Methode Voor Poortomschakeling
Deze instelling wordt gebruikt om te selecteren wanneer
poortomschakeling plaats vindt.
Omschakelen na einde opdracht:
De poort wordt gewijzigd in de automatische selectie
wanneer het afdrukken is voltooid.
Omschakelen na I/O-time-out:
Wanneer de tijd die is ingesteld met behulp van
"I/O-Time-out" verstrijkt, wordt de poort gewijzigd in
automatische selectie.
Selecteer één van de toetsen en druk op [OK].
De volgende twee printpoorten zijn beschikbaar op de
machine:
• USB-poort
• Netwerkpoort
Kleurbijstellingen
Dit wordt gebruikt om de grijstoon en de kleurbalans aan te passen.
Druk op de toets [Printer-Instellingen] en daarna op de toets [Kleurbijstellingen] en configureer de instellingen.
Auto Color Calibration
Dit wordt gebruikt om automatische kleurcorrectie uit te
voeren, wanneer de kleur in kleur kopieën uit staat. De
machine drukt een testprint af, de testprint wordt
gescand en de kleur wordt automatisch gecorrigeerd.
Systeeminstellingen
Auto Color Calibration
Gebruik 11"x17"- of A3-papier voor deze afstelling.
Druk op [Uitvoeren] om testvlak af te drukken.
Nadat de toets [Uitvoeren] wordt ingedrukt en een
testprint afgedrukt wordt, verschijnt een bericht dat u
vraagt de automatische calibratie te beginnen. Plaats de
testprint op de glasplaat zoals hieronder aangegeven,
met de dunne lijn langs de zijkant van het papier links,
en druk op de toets [Uitvoeren].
Dunne lijn
Leg kopieerpapier (ongeveer vijf bladen) van hetzelfde
formaat als de testprint bovenop de testprint en sluit
voorzichtig de automatische documentinvoer.
OK
Uitvoeren
7-106
SYSTEEMINSTELLINGEN
• Voordat u Auto Color Calibration uitvoert,
controleert u of de registratieaanpassing correct is.
Als de registratieaanpassing niet correct is, voert u
"Registratieaanpassing" uit (pagina 7-96).
• Als de kleur nog niet goed is nadat u Auto Color
Calibration hebt uitgevoerd, kan een herhaling van
Auto Color Calibration de kleur verbeteren.
Inhoudsopgave