Inhoudsopgave
Advertenties
7
Gasinstallatie
Opbouw van de installatie
In gebruik nemen:
94
Afb. 109 Omschakelinstallatie Crash-Protection-Unit
De Crash-Protection-Unit bestaat uit twee doorstromingsbegrenzers met
handmatige ontgrendeling (Afb. 109,6), een omschakelventiel (Afb. 109,4)
met drukregelaar (Afb. 109,2), een elektroventiel (Afb. 109,5) en het bedie-
ningspaneel met driekleurige LED. Het omschakelventiel is tussen de beide
gasslangen (Afb. 109,1) gemonteerd.
Met de draaiknop (Afb. 109,3) op het omschakelventiel kan worden bepaald
welke gasfles als bedrijfsfles en welke gasfles als reservefles wordt gebruikt.
Afb. 110 Bedieningspaneel
Aan het bedieningspaneel (Afb. 110) kunnen alleen de elektrische functies
worden geschakeld. De hoofdafsluitkranen van de gasflessen (Afb. 109,7) en
de ontgrendelingen (Afb. 109,6) moeten handmatig worden geopend.
Het omschakelventiel waarborgt een constante gasdruk, om het even welke
gasfles gas levert. De indicatie in het omschakelventiel geeft het peil van de
bedrijfsfles aan. Wanneer de indicatie groen is, vindt de gasvoorziening plaats
via de bedrijfsfles. Wanneer de indicatie rood is, is de gasfles leeg. De gas-
voorziening vindt dan plaats via de reservefles.
Het controlelicht op het bedieningspaneel geeft de toestand van de gasinstal-
latie aan. Wanneer het controlelicht (Afb. 110,1) groen oplicht, is de installatie
in orde. Wanneer het controlelicht rood knippert of oplicht, is er een storing.
De gasvoorziening is onderbroken.
Hoofdafsluitkranen van de gasflessen (Afb. 109,7) openen.
Ontgrendelingen (Afb. 109,6) na elkaar 10 seconden lang ingedrukt
houden.
A-Modell - 11/12 - Ausgabe 09/11 - 2096088 - BUE-0005-10NL
Advertenties
Inhoudsopgave
