Systeemconfiguratie
De regel
OUT ASPECT RATIO
beeldverhouding van de bron die nu wordt
ingesteld. Om een andere dan de standaard
instelling te kiezen, drukt u op
/
‹
Denk er aan dat deze instelling uitsluitend
effect heeft op de weergave. De in-beeld
menu's worden altijd in 4:3 weergegeven, maar
kunnen via de instellingen op uw beeldscherm
gerekt worden naar 16:9.
: (helderheid): veranderingen
BRIGHTNESS
in deze instelling komen overeen met de helder-
heidsregeling van de monitor: het wijzigt het
videoniveau. Zijn de omstandigheden zodanig
dat de bron weinig signaal afgeeft en te donker
lijkt, dan kan het zinvol zijn deze instelling te
wijzigen. Wees echter voorzichtig de videover-
sterker niet te hoog te zetten zodat de monitor
wordt overstuurd
: wijzingingen van deze instelling
CONTRAST
zijn identiek aan die van het contrast van de
display; verandert het witniveau om te compen-
seren voor slecht contrast.
: (verzadiging): de verande-
SATURATION
ringen in deze instelling zijn gelijk aan die van
de kleurinstelling op de monitor en kan
gebruikt worden om te weinig of teveel kleur in
het signaal te compenseren.
Wanneer alle correcties die in dit submenu moe-
ten worden gemaakt, gereed zijn, verplaatst u
DF de cursor ➔ naar
met
/
‹
›
(pagina 1) en u drukt op OK/Enter E op de
TC 30 of op Set Q op de ZR 10 afstandsbedie-
ning om naar de vorige pagina met Bijzondere
Functies te gaan of u plaatst de cursor ➔ naar
de regel
(video hoofd-
T O VIDEO MAIN
menu) om naar het Video Hoofdmenu terug te
keren.
Audio Opzet
In dit menu kunt u de klankregeling instellen.
Wanneer u op dit moment niets aan deze
instellingen wilt veranderen gaat u naar het vol-
gende menu. Om de configuratie van deze
parameters te wijzigen, controleert u of het
(hoofdmenu) in beeld staat
MASTER MENU
met de cursor ➞ op de regel
AUDIO SETUP
en u drukt op OK/Enter E op de TC 30 of op
Set Q op de ZR 10 afstandsbediening. Nu ver-
schijnt het
(audio opzet)
AUDIO SETUP
menu.
*
A U D I O
S E T U P
*
→
T O N E
:
I N
O U T
B A S S
: 0
T R E B L E
: 0
B A C K
T O
M A S T E R
M E N U
Afbeelding 7
bepaalt de
Op de eerste regel wordt bepaald of de hoog/laag
klankregeling in de signaalweg wordt opgenomen.
Standaard is deze ingeschakeld en wanneer u deze
DF.
wilt verwijderen om de schakeling of 'recht' te
›
zetten, controleer dan of de ➞ cursor naar de regel
(klankregeling) in het menu wijst en druk
TONE
Navigatie DF zodat
op
‹
/
›
negatief video wordt gemarkeerd.
Wilt u de klankregeling in de signaalweg laten
staan, dan kunt u laag en hoog versterker of
verzwakken door op
zodat de ➞ cursor naast de regel staat die u wilt
corrigeren. Vervolgens drukt u op
Navigatie DF tot de gewenste instelling
verschijnt.
Wanneer alle gewenste correcties in dit menu
gemaakt zijn, verplaatst u met
cursor ➞ naar
naar hoofdmenu) en u drukt op OK/Enter E
op de TC 30 of op Set Q op de ZR 10 afs-
tandsbediening.
Opzet Surround
De volgende keuze die voor een ingang moet
worden gemaakt is het instellen van de gewens-
te surround functie. Aangezien de surroundfunc-
ties een kwestie zijn van persoonlijke smaak,
bent u vrij in uw keuze – die bovendien later
gewijzigd kan worden. Het Surround Functie
Overzicht op pagina 42 kan u helpen de functie
te kiezen die het beste past bij de gekozen
PAGE 1
ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7
voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital
voor ingangen aangesloten op digitale bronnen.
Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of
tuner kan het best de stereofunctie worden
gekozen, wanneer dat tenminste de luisterfunctie
is die voor de standaard stereobronnen wordt
gebruikt. Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk
dat er materiaal met surroundcodering zal wor-
den afgespeeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals
Stereo of Logic 7 Music functie worden gekozen
voor stereo programmamateriaal.
