Gebruiken van de flitser (Flits)
1.
Druk tijdens de OPNAME modus
één maal op [2] (
2.
Selecteer d.m.v. [4] en [6] de
gewenste flitserinstelling en druk
daarna op [SET] (instellen).
• U kunt de flitsermodus selecteren
door in één van de volgende twee
gevallen op [2] (
– Wanneer "Flits" niet in het controlepaneel getoond wordt (pagina 32)
– Nadat [8] (DISP) ingedrukt word tom de informatie van het beeldscherm te
wissen (pagina 150)
Autom. Flits
>
Flits Uit
?
Flits Aan
<
Milde Flits
_
Rode Ogen
¥
Reductie
3.
Druk op de sluitertoets om op te nemen.
< geeft aan dat de flitser gaat
flitsen.
• Zie pagina 178 voor informatie betreffende het flitsbereik.
).
) te drukken.
De flitser flitst automatisch in overeenstemming met de
belichting (hoeveelheid licht en de helderheid).
De flitser flitst niet.
De flitser flitst altijd. Deze instelling kan gebruikt worden
om een onderwerp helderder te maken dat gewoonlijk
donker uitvalt wat te wijten is aan het daglicht of tegenlicht
(daglicht synchroon flitsen).
Bij milde flits wordt altijd geflitst ongeacht de belichting
De flitser flitst automatisch. Dit type flits kan gebruikt
worden om de kans te verminderen dat de ogen van het
onderwerp rood te zien zullen zijn.
Achterindicator
Knippert oranje terwijl de flitser aan het opladen is
om aan te geven dat beeldopname gedeactiveerd
N
2
is.
• Het is niet mogelijk een ander beeld op te
nemen met flits totdat de indicator stopt met
oranje knipperen, hetgeen aangeeft dat het
opladen voltooid is.
36
[2] (
)
Flits
Foto leerprogramma