bedrijf onderbreken, bedrijf beëindigen Bij inbouwpauzes (bijv. vertraging van materiaalvrachtwagens) - Schatting maken v.d. vertragingsduur. - Als men verwacht dat het materiaal af- koelt tot onder de minimum inbouw- temperatuur, de machine leegmaken en een sluitrand aanbrengen zoals bij einde van het wegdek. - Rijhendel (9) op de middelste stand zetten.
  • Pagina 159 - Mechanische balktransportborging (74) vastzetten. - Bij langzaam lopende stampers de binnengedrongen mengselresten er- uit laten vallen F0083_A1.TIF - Rijhendel (9) op de middelste stand zetten, toerentalinsteller (10) op mini- mum zetten. - Ontsteking (5) uitschakelen. - Balkverwarming uitschakelen. - Bij een optioneel gebruikte balk met gasverwarmingsinstallatie de hoofdaf- sluiters en de fleskleppen sluiten.
  • Pagina 160 - Bedrijfsurenteller aflezen en controleren of er onder- houdswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd (zie hoofdstuk F). - Bedieningspaneel afdek- ken en afsluiten. - Materiaalresten verwijde- ren van balk en machine en alle onderdelen besproeien met oplosmiddel. Terminal_SPS_Kette_635.wmf/Bild_008.bmp D 4.1 22...
  • Pagina 161: Storingen

    Storingen Problemen bij het inbouwen Probleem Oorzaak - Mengseltemperatuur is veranderd, ontmenging - Onjuiste mengselsamenstelling - Onjuiste bediening van de wals - Onjuist geprepareerde onderbouw - Lange stilstandtijden tussen ladingen - Ongeschikte referentielijn niveausensor - Niveausensor springt op referentielijn - Niveausensor wisselt tussen Omhoog en Omlaag Golvend oppervlak (te hoge traagheidsinstelling) (“korte golven“)
  • Pagina 162 Probleem Oorzaak - Temperatuur van het mengsel Scheuren in het - Balk is koud wegdek - Bodemplaten versleten of vervormd (middelstreep) - Onjuist wegdekprofiel van de balk - Temperatuur van het mengsel - Balkmontagedelen onjuist gemonteerd Scheuren in het - Eindschakelaars onjuist ingesteld wegdek - Balk is koud (buitenstrepen)
  • Pagina 163: Storingen Van De Machine Of De Balk

    Storingen van de machine of de balk Storing Oorzaak Oplossing Zie bedrijfshandleiding v.d. mo- Dieselmotor Diverse Zie “Externe start“ Accu’s leeg Dieselmotor springt (starthulp) niet aan Diverse Zie “Wegslepen“ Stamper geblokkeerd door Balk goed verwarmen koud bitumen Te weinig hydraulische olie Olie bijvullen in de tank Klep vervangen, evt.
  • Pagina 164 Storing Oorzaak Oplossing Regelklep defect Vervangen Bak gaat ongewenst Manchetten van de hydrau- omlaag Vervangen lische cilinder ondicht Oliedruk te laag Oliedruk verhogen Manchet ondicht Vervangen Balk kan niet om- Balkbelasting of -ontlasting Schakelaar moet op de middel- hoog worden gezet is ingeschakeld ste stand staan Stroomtoevoer onderbro-...
  • Pagina 165 Storing Oorzaak Oplossing Vervangen Zekering rijaandrijving de- (zekeringssokkel op het bedie- fect ningspaneel) Stroomtoevoer onderbro- Potentiometer, kabel, stekker controleren; evt. vervangen Rijaandrijvingscontrole Vervangen (typeafhankelijk) defect Elektro-hydraulische instel- Geen vooruitbewe- voorziening van de pomp Instelvoorziening vervangen ging defect Controleren, evt. instellen Aanzuigfilter controleren, evt.
  • Pagina 166: Noodvoorziening/Besturing, Rijaandrijving

    Noodvoorziening/besturing, rijaandrijving Bij een storing in de elektronische rijaandrijving kan de machine via een noodvoorzie- ning toch worden gebruikt. De noodvoorziening maakt deel uit van het gereedschap dat bij elke kettingmachine wordt geleverd. Bij het monteren van de noodvoorziening worden alle stekkers van de servo-afsluiters van de rijaandrijvingspompen vervangen door de stekkers van de noodvoorziening.
  • Pagina 167 Het bedieningsgedeelte beschikt over de volgende functies Pos. Omschrijving Bevestigingsschroeven voor houder plaat Schakelaar voor selecteren van de nulstand en voorwaarts/achterwaarts rij- Draaiknop voor het instellen van de snelheid (vervangt regelvoorziening) Draaiknop voor de besturing Schakelaar voor draaien op de plaats Werking Als de noodvoorziening is aangesloten, moeten de functies motortoerental, transpor- teur, worm, stamper en vibratie worden bediend met de rijhendel.
  • Pagina 168 GRIJS kabelbundel voor de aandrijf- ZWART pomp van het linker loopwerk GEEL gemarkeerd! 24 V / massa Besturingsapparaat D 4.1 30...
  • Pagina 169: Instellen En Ombouwen

    E 01 Instellen en ombouwen Speciale veiligheidsvoorschriften Door onbedoelde inwerkingstelling van motor, rijaandrijving, transporteur, worm, balk of hefvoorzieningen kunnen personen gevaar lopen. De werkzaamheden altijd bij stilstaande motor uitvoeren, tenzij anders is aangege- ven! - De machine beveiligen tegen onbedoelde inwerkingstelling: De rijhendel op de middelste stand zetten en de rijsnelheidknop op nul draaien;...
  • Pagina 170: Verdeelworm

