VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Dit hoofdstuk biedt basisinformatie over het apparaat. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u het apparaat in
gebruik neemt.
ONDERDELEN EN FUNCTIES
BUITENZIJDE
(1)
Automatische origineelinvoer
Deze laadt en scant automatisch meerdere originelen. Bij
2-zijdige originelen kunnen automatisch beide zijden
worden gescand.
☞
HET ORIGINEEL PLAATSEN
(2)
Voorklep
Open deze klep om de hoofdvoedingsschakelaar aan of
uit te zetten of een tonercartridge te vervangen.
☞
DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN
☞
DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN
(3)
Uitvoerlade (middelste lade)
Uitvoer wordt naar deze lade uitgevoerd.
(4)
Bedieningspaneel
Dit wordt gebruikt om functies te selecteren en het aantal
kopieën in te voeren.
☞
BEDIENINGSPANEEL
* Randapparatuur.
(1)
(2) (3)
(4)
(5)
(pagina 1-31)
(pagina 1-12)
(pagina 1-52)
(pagina 1-8)
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Wanneer een afwerkingeenheid
is geïnstalleerd
(5)
Uitvoerlade (rechterlade)
Als deze is geïnstalleerd, kunnen er afdrukken naar
worden uitgevoerd.
(6)
Afwerkingseenheid*
Deze kan worden gebruikt om afdrukken te nieten. Er
kan ook een perforatiemodule worden geïnstalleerd om
uitvoer te perforeren.
☞
AFWERKINGEENHEID
1-3
(6)
*
(pagina 1-37)
Inhoudsopgave