Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruiksaanwijzing EXPERTsurg LUX – 1.008.3500
10 Verhelpen van storingen
Storing
Apparaat werkt niet.
Geen koelmiddel in het instru-
ment.
10 Verhelpen van storingen
Gebruik van NIET-originele KaVo reserveonderdelen bij reparaties.
Onderdelen zoals deksels kunnen losraken en tot verwondingen leiden. Inade-
men, inslikken van onderdelen, verstikkingsgevaar.
4 Gebruik voor de reparatie alleen reserveonderdelen die aan de specificatie
voldoen, KaVo originele reserveonderdelen voldoen aan de specificatie.
INSTRUCTIE
Als een reparatie met NIET-originele KaVo -onderdelen wordt uitgevoerd, kan
dit een productwijziging zijn en dus leiden tot verlies van CE-conformiteit. In
geval van schade is het bedrijf dat de dienst uitvoert of de exploitant verant-
woordelijk.
Het op de markt brengen van een gewijzigd product, waarbij een redelijk ver-
moeden bestaat dat het de veiligheid en gezondheid van patiënten of gebrui-
kers in gevaar kan brengen, is verboden op grond de van medische produc-
tenwet art. 4, lid 1, nr. 1 en vereist daarom een eigen conformiteitstest.
INSTRUCTIE
Als storingen niet kunnen worden verholpen met de beschrijving in de volgen-
de tabellen, moet gekwalificeerd servicepersoneel met de reparatie worden
belast. De technische handleiding is beschikbaar voor onderhoudspersoneel
voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.
In geval van storing wordt in het display een storing direct benoemd of een sto-
ringsnummer weergegeven.
Oorzaak
Apparaat is uitgescha-
keld.
Voedingskabel is niet
aan beide zijden ingesto-
ken.
Onbekend.
Zekering is doorgebrand. 4 Informeer de Service.
Koelmiddeldebiet is niet
geselecteerd.
Pomp staat uit.
De slangbevestiging is
niet ingestoken.
Fles is leeg.
Slangklem is gesloten.
Vergrendeling van de
pomp is niet gesloten.
Slang is geknikt.
Glazen fles met koelmid-
del is niet geventileerd.
WAARSCHUWING
Oplossing
4 Schakel de hoofdschakelaar aan de ach-
terkant van het apparaat in.
4 Steek de stekker van de voedingskabel in
het stopcontact.
4 Apparaat uit- en inschakelen.
4 Koelmiddeldebiet selecteren.
Zie ook:
5.5.3 Koelmiddeldebiet instellen, Pagina 39
4 De slangbevestiging in het apparaat ste-
ken.
Zie ook:
4.5 Koelmiddelreservoir en slangenset aan-
sluiten, Pagina 23
4 Nieuwe fles aansluiten.
4 Slangklem openen.
4 Vergrendeling controleren en indien nodig
sluiten.
4 Slang controleren en indien nodig knik
verwijderen.
4 Kapje van het ventilatieventiel van de in-
steeknaald openen.
56 / 68
Advertenties
Inhoudsopgave
