Afdrukken in batches
Alle bestanden in een map met dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord kunnen tegelijk worden afgedrukt.
Wanneer op de toets [Batchafdruk] wordt gedrukt, verandert deze in de toets [Batchafdruk].
User 1
Bestandsnaam
file-01
1
file-02
file-03.tiff
Per opdracht
Alle Bestanden
Batch afdrukken
User 1
Alle Bestanden
Gebruik.Naam
2
Wachtwoord
Gegevens afdrk. en
verwijderen
Batch afdrukken
Selecteer gebruikersnaam.
Alle gebruikers
Gebr. Onbekent
Name 1
Name 2
Name 3
Name 4
Name 5
Name 5
Alle
ABCD
EFGHI
(A)
3
Wanneer het aankruisvakje [Optie [Alle gebr.] niet toegest] en het aankruisvakje [Optie [Gebr. onbekend] niet toegest.]
niet ingeschakeld zijn in de systeeminstellingen, kunnen de toetsen [Alle Gebr.] en de toets [Gebr. Onbekend] worden
geselecteerd.
Door op de toets [Alle Gebr.] te drukken kunnen alle bestanden in de map worden geselecteerd (de bestanden van
alle gebruikers).
Door op de toets [Gebr. Onbekend] te drukken kunnen alle bestanden in de map worden geselecteerd waaraan geen
gebruikersnaam is toegewezen.
Alles select.
Zoeken
Vorige
Gebruik.Naam
Datum
Name 1
04/04/2010
Name 2
04/04/2010
Name 3
04/04/2010
Batchafdruk
Annuleren
Wijzig aantal
Gegevens afdrukken en
Gegevens
opslaan
verwijderen
(B)
Annuleren
OK
Standaard
1
gebruiker
25
Directe Invoer
JKLMN OPQRST
UVWXYZ
etc.
ABC
Gebr.
(C)
Druk op de toets [Batchafdruk].
1
1
Druk op de toets [Gebruik.Naam].
Als gebruikersauthenticatie wordt gebruikt, wordt automatisch
de voor het inloggen gebruikte gebruikersnaam geselecteerd.
Selecteer de gebruikersnaam.
U kunt de gebruikersnaam op vier manieren selecteren:
(A) Druk op de toets voor de gebruikersnaam.
De gekozen gebruikersnaam wordt gemarkeerd.
Als u per ongeluk de verkeerde gebruikersnaam hebt
geselecteerd, druk dan op de toets met de juiste naam.
(B) Druk op de toets [Standaardgebruiker].
De gebruikersnaam kan uit de standaardgebruikers worden
geselecteerd.
(C) Druk op de toets
In de berichtweergave verschijnt een gebied waar een
(D)
"Registratienr." [----] kan worden ingevoerd. Voer het
"Registratienr." in dat u tijdens de gebruikersregistratie hebt
ingesteld. Hierdoor kunt u de gebruikersnaam selecteren.
(D) Druk op de toets [Directe Invoer].
Er verschijnt een tekstinvoerscherm. Voer de
gebruikersnaam in.
Druk na het selecteren van de gebruikersnaam op de toets [OK].
6-32
DOCUMENTARCHIVERING
.
Inhoudsopgave