Handmatig invoeren van een IP-adres
Selecteer het [DHCPv6] keuzevakje (
instellen van een permanent IP-adres.
Druk op de toets [Handmatig adres], de toets [Lengte
van prefix] en de toets [Standaard gateway] en voer de
respectievelijke waarden in.
• Toets [Standaard gateway]
Gebruik de cijfertoetsen en de toetsen [A] tot en met
[F] en de toetsen [:] op het aanraakscherm voor het
invoeren van het IP-adres. Wanneer u klaar bent,
drukt u op [OK].
• Toets [Lengte van prefix]
Gebruik de cijfertoetsen voor het instellen van de lengte
van de prefix. Wanneer u klaar bent, drukt u op [OK].
• Toets [Handmatig adres]
Gebruik de cijfertoetsen en de toetsen [A] tot en met
[F] en de toetsen [:] op het aanraakscherm voor het
invoeren van het IP-adres. Wanneer u klaar bent,
drukt u op [OK].
Druk op de toets [OK] wanneer alle instellingen voltooid zijn.
Wanneer de instellingen voltooid zijn, zullen de
ingestelde waarden verschijnen in link-lokaal adres,
statusloos adres 1 en statusloos adres 2.
TCP/IP inschakelen
Als u de machine wilt gebruiken op een TCP/IP-netwerk,
moet deze instelling ingeschakeld zijn.
Het IP-adres van de machine moet ook geconfigureerd
worden met "IPv4-instellingen" en "IPv6-instellingen".
Als u deze instelling wilt activeren, selecteert u het vakje
en drukt op [OK].
NetWare inschakelen
Als u de machine op een NetWare netwerk wilt
gebruiken, moet deze instelling ingeschakeld zijn.
Als u deze instelling wilt activeren, selecteert u het vakje
en drukt op [OK].
EtherTalk inschakelen
) voor het
Als u de machine op een EtherTalk- netwerk wilt
gebruiken, moet deze instelling ingeschakeld zijn.
Als u deze instelling wilt activeren, selecteert u het vakje
NetBEUI inschakelen
Als u de machine op een NetWare-netwerk wilt
gebruiken, moet deze instelling ingeschakeld zijn.
Als u deze instelling wilt activeren, selecteert u het vakje
NIC terugstellen
Hiermee keren alle instellingen op de printserverkaart
terug naar de standaard fabrieksinstellingen.
Pingopdracht
Gebruik deze functie om te controleren of de machine
kan communiceren met een computer op het netwerk.
Specificeer het IP-adres van de betreffende computer en
druk op de toets [Start]. Er verschijnt een bericht dat
aangeeft of de computer reageert.
Selecteer elke toets, voer de juiste waarden in met de
cijfertoetsen en druk op de toets [Start].
7-103
SYSTEEMINSTELLINGEN
en drukt op [OK].
en drukt op [OK].
Systeeminstellingen
Pingopdracht
Voer het IP-adres in via het 10-toetsenblok
en de [A-F]-toetsen en druk op [Start].
OK
A
B
C
D
E
F
:
Start
Inhoudsopgave