    Verdeelworm Hoogte-instelling Bij inbouwdikten tot 15 cm dient de hoogte van de verdeelworm (1) – vanaf zijn onderkant gemeten – ca. 5 cm (2 inch) boven de materiaalinbouwhoog- te te liggen, afhankelijk van het materi- aalmengsel. Voorbeeld:inbouwdikte 10 cm instelling 15 cm vanaf de grond F0130_A1.TIF Een onjuiste hoogte-instelling kan leiden tot de volgende inbouwproblemen:...
  • Pagina 171: Bij Mechanische Instelling Met Ratel (Optioneel)

    Bij mechanische instelling met ratel (optioneel) - Ratelmeeneembout instellen op links- of rechtsdraaiend. Meename naar links beweegt de worm omlaag, naar rechts wordt de worm omhoog gezet. - De gewenste hoogte instellen door af- wisselend de linker en de rechter zijde te bedienen.
  • Pagina 172 Beide schakelaars (2) gelijkmatig te be- dienen om te voorkomen dat de worm- balk kantelt. - Controleren of de hoogte links en rechts overeenkomt. Screedlift_konv.bmp/Screedlift_SPS.bmp De schalen van de worm die de hoogte aangeven (3) kunnen zich optioneel ook aan de linker / rechter kant naast het trapje bevinden! Schnskal.wmf E 01 4...
  • Pagina 173: Wormverbreding Bij Wormtype I

    Wormverbreding bij wormtype I Auger_Dyn.bmp Afhankelijk van de balkuitvoering zijn verschillende werkbreedten mogelijk. Worm- en balkverbreding moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie hiervoor in de Bohlen-Betriebsanleitung het hoofdstuk “Instellen en ombouwen”: – balkmontageschema, – wormmontageschema. Om de gewenste werkbreedte te bereiken, moeten de desbetreffende balkmontage- delen, zijplaten, wormen, tunnelplaten of reduceerschoenen worden gemonteerd.
  • Pagina 174: Verbredingsdelen Monteren

    Verbredingsdelen monteren - Klemschroeven (6) op de draagbuis losdraaien. Daarna middelste spreidschroef (5) indraaien, om de klemverbinding te spreiden. F0132_A1.TIF - Telescoopbuis uit de draagbuis (7) trekken. - Benodigde wormmontagedelen aan- brengen. Op de geleidingsgleuf van de vertanding letten! Ervoor zorgen dat de astap schoon is! - Telescoopbuis inschuiven;...
  • Pagina 175: Montage Van De Draagbuisverlenging

    Montage van de draagbuisverlenging Bij een werkbreedte groter dan 7,25 m is montage van een wormbalkverlengstuk noodzakelijk. Het draagbuisverlengstuk van de worm- balk bestaat uit twee helften (8). Het wordt met 5 schroeven bevestigd op de draagbuis. Nadat de twee helften zijn vastgeschroefd op de draagbuis, moe- ten ze onderling worden verbonden F0134_A1.TIF...
  • Pagina 176: Tunnelplaten Monteren

    Tunnelplaten monteren Om een goede materiaalstroom te waar- borgen – vooral bij grote werkbreedtes – worden zogeheten tunnelplaten (11) ge- monteerd. Deze bevinden zich direct voor de wor- mverdeler en vormen in combinatie met de worm een optimaal systeem voor ma- teriaaltransport.
  • Pagina 177: Aanvullende Steunen Monteren

    Aanvullende steunen monteren Bij een werkbreedte groter dan 7,25 m moeten de verdeelwormen aanvullend worden ondersteund. F0141_A1.TIF Hiertoe worden er links en rechts twee steunen bevestigd tussen de tunnel- plaathouders en de daartoe bestemde klampen op de machine. De steunen maken deel uit van de leve- ring voor deze werkbreedte.
  • Pagina 178: Montageplan Worm Bij Een Worm Van Ø 310 Mm

    2.10 Montageplan worm bij een worm van ø 310 mm * Bij werkbreedtes vanaf 6,75 m mag de machine alleen worden aangezet met de juiste ondersteuningen (balk, worm, materiaalleiding). E 01 10...
  • Pagina 179: Montageplan Worm Bij Worm Met Ø 380 Mm

    2.11 Montageplan worm bij worm met ø 380 mm * bij werkbreedtes vanaf 6,75 m mag de machine alleen worden aangezet met de juiste ondersteuningen (balk, worm, materiaalgeleiding). E 01 11...
  • Pagina 180 Wormverbreding bij wormtype II Auger_DEM.bmp E 01 12...
  • Pagina 181: Montage Van De Verbredingsstukken

    Montage van de verbredingsstukken Sch_ver1.tif Sch_ver2.tif E 01 13...
  • Pagina 182 - Bevestig de materiaalschacht (5) met de schroeven (6), de dichtingsplaatjes (7) en de moeren (8) aan het basistoestel. - De materiaalschacht is afstelbaar om te kunnen worden aangepast aan de be- staande schacht. - Schroef hiervoor de moeren (9) losser en verdraai de doorvoering (10) van de schroef (6).
  • Pagina 183: Montageplan Van De Worm

    Montageplan van de worm Aanduiding Betekenis Basisworm Te monteren wormgedeelte + materiaalschacht 320 mm Te monteren wormgedeelte + materiaalschacht 640mm Te monteren wormgedeelte + materiaalschacht 960mm Buitenste wormlager E 01 15...
  • Pagina 184 Werk- Monteerbare onderdelen / Monteerbare onderdelen / breedte lager lager 2,5 m -3,7 m 3,2 m -4,4 m 4,1 m -5,0 m 4,1 m -5,0 m 4,8 m -5,7 m 4,8 m -5,7 m 5,4 m -6,3 m 5,4 m -6,3 m 6,0 m -6,9 m...
  • Pagina 185: Balk

