1 Alle cijfers zijn benaderingen. De bestandsgrootte wisselt met het opgenomen onderwerp.
2 Maximum aantal opnamen dat kan worden opgeslagen in het buffergeheugen bij ISO 100. Kan
afnemen in bepaalde situaties, bijvoorbeeld bij beeldkwaliteit gemerkt met een sterretje ("★") of als
automatische vertekeningscorrectie aan is.
3 Getallen gaan uit van JPEG-compressie met grootteprioriteit. Het selecteren van een
beeldkwaliteitsoptie die is gemarkeerd met een sterretje ("★"; optimale compressie) verhoogt de
bestandsgrootte van JPEG-afbeeldingen; het aantal beelden en de buffercapaciteit nemen
omgekeerd evenredig af.
A
d2—Max. aant. continu-opn. (0 264)
Het maximum aantal foto's dat achter elkaar kan worden gemaakt in één
serieopname kan worden ingesteld op een hoeveelheid tussen 1 en 200.
364