Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Scherm Verzendinstellingen - Sharp MX-2301N Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MX-2301N:
Inhoudsopgave

Advertenties

SCHERM VERZENDINSTELLINGEN

Hieronder wordt uitleg gegeven over de toetsen voor de verzendinstellingen. Zie voor meer informatie over elke
instelling
"BASISSCHERM VAN DE
"5. SCANNER / INTERNETFAX".
Voorbeeld van scanmodus
(1)
(1)
Toets [Modus Wijzigen]
Gebruik deze toets voor het selecteren van faxmodus,
scanmodus, internetfaxmodus of een andere methode.
(2)
Toets [Opdrachteig. instellingen
Druk op deze toets om de verzendinstellingen te
selecteren. Welke instellingen kunnen worden
geselecteerd, varieert per modus.
• Scanmodus
Toets [Resolutie]
Gebruik deze toets om de resolutie in te stellen. U kunt
geen hogere resolutie-instelling selecteren dan de
instelling waarmee het bestand is opgeslagen.
Toets [Best.Indeling]
Hiermee kunt u het bestandstype, de compressiefactor
en de kleurmodus selecteren.
Toets [Spec. Functies]
Druk op deze toets om de toets [Timer] weer te geven.
• Internetfaxmodus
Toets [Resolutie]
Gebruik deze toets om de resolutie in te stellen. U kunt
geen hogere resolutie-instelling selecteren dan de
instelling waarmee het bestand is opgeslagen.
Toets [Best.Indeling]
Hiermee kunt u het bestandstype en de
compressiefactor selecteren.
Toets [Spec. Functies]
Druk op deze toets om de toetsen [Timer] en
[Transactierapport] weer te geven.
• Faxmodus
Toets [Resolutie]
Gebruik deze toets om de resolutie in te stellen. U kunt
geen hogere resolutie-instelling selecteren dan de
instelling waarmee het bestand is opgeslagen.
Toets [Spec. Functies]
Hiermee worden de toetsen [Timer], [Eigen naam
kiezen] en [Transactierapport] weergegeven.
Naast de hierboven genoemde verzendingsmodi, zijn
beeldinstellingen in overige verzendmodi eveneens
mogelijk afhankelijk van de geïnstalleerde opties.
FAXFUNCTIE" (pagina 4-7) in "4. FAX" en "BASISSCHERM" (pagina 5-9) in
(2) (3)
Gereed voor verzenden.
Scannen
Modus Wijzigen
Opdrachteig.
instellingen
Verzendinst.
file-01
Name 1
Meerkl.
(6)
(4)
Annuleren
Adresinvoer
(7)
(3)
Toets [Verzendinst.]
Deze toets verschijnt een de scanmodus en in de
Internetfaxmodus. Druk op de toets om een onderwerp
en een bestandsnaam in te voeren wanneer u een
verzending uitvoert. In de scanmodus kunt u ook een
verzender aangeven.
(4)
Toets [Volgend Adres]
Deze toets verschijnt wanneer ten minste één adres is
ingevoerd. Gebruik deze toets wanneer u een bestand
naar meerdere bestemmingen verzendt.
(5)
Toets [Annuleren]
Hiermee keert u terug naar het scherm voor
taakinstellingen.
(6)
Weergave Bestandsnaam / Gebruikersnaam
Hier worden het pictogram van het te verzenden
bestand, de bestandsnaam, de gebruikersnaam en de
kleurenmodus (kleur of zwart-wit) weergegeven.
(7)
Toets
Het 3-cijferige zoeknummer dat aan een sneltoets of
groeptoets was toegekend toen de toets werd
opgeslagen, kan worden ingevoerd om de bestemming
aan te geven.
(8)
Toets [Adresinvoer] of toets [Subadres]
Gebruik deze toets om rechtstreeks een adres in de
voeren wanneer u een bestand in de scanmodus of
internetfaxmodus verzendt.
In de faxmodus verschijnt deze als de toets "Subadres".
Gebruik deze toets om een subadres en een wachtwoord
voor een F-code communicatie in te voeren.
(9)
Toets [Adresboek]
Druk op deze toets om de in het adresboek opgeslagen
bestemmingen te bekijken.
6-35
DOCUMENTARCHIVERING
(5)
Adresboek
(8)
(9)
Inhoudsopgave

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave