Foto leerprogramma
Gebruiken van het controlepaneel
Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te
configureren.
1.
Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
Hierdoor wordt één van de iconen van het controlepaneel geselecteerd en
worden de instellingen getoond.
[8] [2] [4] [6]
[SET]
2.
Selecteer d.m.v. [8] en [2] de instelling die u wilt veranderen.
Fotobeeldformaat/beeldkwaliteit*
1
(pagina's 32, 81)
Filmbeeldkwaliteit (pagina 35)
2
Flitser (pagina 36)
3
Zelfontspanner (pagina 38)
4
Automatisch scherpstelgebied
5
(pagina 39)
* De beeldkwaliteit van foto's kan niet veranderd worden m.b.v. het
controlepaneel.
3.
Verander d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling.
4.
Herhaal stappen 2 en 3 als u andere instellingen wilt configureren.
5.
Druk op [SET] (instellen) nadat alle instellingen naar wens zijn.
Hierdoor worden de instellingen uitgeoefend en teruggekeerd naar de OPNAME
modus.
LET OP
• U kunt instellingen configureren buiten de hierboven genoemde (pagina 64).
• Het controlepaneel kan niet getoond worden terwijl een bewerking van
Dynamische Foto, Vooropnamefilm, For YouTube of Spraakopname uitgevoerd
wordt.
Beschikbare instellingen
6
7
8
9
31
Controlepaneel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
ISO gevoeligheid (pagina 41)
easy modus (pagina 41)
Gezichtsdetectie/Schmink/
Landschap (pagina's 43, 45, 46)
Datum/tijd (pagina 47)
Foto leerprogramma