Het wordt aanbevolen de surround setup af te
ronden met de volledige in-beeld menu's. Vanuit
het
MASTER MENU
DF tot de cursor ➞ op de regel
⁄
/
¤
SURROUND SELECT
menu staat. Druk op OK/Enter E op de TC 30
of op Set Q op de ZR 10 afstandsbediening
zodat het
SURROUND SELECT
(afbeelding 8) verschijnt.
* *
S U R R O U N D
➔ ➔
S O U R C E :
A U D I O
I N
A U D I O
I N :
A D C
S A M P L I N G :
S U R R
M O D E :
S U R R
S E L E C T :
D E F A U L T
S U R R O U N D
D O L B Y
S U R R
B A C K
T O
Afbeelding 8
(uit) in
OUT
Navigatie DF
/
⁄
¤
/
‹
›
DF de
⁄
/
¤
(terug
BACK TO MAIN MENU
(afbeelding 1) drukt u op
(surround functie)
menu
S E T U P
* *
V I D E O
1
P O R T :
A N A L O G
P C M
4 4 . 1 k H z
4 8 K
9 6 K
L O G I C
7
M U S I C
5 . 1
S U R R :
L A S T
C O N F I G
S E T U P
M A S T E R
M E N U
In de eerste regel van dit menu kiest u de ingang
waarvoor specifieke surround instellingen wor-
DF om de
den gemaakt. Druk op
/
‹
›
ingang te kiezen die u wilt configureren.
De regels
(audio
AUDIO IN-PORT
aansluiting) en
(audio ingang) zijn
AUDIO I N
alleen voor het beeldscherm en kunnen niet wor-
den gewijzigd via het menu
SURROUND
(surround opzet). De regel
SETUP
geeft de aansluiting van actieve
IN-PORT
ingang aan en de regel
AUDIO I N
type van het aanwezige signaal aan. Denk er aan
dat de aanwijzing
op de regel
UNLOCK
aangeeft dat een digitale verbind-
AUDIO I N
ing is gekozen, maar dat geen data stream aan-
wezig is.
Wanneer een ingangskeuze is gemaakt, drukt u
DF om naar de volgende regel te
op
/
⁄
¤
gaan.
De regel
bepaalt of de
ADC SAMPLING
upsampling functie van het apparaat is in- of uit-
geschakeld. De standaard instelling "48 kHz"
passeert deze functie (OFF – uit) en stuurt het
digitale audiosignaal naar de DSP in de oor-
spronkelijke sampling frequentie. Om bin-
nenkomende 44,1 kHz signalen naar een hogere
resolutie, omhoog te samplen naar 96 kHz, drukt
DF zodat 96 kHz oplicht.
u eenmaal op
/
‹
›
Wanneer de gewenste instelling op deze regel is
DF om naar de
gemaakt, drukt u op
⁄
/
¤
volgende regel te gaan.
De regels
(surroundfunctie) en
SURR MODE
(keuze) hangen met elkaar samen en
SELECT
leiden u door de keuze van de surround functie
die wordt geactiveerd zodra de ingang die nu
wordt geconfigureerd, wordt gekozen.
Op de regel
drukt u op
SURR MODE
DF om de groep surround functies te kiezen
(zoals Dolby functies, DTS functies, Logic 7 func-
ties en DSP- of Stereofuncties) die voor deze
ingang beschikbaar zijn. Na het maken van een
DF om naar de
keuze drukt u op
⁄
/
¤
regel
te gaan.
SELECT
Op de regel
kunt u een specifieke
SELECT
functie kiezen binnen de gekozen functiegroep.
De functiekeuze wordt bepaald door het type sig-
naal (sommige functies zoals Dolby Digital of
DTS-ES zijn niet beschikbaar bij analoge bron-
nen) en door de luidspreker configuratie daar
sommige functies alleen beschikbaar zijn bij een
7.1 luidsprekeropstelling. Een volledig overzicht
van de beschikbare functies vindt u in de sur-
round functie tabel op pagina 42.
Daarnaast kunt u ook de instellingen gebruiken
in de
(surround con-
SURROUND CONFIG
figuratie) menu's om de functies te wissen die u
doorgaans niet gebruikt.
SYSTEEMCONFIGURATIE 29
AUDIO
geeft het
/
‹
›