Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Configuratieparameters Test Run - Xylem Lowara Smart Pump Series Handleiding Voor Installatie, Bediening En Onderhoud

Verberg thumbnails Zie ook voor Lowara Smart Pump Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

• Elke pomp heeft een eigen pompadres (1–3) nodig.
• Elk adres kan maar één keer worden gebruikt.
P56. Multipump – Max Units [1÷3]
Deze parameter (standaard waarde 3) stelt het maximaal aantal units in dat gelijktijdig kan
werken.
P57. Multipump – Switch Interval [0÷250]
Deze parameter (standaard waarde 24) stelt de schakelinterval in uitgedrukt in [uren] voor de
cyclische omschakeling: dit maakt een cyclische omschakeling van de MASTER pomp en de
hulppompen mogelijk.
Zodra de schakeltijd is bereikt wordt de volgende pomp de MASTER en start de teller opnieuw,
waardoor een gebalanceerde spreiding van de werkingsuren over alle pompen verzekerd wordt.
P58. Multipump – Actual Value Increase [0.0÷25.0BAR] / [0.0÷363PSI]
Deze parameter (in BAR of PSI, afhankelijk van P41), standaard waarde 0,35 bar) beïnvloedt de
berekening van P02 om de meerpomps besturing zoals beschreven in par. 10.3 te verbeteren.
P59. Multipump – Actual Value Decrease [0.0÷25.0BAR] / [0.0÷363PSI]
Deze parameter (in BAR of PSI, afhankelijk van P41), standaard waarde 0,15 bar) beïnvloedt de
berekening van P02 om de meerpomps besturing zoals beschreven in par. 10.3 te verbeteren.
P60. Multipump – Enable Speed [P27÷P26]
Deze parameter (standaard waarde afhankelijk van de hydrauliek) stelt de snelheid in die een
pomp moet bereiken voordat de volgende hulppomp start, nadat de systeemdruk onder het
verschil is gedaald: P02 – P59.
P61. Multipump Synchronous – Speed Limit [P27÷3600]
Deze parameter (standaard waarde afhankelijk van de hydrauliek) stelt de snelheidsgrens in: de
eerste hulppomp schakelt uit als de snelheid onder de waarde van deze parameter zakt.
Deze parameter is alleen van toepassing op cascade synchroon!
P62. Multipump Synchronous – Window [0÷100]
Door het snelheidsvenster (standaard waarde 150) in te stellen, uitgedrukt als [RPMx10], geeft
deze parameter de grens weer voor het uitschakelen van de volgende hulppomp.
Deze parameter is alleen van toepassing op cascade synchroon!
P63. Multipump – Priority
Deze parameter toont de pompprioriteitswaarde binnen een meerpomps systeem
(zie par. 7.4.3 voor meer informatie).
P64. Multipump – Revision
Deze parameter toont de revisiewaarde van het meerpomps protocol die is gebruikt.

7.5.7 Configuratieparameters Test Run

Test Run is een speciale functie die de pomp start na de laatste stop om te voorkomen dat de
pomp blokkeert.
P65. Test Run – Time Start [0÷100]
Deze parameter (standaard waarde 100), uitgedrukt in [uren], stelt de tijd in waarna, als de pomp
voor de laatste keer is gestopt, de Test Run zal starten.
P66. Test Run – Speed [Min÷Max]
Deze parameter (standaard waarde 200) stelt de rotatiesnelheid van de pomp voor de Test Run
in, uitgedrukt in [RPMx10]. Min. en max. snelheid zijn afhankelijk van het model.
P67. Test Run – Time Duration[0÷180]
Deze parameter (standaard waarde 10) stelt de tijdsduur van de Test Run in, uitgedrukt in
[seconden].
nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave