Optie
Onderdrukking
windruis
Bestemming
Monitorhelderheid
Motorgest. diafr.
multi-selector
Belichtingscorr. met
multi-selector
Weergave hoge
lichten
Volume
hoofdtelefoon
Elektronische VR
66
Schakel onderdrukking windruis in of uit met behulp van
het laagafvalfilter van de ingebouwde microfoon (0 259).
Wanneer er twee kaarten zijn geplaatst, kunt u de kaart
selecteren waarop films zijn opgenomen (0 256).
Druk op 1 of 3 om monitorhelderheid aan te passen
(merk op dat dit alleen van invloed is op livebeeld en
geen effect heeft op foto's of films of op de helderheid
van de monitor voor menu's of weergave; 0 45).
Selecteer Inschakelen om motorgestuurd diafragma in
te schakelen. Druk op 1 om het diafragma te
vergroten, op 3 om het diafragma te verkleinen.
Het selecteren van Inschakelen biedt de mogelijkheid om
belichtingscorrectie in te stellen door op 1 of 3 te drukken.
Als Patroon 1 of Patroon 2 is geselecteerd, wordt
schaduwmarkering gebruikt om hoge lichten aan te
duiden (heldere delen van het beeld). Het
helderheidsniveau dat nodig is om de weergave voor
hoge lichten te activeren, kan worden geselecteerd met
behulp van Persoonlijke instelling g2 (Helderheid hoge
lichten, 0 270). Peakingniveau wordt uitgeschakeld
zodra hoge lichten worden weergegeven.
Patroon 1
Druk op 1 of 3 om het volume van de hoofdtelefoon
aan te passen.
Selecteer Aan om elektronische vibratiereductie in te
schakelen in filmstand. Niet beschikbaar voor beeldformaten
van 1.920 × 1.080 (slow motion) en 3.840 × 2.160 (0 69). Let
op: mocht elektronische vibratie aan zijn, dan wordt
Peakingniveau uitgeschakeld, de beeldhoek wordt
verkleind en de randen van het beeld worden uitgesneden.
Beschrijving
Hoge lichten
Patroon 2