    Balk Alle werkzaamheden voor het monteren, instellen en verbreden van de balk worden beschreven in de Bohlen-Betriebsanleitung. Elektrische aansluitingen Na montage en instelling van de mechanische modules dienen de volgende aanslui- tingen te worden gemaakt: Afstandsbedieningen aansluiten op stopcontact (15) (op de balk). Socket.bmp Niveausensor aansluiten op stopcontact (16) (op de afstandsbe-...
  • Pagina 187: Onderhoud

    F 1.0 Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor het onderhoud Onderhoudswerkzaamheden: onderhoudswerkzaamheden uitsluitend uitvoeren bij uitgeschakelde motor. Voor begin van de onderhoudswerkzaamheden de machine en de aanbouwdelen be- veiligen tegen onbedoeld inschakelen: - Rijhendel op de middelste stand zetten en de rijsnelheidknop op nul draaien. - Rijbeveiliging verwijderen uit het bedieningspaneel.
  • Pagina 189: F2.3 Overzicht Van Onderhoudswerkzaamheden

    F 2.3 Overzicht van onderhoudswerkzaam- heden Overzicht van onderhoudswerkzaamheden F 2.3 1...
  • Pagina 190 Het onderhoud is nodig na de bedrijfstijd Onderdelen Hoofdstuk Transporteur Worm F4.1 q q q q Aandrijfmotor F5.1 q q q Hydraulisch F6.0 Loopwerken F7.2 q q q Elektronica Smeerpunten Controle/stopzetten Onderhoud nodig Dit overzicht bevat tevens de onderhoudsintervallen van optionele uitrustingen van de machine! F 2.3 2...
  • Pagina 191: F 3.0 Onderhoud - Transporteur

    F 3.0 Onderhoud - transporteur Onderhoud - transporteur F 3.0 1...
  • Pagina 192: Onderhoudsintervallen

    Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunten Opmerking - Controle van de kettingspanning van de transporteur - Instelling van de kettingspanning van de transporteur - Controle van het oliepeil van het transporteurdrijfwerk - Bijvullen van de olie van het transporteurdrijfwerk - Olie verversen van het transporteurdrijfwerk Onderhoud Onderhoud tijdens de inloopperiode...
  • Pagina 193: Onderhoudspunten

    Onderhoudspunten Spanning van de transporteurketting Controle van de kettingspanning: Bij de dagelijkse visuele controle vlak onder de stootstang kijken. De ketting mag niet doorhangen onder de onderzijde van de stootstang. Als de ketting moet worden bijgesteld, moet in onbelaste toestand de doorhang tus- sen de onderkant van de bodemplaat en de onderkant van de ketting worden gemeten (zie afbeelding).
  • Pagina 194: Transporteurdrijfwerk (Naar Links/Rechts) (2)

    Transporteurdrijfwerk (naar links/ rechts) (2) transporteurdrijfwerken bevinden zich onder de treeplank van het bedie- ningsbordes. Oliepeil controleren: Uitsluitend voor het begin van het werk. Het oliepeil moet tot aan de bovenste inkeping van de peilstok (A) komen. Olie bijvullen: Na verwijdering van het afsluitdeksel (B) via de olievulopening (C). 10 cm op de peilstok 0,25 komt overeen met circa 0,25 l bij te vullen olie.
  • Pagina 195: F 4.1 Onderhoud - Wormsegment

    F 4.1 Onderhoud - wormsegment Onderhoud - wormsegment F 4.1 1...
  • Pagina 196: Onderhoudsintervallen

    Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Buitenlager worm - smering - Controle van het oliepeil van het planeetdrijfwerk van de worm - Bijvullen van de olie van het planeetdrijfwerk van de worm - Olie verversen van het planeetwieldrijfwerk van de worm - Controle van de spanning van de aandrijfketting van de worm - Afstellen van de spanning van de...
  • Pagina 197: Onderhoudspunten

    Onderhoudspunten Buitenlager worm (1) De smeernippels bevinden zich boven op het buitenste wormlager links en rechts van de machine. Deze moeten na afloop van de werkdag worden gesmeerd, zodat ook eventuele bitumenresten in warme toestand weg- gedrukt kunnen worden. Bij wormverbreding tijdens de eerste keer invetten van de buitenlagers de bui- tenringen een beetje losser maken om een betere ventilatie te garanderen.
  • Pagina 198: De Aandrijfketting (3) Van De Transporteurs

    Voor het bijvullen van de olie: - Controleschroef (A) en vulschroef (B) losschroeven. - De voorgeschreven olie in vulopening (B) gieten totdat het oliepeil de onder- kant van het controlegat (A) heeft be- reikt. - De vul- (B) en de controleschroef (A) weer vastschroeven.
  • Pagina 199 Aanspannen van de kettingen - Bevestigingsschroeven (A) losser ma- ken. - Met behulp van de schroefdraadpin- nen (B) de kettingspanning afstellen. - De schroefdraadpinnen met behulp van een momentsleutel aantrekken met een moment van 20 Nm. - Daarna de schroefdraadpinnen een hele omwenteling losser maken.
  • Pagina 200: Wormbehuizing (4)

