Functiebeschrijving
Bedieningspaneel
Achter het bedieningspaneel bevindt
zich het waterreservoir. Het bedienings-
paneel wordt geopend en gesloten door
aanraking van de sensortoets . Het
paneel heeft een klembeveiliging. Treedt
er bij het openen/sluiten van het paneel
weerstand op, dan wordt het proces af-
gebroken. Raak bij het openen en slui-
ten van het paneel desondanks de bo-
venkant van de deur niet aan.
Waterreservoir
Het water wordt in het waterreservoir
gepompt en van daar naar het stoom-
aggregaat.
Storing door afgesloten opening wa-
terreservoir!
Sluit nooit de opening af aan de
voorkant van het waterreservoir, om-
dat anders geen water naar het
stoomaggregaat kan worden ge-
pompt.
Bratometer
De bratometer (kerntemperatuurvoeler)
meet de temperatuur in de kern van het
gerecht (de kerntemperatuur). Met deze
voeler kunt u het temperatuurverloop
gedurende de bereiding nauwkeurig
volgen.
32
Temperatuur/kerntemperatuur
Sommige functies hebben een voorge-
programmeerde temperatuur. U kunt
deze voorgeprogrammeerde tempera-
tuur voor een enkele bereiding, een be-
reidingsstap of permanent binnen het
aangegeven bereik wijzigen (zie hoofd-
stuk "Instellingen", paragraaf "Voorge-
programmeerde temperaturen").
Ook de kerntemperatuur kan binnen het
aangegeven bereik voor een enkel be-
reidingsproces of een bereidingsstap
worden gewijzigd.
Vochtigheid
De functie
Combi-koken
ale toepassing
Verwarmen
een combinatie van de ovenfunctie en
vocht. U kunt de vochtigheidsgraad
binnen het aangegeven bereik voor een
enkel bereidingsproces of een berei-
dingsstap selecteren.
Afhankelijk van de ingestelde vochtig-
heid wordt vocht of verse lucht naar de
ovenruimte geleid. Bij de instelling
vochtigheid = 0% wordt de maximale
hoeveelheid verse lucht aangevoerd en
geen vocht. Bij de instelling vochtig-
heid = 100% wordt geen verse lucht
aangevoerd en is de vochtigheidsgraad
maximaal.
Sommige gerechten geven tijdens het
bereidingsproces vocht af. Dit uit het
gerecht zelf afkomstige vocht wordt
eveneens gebruikt voor het regelen van
de vochtigheidsgraad. Het kan dus
voorkomen dat het stoomaggregaat niet
wordt geactiveerd bij een lage inge-
stelde vochtwaarde.
en de speci-
werken met