Camera-instelling
Objectief/accessoire
AI-, AI-gewijzigde,
NIKKOR- of Nikon-serie
E-objectieven
Medische NIKKOR
120mm f/4
Reflex-NIKKOR
PC-NIKKOR
AI-type teleconverter
PB-6 balgapparaat
Automatische
tussenringen (PK-serie
11A, 12 of 13; PN-11)
1 Handmatige scherpstelling is beschikbaar voor alle objectieven.
2 Matrix.
3 Centrumgericht.
4 Spot.
5 Op hoge lichten gericht.
6 IX-NIKKOR-objectieven kunnen niet worden gebruikt.
7 Vibratiereductie (VR) wordt ondersteund met VR-objectieven.
8 Spotmeting meet het geselecteerde scherpstelpunt (0 124).
9 Kan niet worden gebruikt voor verschuiven of kantelen.
10 Waas, lijnen en andere beeldartefacten ("ruis") verschijnen mogelijk in foto's gemaakt met de
elektronische eerste-gordijnsluiter. Dit kan worden voorkomen door Uitschakelen te selecteren
voor Persoonlijke instelling d6 (Elektr. eerste-gordijnsluiter, 0 265).
11 Bij het verschuiven en/of kantelen van het objectief of wanneer niet het maximale diafragma wordt
gebruikt, functioneren de systemen voor lichtmeting en flitserregeling van de camera mogelijk niet
correct.
12 Alleen in de stand voor handmatige belichting.
282
Scherpstelstand
M (met
AF
elektronische
afstandsmeter)
—
17
—
—
—
23
—
25
—
—
Belich-
tingsstand
P
A
S
M
1
✔
— ✔
15
18
✔
— ✔
21
— ✔
18
—
✔
— ✔
9
22
✔
— ✔
24
18
✔
— ✔
24
26
✔
— ✔
24
18
Lichtmetingsysteem
L
2
M
3
t
N
4
3D Kleur
✔
✔
19
20
—
—
—
—
—
—
✔
20
—
—
—
✔
—
—
—
✔
✔
19
20
—
—
✔
—
—
—
✔
—
—
—
5