    Wormbehuizing (4) Controle van het oliepeil Bij het juiste oliepeil bevindt de peilstok (A) zich tussen twee inkepingen. F 4.1 6...
  • Pagina 201 Voor het bijvullen van de olie: - Schroeven (B) op de bovenste mantel van de wormbehuizing losdraaien. - Afsluitdeksel (C) afnemen. - Olie bijgieten in totdat het juiste olie- peil is bereikt. - Afsluitdeksel terugplaatsen. - Nogmaals het oliepeil controleren met de peilstok.
  • Pagina 203: F5.1 Onderhoud - Motoronderdelen

    F 5.1 Onderhoud - motoronderdelen Onderhoud - motoronderdelen Behalve deze onderhoudshandleiding moet in elk geval de onderhoudshandleiding van de motorenfabrikant in acht worden genomen. Ook alle daarin vermelde onder- houdswerkzaamheden en intervallen zijn bindend. F 5.1 1...
  • Pagina 204: Onderhoudsintervallen

    Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Brandstoftank Vulniveau controleren - Brandstoftank Brandstof bijvullen - Brandstoftank De tank en het toestel reinigen - Controle van het oliepeil van het smeeroliesysteem van de motor - Bijvullen van de olie van het smeeroliesysteem van de motor - Verversen van de olie van het smeeroliesysteem van de motor - Vervangen van het oliefilter van het...
  • Pagina 205 Interval Onderhoudspunt Opmerking - Luchtfilter motor controle van het luchtfilter - Luchtfilter motor leegmaken van de stofvanger - Luchtfilter motor filterinzetstuk reinigen en vervangen - Koelsysteem van de motor controle van de koelribben - Koelsysteem van de motor reiniging van de koelribben - Koelsysteem van de motor het koelstofpeil controleren - Koelsysteem van de motor...
  • Pagina 206: Onderhoudspunten

    Onderhoudspunten Brandstoftank motor (1) - Het vulniveau van het signaalinstru- ment op het bedieningspaneel contro- leren. Altijd de brandstoftank vullen voordat men begint met het werk; zo voorkomt u 'drooglopen', waardoor er een tijdro- vende ontluchting nodig is. Voor het bijvullen van de brandstof: - Afsluitdeksel (A) verwijderen (onder het tankdeksel).
  • Pagina 207: Smeeroliesysteem Van De Motor (2)

    Smeeroliesysteem van de motor (2) Controle van het oliepeil Bij het juiste oliepeil bevindt de peilstok (A) zich tussen twee markeringen. Oliecontrole uitvoeren bij een horizon- taal staande machine! Teveel olie in de motor beschadigt de pakkingen; te weinig olie leidt tot over- verhitting en beschadiging van de motor.
  • Pagina 208 Vervangen van het oliefilter: Het filter aanbrengen tijdens het verversen van de olie nadat de oude olie is afgetapt. - Filter (D) losser schroeven en het buitenoppervlak reinigen. - De pakking van het nieuwe filter bestrijken met een beetje olie en het filter met olie vullen alvorens het te plaatsen.
  • Pagina 209: Motorbrandstofsysteem (3)

    Motorbrandstofsysteem (3) Het brandstoffiltersysteem bestaat uit drie filters. - Voorfilter (A) met waterafscheider - Twee hoofdfilters (B) Afhankelijk van de machine is het voor- filter in de motor of onder het tankdeksel te vinden! Voorfilter - waterafvoer De opvangbak volgens de voorgeschre- ven intervallen leegmaken of als de elektronica van de motor een foutmelding afgeeft.
  • Pagina 210 Vervanging van het hoofdfilter: - Het filter (B) losser maken en het buitenoppervlak reinigen. - De pakking van het nieuwe filter bestrijken met olie. - Het filter met de hand aandraaien. Na de montage van het filter tijdens het proefdraaien in de gaten houden of deze goed afgedicht is.
  • Pagina 211: Luchtfilter Van De Motor (4)

    Luchtfilter van de motor (4) Leegmaken van de stofvanger - Het stofverwijderingsventiel (B) op het luchtfilterhuis (A) leegmaken door de afvoeropening samen te knijpen in de richting van de pijl. - Het eventueel opgehoopte stof verwij- deren door het bovenste ventielge- deelte samen te knijpen.
  • Pagina 212: Koelsysteem Van De Motor (5)

    Koelsysteem van de motor (5) Controleren / bijvullen van de koel- vloeistof Koelwaterpeil uitsluitend in koude toe- stand controleren. Men dient te zorgen voor voldoende antivries en anticorro- siemiddel (-25 °C). De installatie staat in warme toestand onder druk. Bij het openen bestaat er ri- sico van brandwonden! - Indien nodig de juiste koelvloeistof in de opening (A) van het expansievat...
  • Pagina 213: Uitlaatsysteem Van De Motor (7)

    Uitlaatsysteem van de motor (7) Reiniging van het deeltjesfilter Aangezien in het filter een aanzienlijke hoeveelheid roet wordt verzameld, moet de reiniging worden uitgevoerd met een geschikte afzuiginstallatie. Het gedemonteerde filteronderdeel mag uitsluitend worden gereinigd met olie- en vetvrije samengeperste lucht! - Aanduiding op het filterhuis van de stroomrichting van de uitlaatgassen.
  • Pagina 215: F6.0 Onderhoud - Hydraulische Inrichting

    F 6.0 Onderhoud - hydraulische inrichting Onderhoud - hydraulische inrichting F 6.0 1...
  • Pagina 216: Onderhoudsintervallen

    Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Hydraulische tank vulniveau controleren - Hydraulische tank met olie vullen - Hydraulische tank olieverversing en reiniging - Hydraulische tank controle van het onderhoudsdisplay - Hydraulische tank hydraulisch aanzuig/ retourfilter vervanging van het hydraulische filter, leegmaken - Hogedrukfilter controle van het onderhoudsdisplay...
  • Pagina 217: Onderhoudspunten

    Onderhoudspunten Hydraulische olietank (1) - Controle van het oliepeil met de peil- stok (A). Bij ingeschoven cilinders moet het olie- peil tot de bovenste inkeping komen. Voor het bijvullen van de olie: - Afsluitdeksel (B) verwijderen. - De olie door de vulopening gieten tot- dat het benodigde vulniveau op peil- stok (A) is bereikt.
  • Pagina 218: Hydraulisch Aanzuig-/Retourfilter (2)

    Hydraulisch aanzuig-/retourfilter (2) Filters vervangen volgens de opgege- ven intervallen, of als het onder- houdsdisplay (A) bij hydraulische olie met een temperatuur van 80 °C de rode markering bereikt. De temperatuur van de hydraulische olie wordt weergegeven op de indicatie van de hydraulische temperatuur op het be- dieningsbordes (O).
  • Pagina 219: Ontluchting Van Het Filter

    Ontluchting van het filter - Het geopende filterhuis vullen met hydraulische olie tot ong. 2 cm onder de boven- ste rand. - Opnieuw olie bijvullen als het oliepeil daalt. Langzaam zakken van het oliepeil, met ong. 1 cm/minuut is normaal! - Als het oliepeil stabiel blijft langzaam de gemonteerde eenheid inclusief het nieuwe filterinzetstuk in het filterhuis plaatsen en de bevestigingsschroeven (B) van het deksel aandraaien.
  • Pagina 220: Hogedrukfilter (3)

    Hogedrukfilter (3) Filterelementen vervangen zodra de on- derhoudsindicatie (A) rood is. - Filterhuis (B) losschroeven. - Filterelement verwijderen. - Filterhuis reinigen. - Nieuwe filterelement aanbrengen. - De afdichtring van het filterhuis ver- vangen. - Filterhuis met de hand plaatsen en vastzetten met een sleutel.
  • Pagina 221: Pompverdelerdrijfwerk (4)

    Pompverdelerdrijfwerk (4) - Controle van het oliepeil op het kijk- glas (A) (aan de zijkant van het aan- drijfhuis). Het oliepeil moet tot het midden van het kijkglas komen. Voor het bijvullen van de olie: - Vulschroef (B) losdraaien. - Olie in de vulopening gieten tot het be- nodigde vulniveau is bereikt op het kijkglas (A).
  • Pagina 222: Hydraulische Slangen (5)

    Hydraulische slangen (5) - Doelgericht de staat van de hydrauli- sche slangen controleren. - Beschadigde slangen onmiddellijk vervangen. Verouderde slangen worden poreus en kunnen lekken gaan vertonen! Ongeval- gevaar! Het getal bij de schroefverbinding geeft informatie over de fabricagedatum (A) en over de maximaal toegestane druk (B) bij deze slang.
  • Pagina 223: F7.2 Onderhoud - Loopwerk

    F 7.2 Onderhoud - loopwerk Onderhoud - loopwerk 635_ISO_Dyn.bmp/LW_DEM_inter.bmp F 7.2 1...
  • Pagina 224: Onderhoudsintervallen

    Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Controle van de kettingspanning - Afstellen van de kettingspanning - Controle van het oliepeil van het planeetdrijfwerk - Bijvullen van de olie van het planeetdrijfwerk - Olieverversing van het planeetdrijfwerk Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijperiode F 7.2 2...
  • Pagina 225: Onderhoudspunten

    Onderhoudspunten Kettingspanning (1) Te slap gespannen kettingen kunnen uit de geleiders van de omkeerrollen, het aandrijfwiel en het besturingswiel glijden en zo de slijtage vergroten. Te strak gespannen kettingen vergroten de slijtage van de besturingswiel- en de aan- drijflagers alsmede van de splitbouten en de lagerbussen van de ketting. Kettingspanning controleren / instel- len: - De kettingspanning kan met een...
  • Pagina 226: Planeetdrijfwerk (2)

    Planeetdrijfwerk (2) - Voor de controle van het oliepeil de controleschroef (A) losdraaien. Het oliepeil is in orde als de olie zich aan de onderkant van het controlegat be- vindt of er een beetje olie uit de opening loopt. Olie bijvullen: - De vulschroef (A) losdraaien.
  • Pagina 227: F8.1 Onderhoud - Elektronica

    F 8.1 Onderhoud - elektronica Onderhoud - elektronica F 8.1 1...
  • Pagina 228: Onderhoudsintervallen

    Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking Accuzuurpeil controleren q Vullen met gedestilleerd water Accupolen met vet smeren Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijperiode F 8.1 2...
  • Pagina 229 Interval Onderhoudspunt Opmerking - Generator zie de Controle van de werking van de bedienings isolatiebewaking van de elektro-in- handleiding stallatie van de balk - Generator Visuele controle op vervuiling en beschadiging - Ventilatieluchtopeningen controle- ren op vervuiling en verstopping, eventueel reinigen - Generator Kogellager „beluisteren“...
  • Pagina 230 Interval Onderhoudspunt Opmerking q Elektrische zekeringen Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijperiode F 8.1 4...
  • Pagina 231: Onderhoudspunten

