Aan
Cc
AAA AAA
BBB BBB
CCC CCC
DDD DDD
EEE EEE
FFF FFF
Freq.
ABCD
EFGHI JKLMN
2
Als een wachtwoord is weggelaten in het geheugenvak van een andere machine, zijn (5) en (6) niet nodig.
Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT].
Het scannen begint.
• Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een
pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid.
• Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen voltooid is, plaats dan
het volgende origineel en druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT]. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op
3
[Lezen Klaar]. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid.
Wanneer de relay-machine de fax ontvangt, zal het deze automatisch naar alle ontvangende machines verzenden die
geprogrammeerd zijn in het geheugenvak.
Om het scannen te annuleren...
Druk op [STOP]-toets (
(2)
Voorwaarde-
Instellingen
1/1
Adresoverzicht
Algemeen
Subadres
OPQRST
etc.
Adres sorteren
UVWXYZ
(3), (5)
) terwijl het origineel wordt gescand.
Voer het faxnummer van de bestemming
in.
(1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm.
(2) Druk op de sneltoets van de gewenste
bestemming.
Als de bestemming niet is opgeslagen in het adresboek,
voert u het faxnummer in met de cijfertoetsen.
Als subadres en wachtwoord op de sneltoets worden
opgeslagen zijn de volgende deelstappen niet nodig. Ga naar
stap 3.
(3) Druk op de [Subadres]-toets.
"/" verschijnt.
(4) Voer het subadres in via het numerieke
toetsenbord.
(5) Druk op de [Subadres]-toets.
"/" verschijnt.
(6) Voer een wachtwoord in via het numerieke
toetsenbord.
4-109
FAX
Inhoudsopgave