12
Onderhoud
12.9.4
Lamp vervangen:
12.9.5
Lamp vervangen:
208
Halogeen-inbouwlamp (plat)
Afb. 227 Halogeen-inbouwlamp (plat)
Halogeengloeilamp G4 12 V/10 W
De halogeen-inbouwlamp (Afb. 227,2) is in de afscherming verzonken inge-
bouwd.
Binnenste afdekring met glasschijf (Afb. 227,1) met geschikt gereedschap
(bijv. een schroevendraaier) uit de behuizing wippen.
Halogeengloeilamp verwijderen.
Nieuwe halogeengloeilamp plaatsen.
Lamp in omgekeerde volgorde in elkaar zetten.
Halogeenspotlight (verschuifbaar)
Afb. 228 Halogeenspotlight (verschuif-
baar)
Halogeengloeilamp 12 V/10 W
Halogeenspotlight (Afb. 228,1) 90° draaien en uit de rail nemen.
Lampenkap (Afb. 228,3) tegen de klok in draaien.
Lampenkap met halogeengloeilamp (Afb. 228,4) voorzichtig uit de fitting
(Afb. 228,2) trekken.
Halogeengloeilamp verwijderen.
Lampenkap op de fitting schroeven.
Nieuwe halogeengloeilamp in de lampenkap plaatsen en in de fitting
drukken.
Halogeenlamp in de rail plaatsen.
Als hulpmiddel voor het vervangen van lampen is een zuignap (Afb. 229,1)
meegeleverd.
Afb. 229 Zuignap voor het vervangen
van lampen
A-Modell - 11/12 - Ausgabe 09/11 - 2096088 - BUE-0005-10NL