2.1
2.1.1
2.1.2
2.1.3
A-Modell - 11/12 - Ausgabe 09/11 - 2096088 - BUE-0005-10NL
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan belangrijke veiligheidsinstructies. De veiligheidsinstruc-
ties dienen ter bescherming van personen en voorwerpen.
De instructies hebben betrekking op:
de brandveiligheid en het handelen bij brand
de omgang met het voertuig in het algemeen
de verkeersveiligheid van het voertuig
het gebruik van een aanhanger
de gasinstallatie van het voertuig
de elektrische installatie van het voertuig
de waterinstallatie van het voertuig
Brandveiligheid
Voorkomen van brand
Kinderen nooit alleen in het voertuig laten.
Brandbare materialen weg houden van verwarmings- en kookappa-
raten.
Lampen kunnen zeer heet worden. Als de lamp is ingeschakeld, moet
de veiligheidsafstand tot brandbare voorwerpen altijd 30 cm bedragen.
Brandgevaar!
Nooit draagbare verwarmings- of kookapparaten gebruiken.
Alleen geautoriseerde vaklieden mogen de elektrische installatie, de
gasinstallatie of de inbouwapparatuur wijzigen.
Brandbestrijding
In het voertuig altijd een poederbrandblusser meenemen. De brand-
blusser moet toegelaten en gekeurd zijn en altijd voor het grijpen liggen.
De brandblusser regelmatig door geautoriseerde vaklieden laten contro-
leren. Keuringsdatum in acht nemen.
Al naargelang de uitrusting is de brandblusser bij de levering inbe-
grepen.
In de buurt van de kookplaat altijd een blusdeken klaar houden.
Bij brand
Alle inzittenden evacueren.
Elektrische voorziening uitschakelen en van het electriciteitsnet iso-
leren.
Hoofdafsluitkraan op de gasfles sluiten.
Alarm slaan en brandweer roepen.
Brand bestrijden, indien dit zonder risico mogelijk is.
Van de plaats en de bediening van de nooduitgangen op de hoogte stellen.
Vluchtwegen vrijhouden.
Gebruiksaanwijzing van de brandblusser in acht nemen.
2
Veiligheid
2Veiligheid
9