Het bedieningsgedeelte beschikt over de volgende functies
Pos. Omschrijving
1
Bevestigingsschroeven voor houder plaat
Schakelaar voor selecteren van de nulstand en voorwaarts/achterwaarts rij-
2
den
3
Draaiknop voor het instellen van de snelheid (vervangt regelvoorziening)
4
Draaiknop voor de besturing
5
Schakelaar voor draaien op de plaats
Werking
Als de noodvoorziening is aangesloten, moeten de functies motortoerental, transpor-
teur, worm, stamper en vibratie worden bediend met de rijhendel.
Starten voor het inbouwen
- Met draaiknop (3) de snelheid instellen
- Schakelaar (2) in inbouwrichting
- Rijhendel wordt als gewoonlijk bediend
- De overige functies (4, 5) moeten worden geschakeld volgens de beschrijving in de
bedieningshandleiding
Transport
- Met draaiknop (3) een lage snelheid instellen
- Schakelaar (2) in de gewenste richting zetten
- Rijhendel in voorwaartse richting zetten.
Ook als er achterwaarts moet worden gereden, moet de rijhendel in de voorwaartse
richting worden gezet
- Met de draaiknop (3) die gewenste snelheid instellen
- De overige functies moeten worden geschakeld volgens de beschrijving in de be-
dieningshandleiding
f
Bij het starten van de aandrijfmotor moet schakelaar (2) op de nulstand staan, omdat
de machine anders direct in beweging komt! Ongevalgevaar!
D 4.1 29