    Onderhoudspunten Accu's (1) Onderhoud van de accu's De accu's zijn in de fabriek gevuld met de juiste hoeveelheid accuzuur. Het vloeistofpeil moet tot de bovenste mar- kering reiken. Eventueel gedestilleerd water bijvullen! De poolklemmen moeten oxidevrij zijn en met speciaal accuvet worden be- schermd.
  • Pagina 232: Generator (2)

    Generator (2) Isolatiebewaking van de elektro-installatie De isolatiecontrole moet dagelijks wor- den uitgevoerd bij lopende machine en ingeschakelde stopcontacten. - Elektro-installatie inschakelen schakelaar (1), het controlelampje (2) gaat branden. - Testknop (3) indrukken - de indicatie „isolatiefout“ moet gaan branden. - Wistoets (4) indrukken - de indicatie „isolatiefout“...
  • Pagina 233 Controle kogellagers Vervanging van de kogellagers Neem hiervoor contact op met de klan- tenservice van de machine, die verdere stappen met u zal bespreken. F 8.1 7...
  • Pagina 234: Riemspanning Instellen

    Aandrijfriemen (V-riem) Controle van de riemspanning De spanning van elke riem moet worden gecontroleerd met een voorspannings- meetapparaat. Voorgeschreven spanning: - bij de oorspronkelijke montage: 550N - na de inloopperiode / na het onderhoudsinterval: 400N Riemensp.tif Aanwijzingen voor het controleren van de spanning vindt u in de handleiding van uw voorspanningsmeetapparaat! U kunt een voorspanningsmeetapparaat bestellen onder artikelnummer 532.000.45! Riemspanning instellen...
  • Pagina 235: Riem Vervangen

    Aandrijfriem (tandriem) Riem vervangen - Beide contramoeren (A) van de spanschroef losdraaien. - Spanschroef (B) zo ver losdraaien dat de riem (C) kan worden vervangen. De nieuw aangebrachte riem voorspan- nen met behulp van spanschroef (B). Riemspanning controleren / instellen Riemenspann.jpg F 8.1 9...
  • Pagina 236: Riemspanning Controleren / Instellen

    Riemspanning controleren / instellen Na een riemvervanging moet de span- ning van de tandriem gecontroleerd en ingesteld worden. - Bij het instellen van de riemspanning moet een voorspanningscontroleap- paraat worden gebruikt. Voorgeschreven waarden van de riems- doorbuiging (aflezen van panning: onder naar boven) - Generator 17KVA: - doorbuigkracht min: 101,4N...
  • Pagina 237: Elektrische Zekeringen (3)

    Elektrische zekeringen (3) Machine-uitvoering: traditionele elektronica Contactdoos Fuses_635_konv.eps Hoofdzekeringen Zekeringen in de schakelkast Startrelais in de schakelkast Hoofdzekeringen (A) Hoofdzekering Reserveonderdeel F 8.1 11...
  • Pagina 238: Zekeringen In De Hoofdzekeringkast (B)

    Zekeringen in de hoofdzekeringkast (B) F5.5 Machineaandrijving Machineaandrijving Temperatuurregeling, elektrische verwarming Gasverwarming Contactdozen met Aan-Uit schakelaars Contactdozen met Aan-Uit schakelaars Contactdozen met Aan-Uit schakelaars Contactdozen met Aan-Uit schakelaars Opstarten van de motor Motorregelaar Machineaandrijving Sproeivoorziening Emulsiesproeivoorziening Diesel brandstofpomp Knipperlicht Verlichting, dak verstevigd met glasvezels Werkschijnwerper (o Deeltjesfilter (o Afzuiginstallatie (o)
  • Pagina 239: Relais In De Schakelkast (C)

    Relais in de schakelkast (C) Opstarten van de motor 18.2 Indicatie dat de balk aan de rechter kant vastloopt 18.1 Indicatie dat de balk aan de linker kant vastloopt Stroomvoorziening 15e schakel Motorregelaar Complementaire noodstopknop vrij vrij Condensator Machineaandrijving Motorregelaar F 8.1 13...
  • Pagina 240 Zekeringen op het bedieningspaneel Bedienpult_konv_Kette_635_Fuse1/Fuse1.tif/Fuse.bmp Zekeringkast (A) Pos. Opstarten van de motor, vergrendeling van de start- knop, toerental in basisloop, indicatie achteruit rijden Vergrendelingsrelais, Bat 15+ relais, controle- installaties Nivellering, stilzetten afwerkbalk Transporteur, rechter worm Transporteur, linker worm Stampmes, triltoestel Hopperbak, balk ophijsen/laten zaken, balk intrekken/ uitduwen, stroomvoorziening balk, condensatorlift (o), cabinebesturing (o), worm ophijsen/laten zakken (o)
  • Pagina 241: Relais Op Het Bedieningspaneel

    Relais op het bedieningspaneel Bedienpult_konv_Rad_656_Fuse3.wmf Relais (A) Noodstopknop (VB805/1105, EB50,75) Balkfuncties Transporteur/linker worm Transporteur/rechter worm Motorregelaar vrij vrij F 8.1 15...
  • Pagina 242: Machine-Uitvoering: Sps-Elektronica

    Machine-uitvoering: SPS-elektronica Contactdoos Fuses_635_konv.eps Hoofdzekeringen Zekeringen in de schakelkast Startrelais in de schakelkast Hoofdzekeringen (A) Hoofdzekering Reserveonderdeel F 8.1 16...
  • Pagina 243: Zekeringen In De Schakelkast

