Gebruiksaanwijzing EXPERTsurg LUX – 1.008.3500
2 Veiligheid | 2.4 Technische toestand
2.4 Technische toestand
Een beschadigd product of beschadigde componenten kunnen de patiënt, de
gebruiker en derden verwonden.
4 Product en componenten slechts gebruiken als ze aan de buitenkant niet
beschadigd zijn.
4 Controleer de netkabel voor gebruik.
4 Sluit slechts aan op stekkerdoos die geaard is volgens de voorschriften van
het betreffende land.
4 Voor elk gebruik controleren of het product veilig werkt en in een behoorlij-
ke toestand is.
4 Onderdelen met barsten of veranderingen aan het oppervlak moeten door
het servicepersoneel worden gecontroleerd.
4 Veiligheidstechnische controles uitsluitend door gekwalificeerd serviceperso-
neel laten uitvoeren.
4 Bij het optreden van volgende punten niet verder werken en de reparatie
aan het servicepersoneel overlaten:
▪ Functiestoringen
▪ Beschadigingen
▪ Onregelmatige loopgeluiden
▪ Te sterke trillingen
▪ Oververhitting
Een onachtzaam opgesteld/gemonteerd product of component kunnen de pati-
ënt, de gebruiker en derden verwonden. Op de grond liggende netdelen en/of
kabels/slangen kunnen ertoe leiden dat men erover uitglijdt of struikelt.
4 Plaats netdeel en leiding/slangen zodanig dat ze niet op de grond liggen.
Uitval van de stroomvoorziening of andere storingen kunnen tot stilstand van
de chirurgiemotor en zo tot letsels leiden.
4 Stroomvoorziening veiligstellen.
2.5 Elektromagnetische velden
De werking van geïmplanteerde systemen (zoals pacemakers) kan door elek-
tromagnetische velden worden beïnvloed.
Medische elektrische apparatuur is onderworpen aan de bijzondere voorzorgs-
maatregelen voor de elektromagnetische compatibiliteit en ze moeten in over-
eenstemming met de onderstaande voorwaarden voor elektromagnetische
compatibiliteit in bedrijf worden genomen.
Zie ook:
13 Informatie over de elektromagnetische compatibiliteit conform EN IEC
60601-1-2, Pagina 63
Communicatievoorzieningen die met hoge frequenties werken, kunnen medi-
sche elektrische apparatuur beïnvloeden.
4 Vraag de patiënt voorafgaand aan de behandeling of er een pacemaker of
een ander systeem is geïmplanteerd en informeer hem over de risico's.
4 Neem bij de installatie en inbedrijfstelling de tabellen voor de elektromagne-
tische compatibiliteit in acht.
4 Monitor het systeem of het apparaat op storingen wanneer het in de directe
nabijheid van andere apparaten moet worden gebruikt.
8 / 68