Instelling van het remgedrag
van de voertuigen
1 – 10
1
3
2
1
5
5
7
8
4
3
(alleen voor met de handregelaar bediende voertuigen)
De instelling van het remgedrag kan individueel voor één en/of
meerdere voertuigen gebeuren. De in te stellen voertuigen moeten
5
6
zich daarbij op de baan bevinden. De instelling kan in 10 trappen
gebeuren, waarbij de 5 LED's door knipperen resp. continu oplich-
ten de verschillende trappen signaleren.
1 LED licht op = zwakke remwerking
1
5 LED's lichten op = sterke remwerking
2
Plaats de in te stellen voertuigen bij ingeschakelde Control Unit op
de baan en druk eenmaal op toets „BRAKE"
paald aantal LED's op. Deze tonen de laatst gebruikte remtrap aan.
Druk zo vaak op toets „BRAKE"
geselecteerd. Bevestig uw selectie met toets „ENTER/START"
Een kort looplicht en het oplichten van de middelste LED bevesti-
gen, dat de instelling in beëindigd, afb.
Instelling van de tankinhoud
1 – 10
1
3
3
5
6
2
3
5
6
7
8
4
3
(alleen voor met handregelaar bediende voertuigen)
De instelling van de tankinhoud in verbinding met de Pit Lane
(20030356) gebeurt gelijktijdig voor alle voertuigen. De instelling
5
6
kan in 10 trappen gebeuren, waarbij de 5 LED's door knipperen of
continu oplichten de verschillende trappen signaleren.
1 LED licht op = geringe tankinhoud
1
5 LED's lichten op = volle tankinhoud
2
Plaats de in te stellen voertuigen bij ingeschakelde Control Unit op
de baan en schakel de tankfunctie in met de schuifschakelaar
afb.
. Druk eenmaal op toets „FUEL"
3
aantal LED's op. Deze tonen de laatst gebruikte tankinhoud aan.
Druk zo vaak op toets „FUEL"
geselecteerd. Bevestig de selectie met toets „ENTER/START"
Een kort looplicht en het oplichten van de middelste LED bevesti-
gen, dat de instelling is beëindigd, afb.
Uitgebreide tankfunctie
4
Met de schuifschakelaar
2
kunnen 3 modi worden geselecteerd,
afb.
:
3
• OFF = Voertuigen verbruiken geen „benzine"
• ON = Voertuigen verbruiken „benzine"
• REAL = Maximale snelheid afhankelijk van tankinhoud / voer-
5
tuigen verbruiken „benzine" (alleen in verbinding met Pit Lane
20030356 resp. Pitsstop Lane 20030346 en Pitsstop Adapter Unit
20030361)
4
5
44
In de „REAL-modus" is het voertuig met volle tank „zwaarder", rijdt
langzamer en heeft geringere remwerking; een voertuig met lege
tank is „lichter", rijdt sneller en heeft een hogere remwerking. Een
indicatie van de actuele tankinhoud en het „benzineverbruik" kan
alleen in verbinding met het Driver Display 20030353 en Pitsstop
20030356 gebeuren.
1 – 10
2
Tanken van de voertuigen met Pit Lane 20030356
en Driver Display 20030353
3
2
4
6
7
7
6
2
1
9
7
8
De actuele tankinhoud kan op het staafdisplay met 5 groene en 2
rode LED's van het Driver Display worden afgelezen. Rijd om te
tanken met het voertuig in de Pit Lane via de tanksensor, afb.
De staafindicatie begint nu te knipperen, afb.
6
. Er licht nu een be-
kan nu door de wisseltoets ingedrukt te houden worden bijgetankt,
afb.
6
tot de gewenste remwerking is
lichten van de gele LED's aangetoond, afb.
3
.
play).
Instructie: Met voertuigen met lege tank wordt bij de rondetel-
.
ling in verbinding met Position Tower 20030357 geen rekening
6
gehouden.