    Zekeringen in de schakelkast F5.5 Machineaandrijving Machineaandrijving Temperatuurregeling, elektrische verwarming Gasverwarming Contactdozen met Aan-Uit schakelaars Contactdozen met Aan-Uit schakelaars Contactdozen met Aan-Uit schakelaars Contactdozen met Aan-Uit schakelaars Opstarten van de motor Slave A51 Slave A52 Slave A53 Slave A54 Slave A55 Slave A56 F 8.1 17...
  • Pagina 244 Motorregelaar Machineaandrijving Sproeivoorziening Emulsiesproeivoorziening Diesel brandstofpomp Knipperlicht Verlichting, dak verstevigd met glasvezels Werkschijnwerper (o) Stroomvoorziening Master A1 Deeltjesfilter (o) Afzuiginstallatie (o) Stoelverwarming Ruitenwisser Reserveonderdeel Stroomvoorziening Master A1 F 8.1 18...
  • Pagina 245: Startrelais In De Schakelkast (C)

    Startrelais in de schakelkast (C) Opstarten van de motor Stroomvoorziening 15e schakel Motorregelaar Geluidssignaal achteruit rijden Vergrendeling van de startknop Machineaandrijving Claxon F 8.1 19...
  • Pagina 246 Zekeringen op het bedieningspaneel Bedienpult_SPS_Kette_635_Fuse1/Fuse1.tif/Fuse.bmp Zekeringkast (A) Pos. F1,1 - F1,8 Noodstopschakelaar Controle-installaties, Bat 15+ relais, motorsensoren Display stroomvoorziening, toetsenbord vrij vrij vrij Stroomvoorziening balk, cabinebesturing (o) vrij Zekeringkast (B) Pos. vrij Claxon, indicatie achteruit rijden Ruitenwisser (o), afsteller wegprofiel Reflector links/rechts Dimlicht rechts Dimlicht links...
  • Pagina 247: F9.0 Onderhoud- Smeerpunten

    F 9.0 Onderhoud- smeerpunten Onderhoud- smeerpunten Informatie over smeerpunten van de verschillende onderdelen staat in de specifieke onderhoudsbeschrijvingen en dient daar te worden nagelezen! Bij gebruik van een centrale smeerinstallatie (o) kan het aantal smeerpunten afwij- ken van de gegevens in de beschrijving. F 9.0 1...
  • Pagina 248: Onderhoudsintervallen

    Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking Vulpeil van het smeermiddelreservoir controleren Smeermiddelreservoir vullen Centrale smeerinstallatie ontluchten Drukbegrenzingsventiel controleren Controleren of het smeermiddel bij de stroomverbruiker wegstroomt Lagers Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijperiode F 9.0 2...
  • Pagina 249 Onderhoudspunten Centrale smeerinstallatie (1) Gevaar voor verwondingen! Bij een werkende pomp het reservoir niet aanraken! De centrale smeerinstallatie mag alleen in bedrijf worden gesteld als er een vei- ligheidsventiel is gemonteerd! Handverl.jpg/Gefahr.jpg Als de machine in werking is geen on- derhoudswerkzaamheden uitvoeren aan het overdrukventiel! Smeermiddel dat uit de machine loopt kan verwondingen veroorzaken aangezien de installatie onder hoge druk staat!
  • Pagina 250 Centrale smeerinstallatie Het vulpeil controleren Het smeermiddelreservoir moet altijd gevuld zijn zodat het systeem niet „droog kan lopen“ en de juiste smering van de smeerpunten verzekerd is en er geen tijdrovende ontluchting nodig is. - Het vulpeil moet altijd boven het „MIN“-streepje (a) van het reservoir blijven.
  • Pagina 251 Ontluchting centrale smeereenheid Het smeersysteem moet worden ont- lucht als u de centrale smeereenheid met een leeg smeermiddelreservoir heeft laten lopen. - De hoofdleiding van de smeerpomp (a) los bij de stroomverdeler (b) los- maken. - De centrale smeerheid met een ge- vuld smeermiddelreservoir (c) op- nieuw in bedrijf stellen.
  • Pagina 252 Controleren of er smeermiddel weg- stroomt bij de stroomverbruikers Bij de stroomverbruikers de bestendig- heid van alle smeerkanalen controleren. - Smeerleiding (a) demonteren en er een normale smeernippel (b) op monteren. - Het bij de machine geleverde smeer- pistool (c) aansluiten op de smeer- nippel (b).
  • Pagina 253: Lagers (2)

    Lagers (2) Op de lagers van de hydraulische cilin- der is (boven en onder) een smeernip- pels (a) te vinden. Zylinder.bmp F 9.0 7...
  • Pagina 255: F10.0 Inspecties, Stopzetten

    F 10.0 Inspecties, stopzetten ..Inspecties, controles, reiniging, stopzetten F 10.0 1...
  • Pagina 256: Onderhoudsintervallen

    Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Algemene visuele controle q - Controle door een deskundige q - Reiniging q - Conservering van de machine Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijperiode F 10.0 2...
  • Pagina 257: Algemene Visuele Controle

    Algemene visuele controle Bij de dagelijkse routine dient men rond de machine te lopen en de volgende contro- les uit te voeren: - Onderdelen of bedieningselementen beschadigd? - Lekkages in motor, hydraulisch systeem, drijfwerken enz.? - Alle bevestigingspunten (transporteur, worm, balk enz.) in orde? Geconstateerde fouten direct verhelpen om schade, ongevalgevaar of milieuvervui- ling te voorkomen! Controle door een deskundige...
  • Pagina 258: Reiniging

