Het scanformaat van het origineel opgeven (met numerieke waarden)
Als u een origineel scant dat geen standaardformaat heeft, zoals een kaart, volg dan deze stappen om het formaat van
het origineel op te geven. De breedte kan variEen van 25 mm tot 432 mm (1" tot 17"), en de hoogte kan variëren van
25 mm tot 297 mm (1" tot 11-5/8").
Selecteer de modus en geef het scherm opdrachteig. instellingen weer.
(1) Druk op de toets [Modus Wijzigen] en selecteer de gewenste modus.
(2) Druk op de toets [Opdrachteig. instellingen].
1
(3) Druk op [Origineel].
Het automatisch herkende origineelformaat verschijnt bovenaan de toets [Origineel].
☞
OPDRACHTEIG. INSTELLINGEN
Scan
Origineel
Scanformaat
Auto
A4
2
2-Zijdig
Boekje
2-Zijdig
Schr.Blok
Scan
Origineel
Auto
X
Handmatig
Y
Handm.
Standaardformaat
3
U kunt het getal ook met de toetsen
Scan
Scanformaat
Origineel
X420 Y297
4
2-Zijdig
Boekje
2-Zijdig
Schr.Blok
• Als het scanformaat wordt opgegeven als een getalswaarde, kan het verzendformaat niet worden opgegeven.
• Bij gebruik van de automatische origineelinvoer kan een origineel dat langer is dan 432 mm (17") worden gescand
(maximum breedte 1000 mm (39-3/8")). Scan een lang origineel door op de tab [Standaardformaat] te drukken op het
scherm van stap 3 en druk dan op [Lang Form.].
☞
Het scanformaat van het origineel opgeven (Opgeven in standaardformaat)
☞
VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN
(pagina 5-50)
OK
100%
Verzendformaat
Automatisch
Stand afbeelding
OK
(25 432)
420
X
mm
(25 297)
297
Y
mm
Invoer Formaat
(2), (3)
(1)
wijzigen.
OK
Verzendformaat
Automatisch
Stand afbeelding
(pagina 5-17)
Druk op de toets "Scanformaat".
Voer het scanformaat (origineelformaat) in.
(1) Druk op de tab [Invoer Formaat].
(2) Druk op de cijferweergavetoets voor X
(breedte) en voer de breedte in.
(3) Druk op de cijferweergavetoets voor Y
(4)
(hoogte) en voer de hoogte in.
(4) Druk op [OK].
Druk op [OK].
Het opgegeven formaat wordt weergegeven op de toets
"Scanformaat".
5-54
SCANNER/INTERNETFAX
(pagina 5-53)
Inhoudsopgave