Instellen van de tankinhoud bij de racestart
1 – 10
2
11
2
4
4
13
7
8
1
5
6
(alleen in verbinding met Pit Lane 20030356 en Driver Display
20030353)
2
1
Onafhankelijk van de basisinstelling van de tankinhoud kan indi-
vidueel voor één en/of meerdere voertuigen de tankinhoud bij de
start van een race voor de rondes tot bij de eerste tankstop worden
ingesteld. Druk eenmaal op toets „START/ENTER"
op de Control Unit lichten continu op, afb.
7
8
van het/de Driver Display(s) knipperen, afb.
schakelaar van de overeenkomstige handregelaar te drukken, kan
het tankniveau worden gewijzigd, afb.
2
7
. Er licht nu een bepaald
7
tot de gewenste tankinhoud is
4
3
.
1
.
6
5
3
2
3
6
7
3
2
6
7
Pit Lane 20030356
Driver Display 20030353
1
8
8
4
3
5
6
10
4
3
5
6
. Het aantal tankcyclussen wordt door knipperen resp. op-
9
10
(zie ook Driver Dis-
Pit Lane 20030356
Driver Display 20030353
12
1
3
2
14
4
3
6
7
5
6
4
3
5
6
, en de staafindicatie(s)
12
. Door op de wissel-
13
.
14
Toetsenvergrendeling voor
instellingen
3
2
4
3
6
7
1
5
6
4
3
8
5
6
1
8
Ga als volgt te werk, om de toetsen voor de instellingen van Speed,
Brake en Fuel te blokkeren:
Houd de Code-toets
keld. Schakel vervolgens de Control Unit aan en laat de Code-toets
weer los. Om de blokkering weer ongedaan te maken, voert u dit
proces nogmaals uit.
Uitgebreide Pit Lane functie
Pit Lane 20030356
1
2
1
3
7
8
2
1
5
7
8
.
7
, en het voertuig
8
(alleen in verbinding met Pit Lane 20030356)
Er bestaat een mogelijkheid om de rondetelfunctie in de Pit Lane
20030356 resp. Pitsstop Lane 20030346 met Pitsstop Adapter Unit
20030361 in/uit te schakelen. Druk hiervoor bij uitgeschakelde Con-
trol Unit op toets „SPEED"
toets „SPEED"
5
naargelang de instelling 1 of 2 LED's op.
• LED 1 = Rondetelfunctie uit
• LED 1 + 2 = Rondetelfunctie aan
Selecteer de gewenste instelling en schuif of rijd met een voertuig
over de Pit Lane Sensor afb.
rijden overgenomen. Om de instellingen weer te verlaten drukt u op
toets „START/ENTER"
Sound ON/OFF
1
1
2
1
8
3
7
8
2
1
De bevestigingstoon bij het overrijden van de sensoren en de toet-
senbediening kan worden uitgeschakeld. Houd hiervoor de toets
3
; de 5 LED'
„START/ENTER"
7
8
schakel de baan in en laat toets „START/ENTER"
bevestigingstoon bij het inschakelen van de Control Unit kan echter
niet worden uitgeschakeld.
1
2
1
3
8
7
8
2
1
Om de fabrieksinstellingen opnieuw tot stand te brengen beschikt
de Control Unit over een reset-functie.
7
8
Houd hiervoor toets „ESC/PACE CAR"
trol Unit ingedrukt; schakel de baan in en laat de toets weer los. Alle
tot nu toe uitgevoerde instellingen voor snelheid, remgedrag, tankin-
houd, sound en rondetelling worden terug op de fabrieksinstelling
8
ingedrukt als de Control Unit is uitgescha-
2
5
4
5
6
4
3
5
6
5
, schakel de Control Unit in en laat
los. Door opnieuw op de toets te drukken lichten
. De instellingen worden bij het over-
5
3
.
2
3
4
5
6
3
bij uitgeschakelde Control Unit ingedrukt,
3
weer los. De
Reset-functie
2
4
5
4
bij uitgeschakelde Con-
3
6
3
6
2
7
2
7
3
6