    Reiniging - Alle onderdelen reinigen die in aanraking komen met het inbouwmateriaal. - Vervuilde onderdelen besproeien met de sproeivoorziening die is uitgerust met waterafscheider (o). Vóór reinigingswerkzaamheden die worden uitgevoerd met een hogedrukreiniger moeten alle lagers volgens de voorschriften worden gesmeerd. - Na het inbouwen van mineraalmengsels, mager beton, enz.
  • Pagina 259: Behoud Van De Asfaltafwerkmachine

    Behoud van de asfaltafwerkmachine Periodes van max. 6 maanden dat de machine buiten bedrijf is - De machine zodanig uitzetten dat hij beschermd is tegen sterke zonnestraling, vocht en bevriezing. - Alle smeerplekken insmeren volgens de voorschriften en in bepaalde gevallen ge- bruik maken van de optionele centrale smeereenheid.
  • Pagina 261: F11.0 Smeermiddelen En Bedrijfsstoffen

    F 11.0 Smeermiddelen en bedrijfsstoffen Smeermiddelen en bedrijfsstoffen Gebruik uitsluitend de vermelde smeermiddelen of een bekend merk van dezelfde kwaliteit. Gebruik voor het bijvullen van olie of brandstof uitsluitend reservoirs die van binnen en van buiten schoon zijn. Vulhoeveelheden in acht nemen (zie paragraaf „Vulhoeveelheden“). Een verkeerd olie- of smeermiddelpeil bevordert de slijtage en machineuitval.
  • Pagina 262: Hydraulische Olie

    Hydraulische olie Geprefereerde hydraulische olie: a) synthetische hydraulische vloeistof op basis van esters, HEES Fabrikant ISO viscositeitsklasse VG 46 Shell Naturelle HF-E46 Panolin HLP SYNTH 46 Esso HE 46 Total Fina Elf Total Biohydran SE 46 b) minerale olie-persvloeistoffen Fabrikant ISO viscositeitsklasse VG 46 Shell Tellus Oil 46...
  • Pagina 263: Instructies Met Betrekking Tot De Gebruikte Oliesoorten

    Instructies met betrekking tot de gebruikte oliesoorten Shell Tivela 220 Transmissieolie 220 - synthetische olie Planeetdrijfwerk van het loopwerk* Optimol Optigear 220 Transmissieolie 220 - minerale olie * Alleen bij asfaltafwerkmachines met kettingaandrijving In de fabriek gevuld met de aangegeven be- drijfsstof.
  • Pagina 264: Vulhoeveelheden

    Vulhoeveelheden Bedrijfsstof Hoeveelheid Brandstoftank Diesel liter Hydraulische olietank Hydraulische olie liter Pompverdelerdrijfwerk Transmissieolie 90 liter Olieverversing loopwerk * Transmissieolie 220 liter Aandrijfinstallatie transporteur Transmissieolie 220 liter (per zijde) Centrale smeerinstallatie (optie) Accu's Gedestilleerd water F 11.0 4...
  • Pagina 265 Motor - type Deutz TCD 2013 L06 2V Deutz_2013L06 Bedrijfsstof Hoeveelheid Dieselmotor Motorolie 10W40 20,0 liter (met oliefiltervervanging) Koelsysteem van de motor Koelvloeistof 20,0 liter Motor - type Deutz TCD 2013 L04 2V Deutz_2013L06 Bedrijfsstof Hoeveelheid Dieselmotor Motorolie 10W40 15,0 liter (met oliefiltervervanging) Koelsysteem...
  • Pagina 266 Motor - type Deutz TCD 2012 L06 2V Deutz_2013L06 Bedrijfsstof Hoeveelheid Dieselmotor Motorolie 10W40 21,5 liter (met oliefiltervervanging) Koelsysteem van de motor Koelvloeistof 20,0 liter Motor - type Cummins QSB 6.7 C190, C205, C220 Cummins_QSB6.7.tif Bedrijfsstof Hoeveelheid Dieselmotor Motorolie 10W40 16,5 liter (met oliefiltervervanging)
  • Pagina 267 Worm - type I Auger_Dyn.bmp Bedrijfsstof Hoeveelheid Haakse aandrijving Transmissieolie 90 liter wormen (per zijde) Worm - type II Auger_DEM.bmp Bedrijfsstof Hoeveelheid Planeetdrijfwerk Transmissieolie 90 liter worm (per zijde) Behuizing Transmissieolie 460 liter wormaandrijving Buitenlager van de worm Hittebestendig lagervet gram (per lager)** ** bij oorspronkelijke montage...
  • Pagina 268: Instructies Met Betrekking Tot Een Overstap Van Minerale Olie Naar Synthetische Olie / En Van Synthetische Olie Naar Minerale Olie

    Instructies met betrekking tot een overstap van minerale olie naar synthetische olie / en van synthetische olie naar minerale olie Planeetdrijfwerk van het loopwerk Het mengen van synthetische olie met minerale olie is uitdrukkelijk verboden! - Oude olie helemaal weg laten lopen. De olie verversen als de motor zich in warme toestand bevindt.
  • Pagina 269 CURSUSSEN/ INSTRUCTIES Wij bieden onze klanten cursussen voor DYNAPAC-machines aan in ons eigen fabriekstrainingscentrum . In dit trainingscentrum worden zowel periodieke als niet vast geplande cur- sussen gehouden. SERVICE Neem bij bedrijfsstoringen en vragen over re- serveonderdelen contact op met een van onze service-vertegenwoordigers.
  • Pagina 270 Vraag uw winkelier ook naar: service, vervangingsonderdelen / slij- tageonderdelen, aanvullende documentatie, toebehoren het complete Dynapac asfaltafwerkmachine- en straatfrees- programma...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dynapac svedala demag df 135 c 35

Inhoudsopgave