Als Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld
Als
"Instelling
gebruikersauthenticatie" (pagina 7-80) geactiveerd is, volgt u de procedure hieronder om in te loggen.
Wanneer auto-login is ingeschakeld, verschijnt het loginscherm niet.
Gebruikersauthenticatie via inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord
(en e-mailadres)
De inlogprocedure van de beheerder wordt uitgevoerd via het gebruikerselectiescherm. De te volgen procedure wanneer
gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, vindt u in "GEBRUIKERSAUTHENTICATIE" (pagina 1-14) in "1. VOORDAT U DE
MACHINE GEBRUIKT".
Selecteer een gebruiker
om aan te melden.
AAA AAA
CCC CCC
1
EEE EEE
GGG GGG
Alle
ABCD
EFGHI
Voer uw loginnaam/-wachtwoord in.
Gebruikersnaam
Gebruikersnaam
Gebruik.Naam
Beheerder
Wachtwoord
Lokaal aanmelden
Auth. om:
2
• Wanneer de authenticatie plaatsvindt via gebruikersnaam/wachtwoord/e-mailadres, verschijnt de toets
[E-mailadres] onder de "Gebruikersnaam".
• Zie voor het standaard fabriekswachtwoord "STANDAARD FABRIEKSWACHTWOORDEN" in de
Veiligheidshandleiding.
• Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid. U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken.
Vorige
BBB BBB
Aanm. beheer.
1
DDD DDD
25
Directe Invoer
FFF FFF
HHH HHH
JKLMN OPQRST
UVWXYZ
etc.
ABC
(1)
(2)
OK
OK
Druk op de toets [Aanm. beheer.].
Gebr.
Log in.
(1) Druk op de toets [Wachtwoord].
Voer het wachtwoord van de beheerder in het
invoerscherm voor het wachtwoord in.
(2) Druk op [OK].
7-60
SYSTEEMINSTELLINGEN
Inhoudsopgave