nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
7.3 Beschrijving van de LEDs
7.3.1 Power LED (voeding)
Als de
elektrische apparaten werkzaam.
7.3.2 Status LED
• Als de STATUS LED niet brandt, dan wordt de pomp gestopt of uitgeschakeld (de motor van
de pomp is niet in werking).
• Als de
• Als de
terwijl de pomp wordt gestopt.
• Als de
niet-blokkerend alarm waargenomen terwijl de pomp in werking is.
• Als de
de pomp gestopt (de motor van de pomp is niet in werking).
7.3.3 Speed LED bar
De LED balk van de snelheid bestaat uit 10 LEDs en elk daarvan vertegenwoordigt een % stap
(van 10% tot 100%) van het interval tussen de absolute minimum (P27) en maximum (P26)
waarden van de snelheidsparameter.
De LEDs gaan branden als de motor in werking is en de snelheid de specifieke % stap die door
ieder daarvan vertegenwoordigd wordt bereikt.
Als de motor in werking is en de snelheid lager is dan het absolute minimum (P27), dan knippert
de eerste LED.
Als de motor stopt worden alle LEDs op de balk uitgeschakeld.
7.3.4 Communication LED (communicatie)
De manier waarop de
instellingen en toestanden zoals hieronder vermeld.
Toestand 1
Als er geen optionele communicatiemodule wordt gebruikt en het protocol van de
communicatiebus is Modbus RTU (parameter P50 is ingesteld op de waarde "Modbus"):
• Als de
waarnemen op de geleverde klemmen voor de communicatiebus.
• Als de
waargenomen op de geleverde klemmen en erkend dat de adressering juist is.
• Als de
aandrijving een communicatiebus op de geleverde klemmen waargenomen en is deze niet
goed geadresseerd.
Bijzondere gedragingen (in deze toestand) voor deze LED zijn als volgt:
• Als de
gedurende (minstens) de laatste 5 seconden geen geldige Modbus RTU melding
waargenomen.
• Als de
cycle van 50% per seconde, dan is de aandrijving gedurende (minstens) de laatste 5
seconden niet goed geadresseerd.
Toestand 2
Als er geen optionele communicatiemodule wordt gebruikt en het protocol van de
communicatiebus is Bacnet MSTP (parameter P50 is ingesteld op de waarde "Bacnet"):
• Als de
seconden geen geldig verzoek, afkomstig van een ander Bacnet MSTP apparaat, ontvangen.
• Als de
met een ander Bacnet MSTP apparaat.
30
POWER
LED (groen) brandt, dan wordt de pomp van stroom voorzien en zijn de
STATUS
LED (groen) brandt, dan is de pomp in werking.
STATUS
LED (oranje) brandt, dan is er een niet-blokkerend alarm waargenomen
STATUS
LED (oranje) afwisselend met de
STATUS
LED (rood) brandt, dan is er een blokkerende storing waargenomen en wordt
LED brandt (constant) of knippert, hangt af van de verschillende
LED niet brandt, dan kan de aandrijving geen geldige Modbus melding
COM
LED (groen) constant brandt, dan heeft de aandrijving een communicatiebus
COM
LED (groen) knippert met een duty cycle van 50% per seconde, dan heeft de
COM
LED (groen) van constant brandend overgaat naar uit, dan heeft de aandrijving
COM
LED (groen) van constant brandend overgaat naar knipperend met een duty
LED niet brandt, dan heeft de aandrijving gedurende (minstens) de laatste 5
COM
LED (groen) constant brandt, dan is de aandrijving informatie aan het uitwisselen
STATUS
LED (groen) brandt, dan is er een