. Veranderen van de Automatische Sluiter activatiegevoeligheid
(Gevoeligheid)
1.
Selecteer d.m.v. [8] en [2] "Gevoeligheid" en druk daarna op [6].
2.
Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste gevoeligheids instelling en
druk daarna op [SET] (instellen).
• U kunt kiezen tussen drie gevoeligheidniveau's van ø (Laagste) tot en met
œ (Hoogste).
• Bij de œ (Hoogste) instelling wordt het ontspannen van de automatische
sluiter relatief gemakkelijk geactiveerd. Het activeren voor het ontspannen van
de automatische sluiter is moeilijker bij de ø (Laagste) instelling maar de
gemaakte opnamen hebben het minst last van beeldwaas. Experimenteer met
de instellingen van het activeren voor het ontspannen van de automatische
sluiter om de instelling te vinden die het beste past bij u.
. Gebruiken van de Automatische Sluiter in combinatie met de
Doorlopende Sluiter
Als opgenomen wordt in combinatie met de Doorlopende Sluiter (pagina 70), wordt
na het voltooien van het opnemen van de doorlopende sluiterbeelden de
Automatische Sluiter standbymodus opnieuw ingeschakeld bij de camera zodat deze
klaar is om opnieuw opnames te maken.
Om een plaatsvindende Doorlopende Sluiter bewerking te stoppen, wacht totdat
"0 Auto" op het beeldscherm knippert en druk daarna op [SET] (instellen).
Tips voor betere foto's met de Automatische Sluiter
• Het gebruiken van de Automatische Sluiter samen met Anti Shake (pagina 77)
reduceert de kans op beeldwaas nog meer.
• Bij het opnemen met Waas signaleren of Lach signaleren dient u de camera zo stil
mogelijk te houden totdat de opname voltooid is.
75
Geavanceerde instellingen