Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instell. Afbeelding Verzenden; Bedieningsinstellingen; Standaardweergave-Instellingen; Standaardselectie Adresboek - Sharp MX-2301N Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MX-2301N:
Inhoudsopgave

Advertenties

Instell. afbeelding verzenden

Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (scan, Internetfax, enz.) kunnen worden geconfigureerd.

Bedieningsinstellingen

De onderstaande bedieningsinstellingen zijn van toepassing op alle beeldverzendfuncties.
Druk op de toets [Instellingen Beeld Verz.] en daarna op de toets [Bedieningsinstellingen] en configureer de instellingen.

Standaardweergave-Instellingen

Vijf schermselecties zijn beschikbaar voor het
basisscherm dat verschijnt wanneer u drukt op de toets
[BEELD VERZENDEN] of wanneer u drukt op de toets
[ALLES WISSEN] (
) in de beeldverzendmodus.
• Scannen
• Internetfax
• Faxen
• Adresboek (ABC)
• Adresboek (Gebruiker)
Wanneer [Autom. overgaan naar kopieermodusscherm]
geselecteerd wordt
, schakelt de display automatisch
om naar het kopieermodusscherm als gedurende 20
seconden geen actie wordt ondernomen in het beeld
verzenden scherm.
Wanneer u het selectievakje [Instellingen enige tijd
vasthouden nadat scannen is voltooid] selecteert,
blijven de instellingen geldig voor een vaste periode
nadat het scannen is voltooid.

Standaardselectie adresboek

Een van de volgende schermen kan als beginscherm
voor het adresboekscherm worden geselecteerd.
Tabschakelaar
• ABC
• Groep
Adrestype
• Alle
• E-mail
• FTP/Bureaublad
• Netwerkmap
• Internetfax (incl. directe SMTP)
• Faxen
• Groep
Eigen naam en bestemming instellen
Registratie zendergegevens
Dit wordt gebruikt om de naam van de afzender, het
faxnummer en het adres voor fax of Internetfax te
configureren. De ingevoerde naam van afzender, het
faxnummer en het adres worden afgedrukt bovenaan
iedere faxpagina die u verstuurt.
Systeeminstellingen
Registratie zendergegevens
Naam
Faxnr.
Eigen adres
I-fax
1
Druk op de toets [Naam afzender] en
voer een naam in.
,
De naam mag maximaal 20 tekens lang zijn. Nadat u de
naam hebt ingevoerd, drukt u op [OK].
2
Druk voor Internetfax op de toets [Eigen
adres I-fax] en voer het afzenderadres
van de machine in. Druk voor fax op de
toets [Fax Nr.] en voer het faxnummer
van de machine in.
De bestandsnaam mag maximaal 56 tekens lang zijn.
Nadat u adres/domein hebt ingevoerd, drukt u op [OK].
Voer het nummer in met de cijfertoetsen (maximaal 20
cijfers).
Druk voor het invoeren van "+" op de toets "
Druk voor het invoeren van een koppelteken (-) op de
toets [Onderbreking]. Druk voor het invoeren van een
spatie op de toets [Spatie].
Als een koppelteken "-" wordt ingevoerd, wordt dit
op het moment van versturen veranderd in een
spatie.
3
Druk op [OK].
7-107
SYSTEEMINSTELLINGEN
OK
".
Inhoudsopgave

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave