Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Parameters Rs-485 Interface; Configuratieparameters Van Systemen Met Meerdere Pompen - Xylem Lowara Smart Pump Series Handleiding Voor Installatie, Bediening En Onderhoud

Verberg thumbnails Zie ook voor Lowara Smart Pump Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
P45. Pressure Minimum Threshold [0÷42]
Deze parameter (standaard waarde 0) stelt een minimum drukgrens in: als de systeemdruk
onder deze waarde daalt gedurende de tijd die in P46 is bepaald, dan geeft de aandrijving de
lage druk foutcode E14.
P46. Pressure Minimum Threshold - Delay Time [1÷100]
Deze parameter (standaard waarde 2) stelt de vertragingstijd uitgedrukt in [seconden] in, die de
aandrijving moet afwachten als de systeemdruk constant onder P45 blijft voordat de lage druk
foutcode E14 wordt gegenereerd.
P47. Pressure Minimum Threshold – Automatic Error Reset [DIS, ENB]
Deze parameter (
pogingen die door de aandrijving worden gedaan als de lage drukfout wordt waargenomen.
P48. Lack Of Water Switch Input [
Deze parameter (standaard waarde ERR) activeert/deactiveert het beheer van de
laagwateringang voor de aandrijving (zie par. 5.5 [13, 14]) en bepaalt bovendien het gedrag van
de aandrijving als de laagwateringang geactiveerd is en de schakelaar open is:
Als P48 = DIS beheert de aandrijving niet alle informatie die van de laagwateringang
afkomstig is (die in de praktijk gedeactiveerd is).
Als P48 = ALr leest de aandrijving de laagwateringang (die geactiveerd is) af en reageert, als
de laagwaterschakelaar opent, door het betreffende alarm A06 op het display te tonen, maar
blijft de motor draaien.
Als P48 = Err leest de aandrijving de laagwateringang (die geactiveerd is) af en reageert, als de
laagwaterschakelaar opent, door de motor te stoppen en de betreffende foutcode E11 te
genereren; de fouttoestand wordt vervolgens opgeheven (en wordt de motor dus gestart) als de
laagwaterschakelaar weer sluit.

7.5.5 Parameters RS-485 Interface

P50. BMS Comm Protocol [
Deze parameter (standaard waarde MOD) selecteert een specifiek protocol op de
communicatiepoort: de mogelijke instellingen zijn MOD (Modbus RTU) of BAC (BACnet MS/TP).
P51. BMS Comm Protocol – ADDRESS [1÷247] / [0÷127]
Deze parameter stelt het gewenste adres voor de aandrijving in, als deze verbonden is met een
extern apparaat, afhankelijk van het protocol dat bij P50 is ingesteld:
Als P50 = MOD kan het adres een willekeurige waarde zijn binnen het bereik 1÷247.
Als P50 = BAC kan het adres een willekeurige waarde zijn binnen het bereik 0÷127.
P52. BMS Comm Protocol – BAUDRATE [4.8, 9.6, 14.4, 19.2, 38.4, 56.0, 57.6 KBPS]
Deze parameter (
gewenste baudrate voor de communicatiepoort in.
P53. BACNET Device ID Offset [0÷999]
Deze parameter (standaard waarde 002) stelt honderden, tienden en eenheden van de BACnet
Device ID in.
(BACnet Device ID standaard waarde = 84002)
P54. BMS Comm Protocol – CONFIGURATION [8N1, 8N2, 8E1, 8o1]
Deze parameter (standaard waarde 8N1) stelt de lengte van de databits, de pariteit en de lengte
van de stopbits in.

7.5.6 Configuratieparameters van systemen met meerdere pompen

Al deze parameters beïnvloeden de MSE en MSY regelmodi.
P55. Multipump – Address [1÷3]
Deze parameter (standaard waarde 1) stelt een adres (1-3) voor elke pomp in: de gebruiker moet
dit beheren waarbij hij de volgende regels moet opvolgen:
40
DIS
ENB
,
) (standaard waarde ENB) activeert/deactiveert automatische nieuwe
DIS
ALR
ERR
,
,
]
MOD
BAC
,
]
4. 8
9. 6
14. 4
,
,
19. 2
38. 4
56. 0
57. 6
,
,
,
,
) (standaard waarde 9.6) stelt de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave