7
Gasinstallatie
7.4
7.5
92
Gasfles met de bevestigingsriemen bevestigen.
Gasslang met de hand op de gasfles schroeven (linkse schroefdraad).
Gasafsluitkranen
Afb. 107 Symbolen van de gasafsluit-
kranen
In het voertuig is voor ieder gastoestel een gasafsluitkraan (Afb. 107) inge-
bouwd.
De gasafsluitkranen bevinden zich in het voertuig op verschillende plaatsen
en kunnen ook afzonderlijk zijn ingebouwd.
Externe gasaansluiting (speciale uitvoering)
Als de externe gasaansluiting niet wordt gebruikt, altijd de gasafsluit-
kraan sluiten.
Op de externe gasaansluiting alleen gasverbruikers aansluiten die de
passende adapter hebben.
Alleen externe gasverbruikers aansluiten die zijn ontworpen voor een
bedrijfsdruk van 30 mbar.
Erop letten dat na het aansluiten en na het openen van de gasafsluit-
kraan geen gas uit het aansluitpunt ontsnapt. Als de externe gasaanslui-
ting niet dicht is, stroomt gas in de open lucht. Onmiddellijk de
gasafsluitkraan en hoofdafsluitkraan op de gasfles sluiten. De externe
gasaansluiting door een geautoriseerde werkplaats laten nakijken.
Tijdens het aansluiten van een externe gasverbruiker mag er zich geen
open vuur in de buurt van de externe gasaansluiting bevinden.
De externe gasaansluiting niet voor het bijvullen van de gasflessen
gebruiken. De aanwijzingsstickers op de externe gasaansluiting in acht
nemen.
1 Bakoven
2 Koelkast
3 Verwarming/boiler
4 Kookplaat
A-Modell - 11/12 - Ausgabe 09/11 - 2096088 - BUE-0005-10NL